De geschiedenis van de hamburger begon zo’n 260 jaar geleden. Het woord ‘hamburger’ komt voor het eerst voor in het Engelse kookboek The Art of Cookery, Made Plain and Easy uit 1747. De auteur, Hannah Glasse, had het echter niet over gebakken gehakt, maar over een worst van gehakt, knoflook en rum.
Voordat de worst werd dichtgebonden, moest deze worden gekruid met zout, peper, kruidnagel, nootmuskaat en azijn. De Hamburgh sausages van Glasse moesten daarna een week in de schoorsteen liggen om een rokerige smaak te krijgen. Ze stelde voor om de hamburgerworst op een boterham te serveren.
Glasse schreef het kookboek omdat ze geld nodig had. Ze kopieerde veel recepten, maar het boek werd toch een succes – vooral bij sjieke dames met bedienden die voor hen kookten.
Waarschijnlijk kwam de schoorsteenmethode van Duitse immigranten die naar Engeland waren gekomen. Maar de hamburgerworst werd geen succes. Daarom moeten we de oorsprong van de hamburger niet in Engeland zoeken. Zoals de naam ‘hamburger’ al aangeeft, speelt de Duitse stad Hamburg een belangrijke rol.