In het hart van het fraaie Zuid-Engelse landschap staat een van de meest herkenbare gebouwen ter wereld. Miljoenen fans kennen het als Downton Abbey, maar eigenlijk heet het Highclere Castle. Met zijn bijna 300 overdadige vertrekken – met onder meer een collectie schatten uit het oude Egypte – is het een monument voor de decadentie van vervlogen tijden.

Als Highclere Castle geld nodig had, klopte Almina aan bij haar rijke vader.
1. Titels werden duur betaald
In Downton Abbey is de graaf van Grantham, Robert Crawley, getrouwd met de rijke Amerikaanse Cora – een huwelijk omwille van het voortbestaan van het landgoed. Eind 19e eeuw trouwden veel lords van mooie Engelse landhuizen om het geld.
Op het echte Downton Abbey, Highclere Castle, trouwde de 5e graaf van Carnarvon in 1895 met de 19-jarige Almina Wombwell om het landgoed te redden. Almina kreeg van haar vader, Alfred de Rothschild, een bruidsschat mee van een half miljoen pond – een enorm bedrag in een tijd waarin je voor 15 pond een jaar lang een driekamerwoning huurde.
Net als in Downton Abbey kwam het geld vaak uit de VS, waar slimme ondernemers een fortuin hadden verdiend aan de industrialisatie. Dat geld besteedden de industriemagnaten graag aan dure titels en goede connecties. Tussen 1865 en 1915 verkregen maar liefst 76 Amerikaanse vrouwen door een huwelijk een adellijke titel in Engeland. De Amerikanen waren echter niet even welkom als hun geld. De traditionele, snobistische Britten vonden hen vaak simpel en primitief.
2. Erfeniscrisis door Titanic

Er stierven relatief veel meer mannen dan vrouwen toen de Titanic op 15 april 1912 verging.
In de eerste aflevering van Downton Abbey krijgt de graaf van Grantham een telegram met een triest bericht. De Titanic is vergaan, met de erfgenaam van het landgoed aan boord. Voor de familie Crawley is dat een ramp, omdat het gezin alleen dochters heeft.
Vererving was vaker een probleem in Engeland, want vrouwen mochten de landhuizen, landgoederen en titels niet erven. De landgoederen, die de lords niet bezaten maar slechts beheerden, konden alleen overgaan op zonen of andere mannelijke familieleden. Als een familie zoals de Crawleys geen erfgenaam had – of een ver familielid met wie een dochter kon trouwen – raakte ze na de dood van de graaf haar connectie met de aristocratie kwijt. Pas in 1925 werd het erfrecht veranderd.
Het is niet onrealistisch dat de erfgenamen van Downton stierven op de Titanic, ook al behoorden ze tot de elite. Twee derde van de mannen in de eerste klasse kwam om. Van de vrouwen in de eerste klasse overleed slechts 2,8 procent.
3. Uitvindingen maakten leven makkelijker
De adel en de bedienden profiteerden van de technologische vooruitgang rond 1900, die het leven veel makkelijker maakte.

RIIIING: Koningin was dol op telefoon
In 1878 testte koningin Victoria de telefoon toen de uitvinder ervan, Alexander Graham Bell, haar het wonder presenteerde. Pas begin 1920 werd het voor welgestelde Britten gangbaar om thuis telefoon te hebben.
Science & Society Picture Library/Getty Images & Shutterstock

BZZZZZ: Stroom bracht makkelijk licht
In de Victoriaanse tijd moesten bedienden, vaak jonge jongens, het hele kasteel door om de (soms honderden) lampen aan en uit te doen. Stroom maakte het makkelijker. In de jaren 1920 had 10 procent van de Britse huizen elektriciteit.
Colin Waters/Imageselect & Shutterstock

BLOPBLOP: Waterleiding hielp bedienden
Vanaf eind 19e eeuw werd in chique huizen waterleiding aangelegd en kregen badkamers marmeren badkuipen en gasboilers. Voordien moest het personeel warm water omhoog dragen. Highclere kreeg in 1897 badkamers.
Buyenlarge/Getty Images & Shutterstock
4. Weduwe moest direct verhuizen

