Kegeljongen, lantaarnopsteker en acht andere baantjes die niet meer bestaan

Bowlingkegels werden neergezet door jongetjes, slaapkoppen werden gewekt door mannen met een lange stok en lijkenrovers bezorgen artsen verse lichamen. De moderne techniek heeft veel oude beroepen de das omgedaan.

Porder

De eerste porders verschenen aan het begin van de Industriële Revolutie in Groot-Brittannië, omdat de fabrieksarbeiders op tijd op hun werk moesten zijn. Het waren in feite menselijke wekkers, die verschillende werktuigen gebruikten – doorgaans een lange stok, een knuppel of een blaaspijp – om hun klanten te wekken. In de jaren 1920 verdwenen de meeste porders uit het straatbeeld, maar in de industriestad Manchester bestonden ze tot in de jaren 1950. Foto: Wikimedia.

IJssnijder

Pas met de introductie van de koelkast en de vrieskist na de Tweede Wereldoorlog kwamen de ijssnijders zonder werk te zitten. Tot dan toe hadden ze grote stukken ijs uit bevroren meren gesneden en die de hele wereld over gestuurd. Vooral Noorwegen verkocht erg veel ijs: eind jaren 1890 exporteerde het land zo'n 500.000 ton. Foto: Wikimedia.

Vliegtuigluisteraar

Vóór de uitvinding van de radar moest het leger vertrouwen op soldaten met goede oren als ze wilden weten of er vijandelijke vliegtuigen in aantocht waren. Ze gebruikten zogeheten akoestische spiegels en andere hulpmiddelen om het motorgeluid op te vangen. Na de Tweede Wereldoorlog maakte de radar hen overbodig. Foto: Wikimedia.

Rattenvanger

Bijna alle grote Europese steden hadden een legertje rattenvangers in dienst. Zij moesten de enorme rattenpopulatie uitdunnen en zo de verspreiding van ziekten tegengaan. Het baantje was niet ongevaarlijk, want de ratten werden vooral met de hand gevangen, hoewel sommige rattenvangers ook kooien en kleine honden gebruikten. Foto: Wikimedia

Lantaarnopsteker

Voordat er elektrische lantaarnpalen waren, liepen er lantaarnopstekers rond om ze aan te steken. De palen waren voorzien van olie- of gaslampen of kaarsen, en de aansteker gebruikte een lange stok met een brandende lont om ze te ontsteken. 's Morgens maakte hij nog een ronde om de lampen weer te doven. Foto: Wikimedia

Houtdrijver

Tegenwoordig wordt hout op vrachtwagens vervoerd, maar vroeger werd het via rivieren naar de zagerijen gebracht. Houtdrijvers moesten ervoor zorgen dat het hout de goede kant op ging en op de juiste bestemming aankwam. Foto: Wikimedia

Telefoniste

In 1878 werd de Amerikaanse Emma Nutt 's werelds eerste telefoniste. Zij en haar duizenden latere collega's waren het kloppend hart van de telecommunicatie – tot ze op een zijspoor werden gezet door de technologische vooruitgang. Ze moesten ervoor zorgen dat gesprekken bij de juiste ontvangers uitkwamen, en deden dat tot in de jaren 1960. Foto: Wikimedia.

Lijkenrover

Begin 19e eeuw werden grafrovers door universiteiten ingehuurd om lijken te bezorgen. Geneeskundestudenten hadden die nodig om de anatomie te bestuderen, en via legale weg was er moeilijk aan te komen. Vanaf 1830 konden Britten hun lichaam na hun dood ter beschikking stellen aan de wetenschap. Foto: Wikimedia

Voorlezer

In de 19e eeuw mochten Amerikaanse fabrieksarbeiders een voorlezer inhuren om hen te vermaken tijdens hun eentonige werkzaamheden. De arbeiders betaalden het loon van de voorlezer zelf. Hij las een boek of een krant voor, vaak over de arbeidersbeweging of vakbonden. De laatst bekende voorlezer uit de VS werd in 1931 ontslagen. Foto: Wikimedia