JoJan
Grotschildering in Lascaux

Amateurarcheoloog ontcijfert taal van holbewoners

Deze sensationele ontdekking dateert de geschreven geschiedenis duizenden jaren eerder – en beschrijft, letterlijk, de geschiedenis van de mens.

Toen hoogleraar Paul Pettitt van de Durham University in Groot-Brittannië benaderd werd door amateurarcheoloog Ben Bacon, overwoog hij om hem te negeren. Bacon meende bewijs te hebben gevonden dat de grotschilderingen van de jagers uit de ijstijd, meer dan 20.000 jaar geleden, een soort geschreven taal bevatten – een gekke bewering, want historici meenden dat de vroegste vorm van schrift pas rond 7000 v.Chr. in China verscheen.

Gelukkig nam Pettitt Bacon toch serieus, want verbazingwekkend genoeg bleek hij gelijk te hebben.

Samen met een team van archeologen en historici analyseerde Bacon grotschilderingen uit minstens 400 grotten in heel Europa, waar de grotbewoners stippen en lijnen gebruikten als een vorm van geschreven taal.

‘Het toont aan dat jager-verzamelaars uit de ijstijd als eersten een systematische kalender gebruikten, om belangrijke gebeurtenissen in het ecosysteem blijvend te markeren,’ vertelt Pettitt.

Voorbeelden van geschreven taal in grotschilderingen

Volgens de onderzoekers vormen de stipjes en streepjes op duizenden grotschilderingen een maankalendersysteem dat nauwkeurig de paarseizoenen van de prooidieren vastlegde.

© Bacon et.al.

Puntjes en streepjes vormden kalender

Op grottekeningen van prooien van jagers uit de ijstijd vond het team streepjes en stipjes die een maankalender bleken te vormen, waarop stond wanneer de verschillende dieren zouden paren, en een Y-achtig teken gaf aan wanneer ze bevielen.

‘We hebben kunnen bewijzen dat deze mensen – die verbazingwekkende kunst achterlieten in grotten in Lascaux (Frankrijk) en Altamira (Spanje) – ook een kalendersysteem achterlieten dat uiteindelijk veelvuldig zou worden gebruikt door onze soort,’ legt Pettitt uit.