Als je op zomervakantie bent in bijvoorbeeld de Scandinavische landen, Frankrijk of Duitsland zie je regelmatig studenten rondlopen met een bepaald soort pet. In Scandinavië is die traditie terug te voeren tot de 19e eeuw. Een grote Scandinavische studentenbijeenkomst in de Deense hoofdstad Kopenhagen in 1845 droeg in hoge mate bij aan de populariteit van de studentenpet.
De Zweedse studenten verschenen met een witte pet met kokardes in hun nationale kleuren geel en blauw. De Noren droegen een zwarte pet met een klep en een kwast.
De Deense studenten hadden geen apart hoofddeksel, maar lieten zich inspireren door hun Scandinavische ‘collega’s’ en gingen vanaf de jaren 1850 een pet dragen die aan het Zweedse model deed denken, alleen was hij zwart. In 1875 kwamen de Finnen erbij met hun witte pet.
Het idee om een pet te gaan dragen kwam uit Duitsland, waar veel studentenverenigingen hun eigen model hadden met een specifieke vorm en kleur. Zweedse studenten aan Duitse universiteiten namen het gebruik mee naar huis.
Eindexamenleeringen wilden ook een pet
Voordat er een speciale studentenpet was, droegen veel studenten een gewone pet, die ze bij speciale gelegenheden vervingen door een hoed. Nu wordt de pet op bepaalde momenten gedragen, maar toen hadden ze hem het hele jaar door op om te laten zien dat ze studenten waren.
In de jaren 1960 gingen ook eindexamenleerlingen in de Scandinavische landen een speciale pet dragen in de zomer nadat ze geslaagd waren.
Het model dat tegenwoordig in Denemarken wordt gedragen is een witte pet met een rode band, die in de jaren 1880 voor het eerst te zien was omdat hij goedkoper was dan de zwarte. Rond de eeuwwisseling was hij algemeen.