Edelvrouwen moesten na de dood van hun man jaren zwart dragen.
In Downton Abbey woont publiekslieveling Violet Crawley, de gravin-douairière van Grantham, niet in het landhuis, al heeft ze dat 40 jaar wel gedaan. Volgens het gebruik moesten weduwen als zij verhuizen als hun man overleed. Het landgoed ging direct over op de erfgenaam en diens familie, en de voormalige gravin moest elders gaan wonen.
In de serie beschrijft Violet Crawley haar woning als een little cottage (klein huisje). Het nieuwe huis van de gravin-douairière was inderdaad vaak vrij klein, maar ze mocht wel een paar bedienden houden.
Het zal voor de weduwen niet makkelijk zijn geweest om opeens in hun eentje met hun verdriet in een leeg huis te zitten, maar niemand zette vraagtekens bij de regeling. De verhuizing hoorde bij de traditie in de Victoriaanse tijd en de eerste helft van de 20e eeuw. Ook werd verwacht dat de weduwe na de dood van haar man twee jaar rouwkleding droeg. Omgekeerd kon een man zijn rouwkleding weer in de kast hangen zodra zijn vrouw was begraven.
5. Adel zat duimen te draaien

Bij het Franse kaartspel bezique moet je verschillende kaartencombinaties verzamelen.
In Downton Abbey blijkt de onbekende nieuwe erfgenaam, Matthew Crawley, een advocaat uit de middenklasse te zijn. In de hoogste kringen was het echter niet chic om een fulltimebaan te hebben. Een graaf had overal mensen voor, zodat hijzelf zo weinig mogelijk hoefde te doen.
De grote huizen hadden bijna altijd gasten voor de thee of het diner, want dat was een manier om in contact te blijven met gelijkgezinden. Adellijke families besteedden dan ook veel tijd aan het plannen en ontvangen van bezoek en het afleggen van visites. Vrouwen organiseerden zo nu en dan ook een liefdadigheidsevenement.
Mannen begonnen de dag meestal met het lezen van de krant – die was gestreken, zodat ze geen inkt aan hun handen kregen –, waarna ze de post openden. Hun vele vrije tijd brachten ze door met lezen of een kaartspel spelen, zoals bezique. Ook een wandeling in het park hoorde erbij, als het niet regende. Voor meer beweging konden de vrouwen paardrijden en de mannen cricket of polo spelen of jagen.

Bij feestelijke gelegenheden als een bruiloft werden er prachtige taarten gebakken.
6. Kok was grootverdiener
In Downton Abbey wordt de kokkin, Mrs Patmore, voorgesteld als een eenvoudige vrouw die uitstekend kan koken. Ze wordt door de heer des huizes zo gewaardeerd dat hij haar behandeling betaalt als ze grijze staar krijgt.
In werkelijkheid was de kok of kokkin dan ook net zo’n belangrijk personeelslid als de butler en de huishoudster, want de kwaliteit van de maaltijden was belangrijk voor de presentatie naar buiten toe. Als de gasten lekker aten, was dat goed voor de reputatie van het huis. Daarom had de kok of kokkin vaak ook een eigen zitkamer en werd hij of zij dikwijls beter betaald dan de butler. In 1918 verdiende een tuinman op Highclere Castle 24 pond per jaar, terwijl de kok van het landhuis het best werd betaald met een jaarloon van 150 pond.
Voor dat salaris moest wel hard worden gewerkt. Elke dag werden er vier maaltijden geserveerd: ontbijt, lunch, thee en diner. En de kok was verantwoordelijk voor het budget. Op grote landgoederen aten er vaak tien tot 100 gasten mee, en bij speciale gelegenheden konden er wel 400 gasten komen.
7. Huishoudster hield alles in de gaten

