500 jaar voedselschandalen: van arsenicumsnoep tot blauwe melk
Hamstervet, rattenpoep, lood, urine en arsenicum. Allerlei sjoemelaars hebben ons voedsel in de loop der tijden 'verrijkt' om er meer geld aan te verdienen. Lees meer over de grofste voedselschandalen in de geschiedenis.

Het snoepschandaal werd verbeeld in cartoons in de Londense kranten.
Giftig snoep: Pastilles met arsenicum
- Engeland, 19E eeuw
Gewetenloze Londense snoepfabrikanten mochten levensgevaarlijke ingrediënten gebruiken.
In 1831 werd een vermoeden bevestigd dat al lang bij de Londenaren leefde: het snoep van de stad zat vol rotzooi.
De arts William Brooke O’Shaughnessy leverde het bewijsmateriaal: hij kocht grote hoeveelheden van het kleurrijke snoep in de Londense winkels.
Uit de scheikundige analyses van O’Shaughnessy bleek dat de rode snoepjes, die vaak de vorm van een aardbei of een appel hadden, veelal bewerkt waren met lood of kwik. Het groene snoep zat vol koper, en het gele bevatte guttegom, een kleurstof waarmee kleding geverfd werd.
Maar de Britse regering wilde zich niet met de vrije markt bemoeien en stond de verkoop van het giftige snoep aan kinderen toe, tot er in 1858 een regelrechte ramp plaatsvond.
Een snoephandelaar die ‘Humbug-Billy’ genoemd werd, toog zoals elke dag naar de markt om zijn pepermuntjes te verkopen. Hij had een goede dag en sleet meer dan 2,5 kilo, maar binnen een etmaal overleden 20 klanten na een zware aanval van kramp, diarree en overgeven, en 200 anderen werden ernstig ziek.
De oorzaak was al snel gevonden: de pepermuntjes zaten vol met het levensgevaarlijke arsenicum. De man die de snoepjes had gemaakt, Joseph Neal, had zijn assistent naar de apotheek gestuurd om nepsuiker te halen.
De apotheker had hem zelf de kelder in gestuurd om de bestelling bij elkaar te zoeken, en de assistent had zich vergist en per ongeluk vijf kilo arsenicum meegenomen – genoeg om 20.000 mensen te doden.
De nasleep: De Britse politiek zag de ernst van de situatie in en voerde wetten in naar aanleiding van dit schandaal.