Op 15 april 1532 drommen honderden mannen, vrouwen en kinderen samen op het plein Smithfield in het westen van Londen. Dat is niet ongebruikelijk, want op het plein is het steevast druk tijdens marktdagen en de vele feestdagen in het katholieke Engeland.
Vandaag zijn de inwoners echter niet naar Smithfield gekomen om boodschappen te doen, maar om eens lekker te gruwelen. De kok Richard Roose is op bevel van de koning naar het plein gebracht om zijn straf te ontvangen. Hendrik VIII voert vaker executies uit op het plein, en er worden dan ook regelmatig mensen onthoofd, levend begraven of verbrand.
Toch moeten de belangstellenden even met hun ogen knipperen als ze het grote vat met een kokende, borrelende vloeistof zien. Boven het vat hangt Roose aan touwen met ijzeren kettingen, en de toeschouwers huiveren als de beul de kok langzaam in het ziedende vocht laat zakken.
Richard Roose is veroordeeld wegens vergiftiging van zijn heer, en zijn straf is het hoogtepunt van een van de beroemdste moordmysteries van de middeleeuwen.
‘Roose zette het op een brullen, en verscheidene zwangere vrouwen werden misselijk bij de aanblik en werden meer dood dan levend afgevoerd.’ Ooggetuige van de executie
Toeschouwers werden misselijk
In de regeertijd van de beruchte Hendrik VIII werden volgens historici tegen de 70.000 mensen terechtgesteld. Maar de executie van Richard Roose was zelfs voor Hendriks doen zeer wreed.
Volgens getuigen schreeuwt de kok het uit als de beul hem langzaam in de kokende vloeistof laat zakken. Een anonieme bron schreef: ‘Roose zette het op een brullen, en verscheidene zwangere vrouwen werden misselijk bij de aanblik en werden meer dood dan levend afgevoerd.’
De executie duurt zo’n vier uur, en een kroniek beschrijft hoe de beul Roose ‘drie keer laat zakken en weer ophijst, tot hij dood is’.
De toeschouwers op het plein zijn best wat gewend, maar na afloop zeggen ze tegen elkaar dat het toch wel prettig was geweest als de beul op deze lentedag ‘gewoon’ zijn bijl had gehanteerd.
Richard Roose krijgt de zwaarst denkbare straf, hoewel zijn vermeende misdaad niet plaatsvond in het koninklijk paleis en de vorst zelf nooit in gevaar was.

Smithfield lag aan de rand van Londen en was eeuwenlang het toneel van veemarkten én terechtstellingen.
Gasten worden vergiftigd
Het verhaal van Richard Roose en de poging tot moord op zijn heer, de bisschop van Rochester, begint een jaar eerder, wanneer bisschop John Fisher een diner organiseert. Op tafel staan gerechten die Roose heeft bereid, en de gasten laten het zich goed smaken.
Maar nadat ze van de pap hebben gegeten, zijgen twee aanwezigen met hevige pijnen ineen, en korte tijd later sterven ze. De bisschop zelf overleeft het omdat hij vast, en het eten aan zich voorbij laat gaan.
Richard Roose wordt meteen verdacht van het vergiftigen van het eten en naar de beruchte Tower of London gebracht. Voor buitenstaanders is het gissen naar het motief: Roose heeft er geen baat bij om zijn heer te doden, en hij ontkent aanvankelijk dan ook de misdaad te hebben gepleegd.
Vervolgens neemt de zaak een bijzondere wending: Hendrik VIII bemoeit zich persoonlijk met de verhoren en laat Roose op wrede wijze martelen. Het gebeurt bepaald niet elke dag dat de koning zich mengt in dit soort zaken.

De schenk moest eten en drinken naar de koning brengen wanneer de voorproever zijn werk had gedaan. Hij werd begeleid door lijfwachten van de koning.
Alles werd onderzocht op gif
Aan het hof moest de voorproever niet alleen het eten controleren: ook bestek, tafellakens en kussens moesten geïnspecteerd worden op gif.
Richard Roose blijft lang ontkennen, maar uiteindelijk breekt de kok op de pijnbank en bekent hij schuld aan alles waar hij van verdacht wordt.
Dit is precies waar de folteraars en de koning op zaten te wachten. Nu kunnen ze de zaak als opgehelderd beschouwen.
Normaal mogen rechters de strafmaat bepalen, maar opnieuw bemoeit Hendrik VIII zich ertegenaan. En het vonnis dat hij velt, liegt er niet om: de kok moet langzaam levend gekookt worden. Het is een lugubere knipoog naar het beroep van de veroordeelde. Niet veel later beginnen de voorbereidingen.
Koning is als de dood voor gif
Mogelijk was de wrede straf van Richard Roose ingegeven door de algemene angst voor vergiftiging.
In de koninklijke keukens werkten honderden mensen, en koks, slagers en bakkers produceerden elke dag grote hoeveelheden eten. De ingrediënten werden onder andere geleverd door particuliere tuiniers en jagers, en er hoefde maar één kwaadwillende tussen te zitten om de koning te vergiftigen.

