Een team onderzoekers van de Universiteit van de Witwatersrand, Zuid-Afrika, bestudeerde duizenden schelpen die in deze grot zijn gevonden, en onlangs publiceerden ze de verrassende resultaten.
Door de schelpen te onderzoeken met infraroodcamera’s, ontdekten de wetenschappers dat ze allemaal sporen bevatten van langdurige verhitting boven een vuur in dezelfde positie. Met andere woorden: de slakken zijn in hun eigen huisje gebakken.
Rijk aan voedingsstoffen
Hoewel gebakken slakken ter grootte van een hand niet iedereen direct zullen aanspreken, hadden de grotbewoners een goede reden om ze te eten.
Het slakkenvlees was namelijk rijk aan eiwitten, ijzer, magnesium en vitaminen – voedingsstoffen die de jager-verzamelaars niet binnenkregen via hun gangbare dieet van bessen en noten.
We dachten altijd dat de mens pas 15.000 à 10.000 jaar geleden, aan het einde van de laatste ijstijd, reuzenslakken ging eten. Maar deze nieuwe vondst laat zien dat we ons 170.000 geleden al bewust waren van de waarde van reuzenslakken en van een gevarieerd dieet.
Het is ook indrukwekkend dat de grotbewoners blijkbaar wisten dat ze de slakken lang moesten koken of bakken. Want daardoor werden schadelijke bacteriën en parasieten gedood die de dieren bij zich droegen.