Een vrouw die graag huishoudster wilde worden, deed er goed aan het Book of Household Management te lezen.
In de serie lijkt huishoudster Mrs Hughes een relatief makkelijke baan te hebben, maar in het echt was het flink aanpoten om samen met de butler het personeel aan te sturen. Om 6.00 uur ’s ochtends ging de wekker, en pas rond 22.30 uur was het werk gedaan.
Volgens de gids Book of Household Management uit die tijd moest een huishoudster ‘zo eerlijk, ijverig en waakzaam zijn als was ze het hoofd van haar eigen familie’. Ze moest ‘haar mensen continu in de gaten houden en elke misstap opmerken’ – het liefst voordat de familie iets gewaarwerd. Zelfs de persoonlijke kasten en laden van het personeel werden geïnspecteerd om ervoor te zorgen dat er niets onoorbaars plaatsvond.
De huishoudster droeg altijd zwart, en het personeel sprak haar aan met ‘Mrs’, ook al was ze niet getrouwd. Dat was respectvoller dan ‘Ms’. Veel huishoudsters kregen nooit een man of kinderen, want als je naast je werk voor je eigen gezin moest zorgen, liet je je werkgever in feite in de steek.
8. Aristocraten streden voor emancipatie

De suffragettes streden voor vrouwenrechten – vooral het recht om te stemmen.
In de serie maakt de jongste Crawley-dochter, Sybil, zich hard voor emancipatie en vrouwenkiesrecht. De reactionaire adel zag over het algemeen weinig heil in die strijd, maar een aantal aristocratische vrouwen zette zich in als zogeheten suffragettes (vrouwenrechtenactivisten).
Reeds in 1871 kwamen verenigingen van suffragettes bijeen om demonstraties te organiseren en te lobbyen. Vanaf 1903 werd de beweging militanter, met brandstichting, hongerstaking en verstoring van parlementaire vergaderingen.
Hoewel de meeste suffragettes uit de middenklasse kwamen, sloten aristocraten als lady Constance Bulwer-Lytton zich ook aan bij het recalcitrantere deel van de protestbeweging. Deze dochter van een graaf kwam vier keer in de cel door haar engagement. Bij één verblijf in de gevangenis kerfde ze met een haarspeld de V van ‘Votes for Women’ in haar borst.
In 1918 voerde het Britse parlement beperkt kiesrecht voor vrouwen in. Tien jaar later volgde het algemeen kiesrecht.

Oscar Wilde (l) had een seksuele relatie met de Britse journalist en dichter lord Alfred Douglas (r).
9. Homo’s riskeerden celstraf
In Downton Abbey probeert de bediende Thomas Barrow zijn seksualiteit te onderdrukken, maar uiteindelijk zoent hij toch met een man. ‘Geef hem aan, dat is je plicht, en geniet dan van zijn val,’ zegt kamenier miss O’Brien tegen haar neef, die de kus heeft gezien.
Vanaf 1885 was homoseksualiteit verboden en stonden er celstraffen op. In de miljoenenstad Londen werden ontmoetingen tussen mannen in bepaalde herbergen oogluikend toegestaan, maar op het platteland, waar de serie zich afspeelt, was het een stuk lastiger.
Veel mannen onderdrukten hun gevoelens, maar de beroemde Ierse toneelschrijver Oscar Wilde weigerde dat. Daar betaalde hij een hoge prijs voor. In 1895 werd Wilde veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid in de gevangenis van Reading wegens ‘grove onzedelijkheid’ in de vorm van homoseksuele handelingen. Pas in 1967 kwam de Sexual Offences Act, die seks tussen mannen boven de 21 jaar in privésituaties legaliseerde. Samenkomen in bijvoorbeeld een hotel was nog steeds onwettig.
10. Bedienden moesten lang en knap zijn

Een bediende moest er goed uitzien, want hij zorgde bij de chique diners voor de gasten.
De huishoudster Mrs Hughes en de butler Mr Carson hebben in de serie soms moeite om betrouwbaar personeel te vinden. Er was veel verloop onder de bedienden op landgoederen, want een zwangerschap, verloving of incorrect gedrag leidde vaak tot ontslag. Er was daarom altijd vraag naar plichtsgetrouwe, loyale mensen, maar ook het uiterlijk speelde een centrale rol.
‘Heb je ooit een schele dienstbode gezien? Nee, die zijn even zeldzaam als een witte raaf. Een bediende moet perfect zijn in lichaamsbouw, karakter en gedrag,’ schreef de butler Eric Horne in 1922 in zijn memoires.
Voor keukenhulpen was een knap gezicht minder belangrijk, omdat zij altijd downstairs waren. Maar de mannen moesten in elk opzicht presentabel zijn, want zij moesten de familie upstairs bedienen en verzorgen.
Daarom hadden kleine mannen slechte kansen in deze branche, aldus de butler Frederick Gorst. ‘De uniformen waren gemaakt voor lange mannen. Een kleine, dikke kerel was vrijwel onmogelijk te kleden.’
11. Kinderen zagen hun ouders zelden