Vlees en specerijen waren alleen voor de rijken. Uit documenten blijkt dat Britse edelen gemiddeld ruim een kilo vlees per dag aten.
Gasten kregen fabeldieren voorgezet
Taarten met levende kikkers en geroosterde pauw stonden op het menu van de middeleeuwse rijken.
De angst voor vergiftiging was grotendeels onterecht, want er is uit de Europese middeleeuwen geen geval van gifmoord op een koning bekend. Maar toen de Italiaan Girolamo Ruscelli een boek publiceerde met tips voor vorsten om zich tegen vergiftiging te beschermen, werd dit een bestseller in hogere kringen en was iedereen bang.
Volgens Ruscelli moest een vorst geen maaltijden eten die zeer zoet of sterk smaakten, want de bitterheid en onaangename geur van het gif konden daardoor worden gecamoufleerd.
Ook Ambroise Paré, de lijfarts van de Franse koning Hendrik III, waarschuwde voor gif. In een document schreef hij: ‘U dient vooral uit te kijken met vlees dat is bereid met veel zoet, zout of zuur, of een andere opvallende smaak heeft.’ Het advies van Paré aan zijn vorst luidde: ‘Eet en drink niet te gulzig, en let goed op de smaak van hetgeen u eet of drinkt.’
De poging om de bisschop van Rochester te vergiftigen, leidde tot een enorme paranoia onder de Engelse adel en geestelijkheid. Ze namen massaal voorproevers en lijfwachten in de arm, wat tot dan toe vooral iets van koningen was geweest.
‘U dient vooral uit te kijken met vlees dat is bereid met veel zoet, zout of zuur, of een andere opvallende smaak heeft.’ De Franse hofarts Ambroise Paré
Koning wordt verdacht van moord
De wijdverbreide angst voor vergiftiging plaatste de koks in een kwetsbare positie. Het lag voor de hand te denken dat Richard Roose achter de gifmoorden tijdens het diner van bisschop John Fishera zat.
Hij was verantwoordelijk voor de bereiding van de dodelijke pap en nam de benen toen de twee gasten waren bezweken. Soldaten troffen hem niet veel later aan in zijn huis.
Het probleem voor historici van nu is dat Richard Roose geen enkel motief had om zijn heer te willen vermoorden. Hij zou zijn baan zijn kwijtgeraakt en kon weten dat de kans groot was dat hij terechtgesteld zou worden.
Daarom vermoeden experts dat er heel iemand anders achter de moorden zat: de koning in hoogsteigen persoon.
Zout en honing hielden eten jarenlang goed
Conservering met suiker en zout was een favoriete truc van de kok om het eten lang houdbaar te maken.
Bisschop weigert echtscheiding
Al in die tijd gonsde het van de geruchten dat Hendrik zelf opdracht had gegeven voor de moord op bisschop John Fisher.
Fisher was de religieuze leermeester van de jonge Hendrik geweest, en met zijn plannen de katholieke kerk te hervormen had de koning geen vrienden gemaakt onder de geestelijkheid.
De bisschop was zo machtig dat de Engelse koningin Catharina van Aragon hem inhuurde als verdediger toen Hendrik VIII zich van haar wilde laten scheiden. Fisher weigerde tot ergernis van Hendrik het huwelijk nietig te verklaren en zei: ‘Net als Johannes de Doper ben ik bereid te sterven voor de eeuwigheid van het huwelijk.’
Ook verzette de bisschop zich hevig tegen een nieuwe wet die Hendrik aan het hoofd van de Engelse kerk zou plaatsen. Een paar dagen vóór de poging tot moord tijdens het diner werd de wet ondertekend en werden de religieuze bevoegdheden van de koning fors uitgebreid.

John Fisher was bisschop van Rochester en de ‘buldog’ van de katholieke kerk. Daardoor kreeg hij het aan de stok met kerkhervormer Hendrik VIII.
Hendrik had dus alle reden om van John Fisher af te willen, maar toen de moordpoging mislukte, moest hij een zondebok hebben. Richard Roose lag voor de hand.
Historici denken dat de koning de zaak snel wilde sluiten door een bekentenis af te dwingen en een ongekend zware straf op te leggen. Zo moesten speculaties over zijn betrokkenheid in de kiem worden gesmoord.
Het vermoeden dat de koning iets met de zaak te maken had, werd drie jaar later nieuw leven ingeblazen. In 1535 weigerde John Fisher opnieuw Hendrik VIII te erkennen als hoofd van de Engelse kerk. In de drie jaar die waren verstreken, had de katholieke kerk sterk aan invloed ingeboet, en daarom durfde de koning de confrontatie met zijn grootste tegenstander aan. Hij beval de arrestatie en executie van de bisschop.
Deze keer zwaaide de bijl van de beul niet op Smithfield, maar achter de muren van de Tower – waarschijnlijk om onlusten te voorkomen na de executie van een van de belangrijkste geestelijken van het land.