Echte mannen dragen rokken. Zo was het eeuwenlang in Europa.
Volgens de oude Grieken waren mannen met een broek barbaren, want hun aartsvijanden – de Perzen – droegen een broek.
Tot ver in de geschiedenis zat de broek in het verdomhoekje, maar ten slotte moesten ook de snobs eraan geloven.
Vooral in een oorlog was een broek een voordeel. Een rok was nogal onhandig – bijvoorbeeld op de rug van een paard – en te tochtig, zeker als de soldaten in kille streken verzeild raakten.
De laatsten die de jurk droegen, waren kleine jongetjes. Tot begin 20e eeuw liepen ze in japonnen met kant. De doopjurk stamt ook nog uit de tijd dat jongens jurken droegen.