Hoewel hun ouders rijk waren, kregen de kinderen uit de hoogste klasse meestal geen snoep of andere zoetigheden.
In Downton Abbey komen de jonge kinderen in slechts weinig scènes voor, en dat klopt met de realiteit. Begin 20e eeuw zagen kinderen van de hoogste klasse hun ouders het grootste deel van de dag niet.
Er werd een heel leger aan gouvernantes ingehuurd om voor de kleintjes te zorgen en hen te leren zich netjes en beleefd te gedragen, zodat ze ooit hun plaats in de elite konden innemen. De kinderen brachten veel tijd door op hun eigen kamer en in de kleine klaslokalen van het kasteel, waar ze les kregen van een privéleraar.
Vaak zagen de kleintjes hun ouders maar één à twee uur per dag, als ze een wandeling gingen maken in het park of naar bed werden gebracht. Naarmate de kinderen ouder werden, kwam er meer contact. Tieners mochten bijvoorbeeld met hun moeder lunchen als er geen bezoek was.
Snoepen was er ook niet bij. Bonbons, vers fruit, vet gebak en snoep werden tot een minimum beperkt, omdat men dacht dat dit slecht was voor de spijsvertering van het kind – en voor de moraal.

Met kerst was het extra hard werken. Daarom kreeg het personeel op tweede kerstdag een cadeau van de familie.
12. Boxing Day was dé dag voor het personeel
In de kerstaflevering van Downton Abbey gaan de bedienden op tweede kerstdag in een rij staan, waarna ze een voor een een cadeau krijgen van Cora Crawley, de gravin van Grantham. Deze dag was heel bijzonder voor het personeel van grote landgoederen. Het was traditie dat de bedienden dan geheel of gedeeltelijk vrij kregen na de zware werkdagen rond kerst – vooral eerste kerstdag, als het personeel tot laat op de avond port moest serveren nadat de kalkoen was verorberd.
Als dank voor hun werk in het afgelopen jaar gaf de familie de bedienden persoonlijk een christmas box, die ze op hun vrije dag konden meenemen naar hun eigen familie. In de doos zaten een cadeautje, restjes van het kerstmaal en een kleine bonus. Op sommige plekken werd het gebruik uitgebreid tot het hele landgoed en kregen ook de armen in het dorp een cadeau.
De Britten noemen tweede kerstdag nog steeds Boxing Day. Die naam verwijst naar de christmas box die het personeel op deze dag kreeg van zijn werkgever.
13. Veel landgoederen redden het niet

Mentmore Towers – eigendom van de familie Rothschild – is een van de vele landhuizen die in de 20e eeuw hun deuren sloten.
Robert Crawley verzet zich tegen verandering op Downton Abbey, maar beseft uiteindelijk dat er toch iets moet gebeuren om het landgoed te redden. Na de Eerste Wereldoorlog kwam er een einde aan de bloeitijd van de landgoederen. Het geld van de elite ging langzaam op aan belastingen, en door dalende pachtinkomsten kon de landadel het luxe, bevoorrechte leven van de eeuwen daarvoor steeds moeilijker handhaven.
Toen in de jaren 1930 de Grote Depressie toesloeg, waren de kastelen te duur in onderhoud geworden en werden de grootse landgoederen in groten getale opgegeven. In de jaren 1950 raakte de neergang in een stroomversnelling en sloot er gemiddeld één groot landgoed per week.
Highclere Castle heeft op dit moment geen geldproblemen. Net als bij veel andere kastelen die nog bestaan, leven de huidige eigenaren van het organiseren van bruiloften en feesten. En dankzij Downton Abbey krijgt Highclere in het hoogseizoen dagelijks bezoek van 14.000 toeristen.
MEER OVER LANDGOEDEREN EN DOWNTON ABBEY
Jessica Fellowes, Downton Abbey: Een terugblik, Kosmos Uitgevers, 2015
Tessa Boase, The Housekeeper’s Tale: The Women Who Really Ran the English Country House, Aurum Press, 2014