Ingewandswormen werden kruisridders fataal
800 jaar oude ontlasting uit een kruisvaardersburcht op Cyprus toont aan dat de christelijke krijgers veel last hadden van vaak dodelijke ingewandswormen.

De burcht Saranda Kolones was eigendom van de kruisridder Guy de Lusignan, die in 1187 door Saladin werd gevangengenomen.
Ontlasting kruisridders onderzocht
Hoewel de kruisvaarders allang dood zijn, baren hun uitwerpselen nog opzien. De University of Cambridge vond ingewandswormen in de ontlasting van kruisvaarders op Cyprus. De ingedroogde resten lagen in latrines in de burcht Saranda Kolones, tot 1222 de thuisbasis van de Franse kruisridder Guy de Lusignan en zijn mannen.
Toen de parasietenexpert dr. Piers Mitchell en zijn collega’s de 800 jaar oude fecaliën onder de microscoop legden, vonden ze een groot aantal eitjes van onder andere zweep- en spoelwormen, die leefden in het darmstelsel van de ridders. In kleine aantallen zijn deze parasieten niet direct gevaarlijk, maar als het er veel zijn is het een ander verhaal.
Hongerige kruisridders stierven aan ingewandswormen
In tijden van voedselschaarste - zoals tijdens belegeringen of expedities - konden ridders die veel wormen hadden ondervoed raken doordat de beestjes op hun eten teerden. De onderzoekers denken dat slechte hygiëne, waardoor ontlasting in contact kwam met voedsel, de oorzaak was van de besmetting.
Volgens Mitchell waren ziekte en ondervoeding voor edelen en geestelijken tijdens de kruistochten even reële gevaren als de strijd zelf. Voor de arme voetsoldaten gold dit eens te meer.