Henry Ford moest zijn antisemitische opvattingen inslikken, Gandhi bracht het Britse Rijk op de knieën en de Spelen in Moskou werden bijna gehalveerd. Reis mee terug naar acht gevallen waarin een boycot machthebbers klein kreeg en de loop van de geschiedenis veranderde.
Boycot is genoemd naar Ierse kapitein
De afgezwaaide Ierse kapitein Charles Boycott werd in 1873 rentmeester van de graaf van Erne in West-Ierland. Hij moest het landgoed beheren en zorgen voor een optimale opbrengst.
In 1879 mislukte de oogst. Er dreigde hongersnood, en de verarmde Ierse boeren die land van de graaf pachtten, vroegen hem de pacht te verlagen. Dat vond de graaf niet nodig, en Boycott moest degenen die niet konden betalen uitzetten.
Lokale leden van de Irish National Land League, die zich inzetten voor betere omstandigheden voor de boeren, gingen in de tegenaanval. Opeens weigerden winkels zaken te doen met de kapitein, die ook geen seizoenarbeiders kon vinden voor de oogst. Hij was geboycot.
Charles Boycott moest hulp inhuren van elders in het land, en de kwestie trok landelijk veel aandacht. De ingehuurde arbeiders moesten zelfs werken onder bescherming van soldaten.

De boycot is genoemd naar de rentmeester Charles Boycott.
Theediefstal bracht rijk op de knieën
Een van de beroemdste én effectiefste boycots vond plaats in Amerika in 1773. De oorlog tegen de indianen en de Fransen had een wissel getrokken op de staatskas van de Britse koloniale overheersers, en het parlement besloot een nieuwe belasting te heffen in de Amerikaanse koloniën – eerst op alle soorten papier, later ook op verf, glas, lood en thee.
De kolonisten kwamen in opstand en de Britten moesten inbinden. Alle belastingen werden teruggedraaid, behalve die op thee. Maar de kolonisten waren nog niet tevreden. Ze boycotten de thee van de Britse Oost-Indische Compagnie en smokkelden thee van Hollandse kooplieden het land in.
De boycot liep uit op de beroemde Boston Tea Party op 16 december 1773, toen kolonisten verkleed als Mohawkindianen de Britse vrachtschepen Dartmouth, Eleanor en Beaver bestormden en de complete lading thee, 342 kratten, in de haven gooiden. De actie was het begin van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.

Amerikaanse kolonisten gooiden Britse thee in de haven.
Boycot maakte einde aan racistische wet
Toen de 42-jarige Rosa Parks in 1955 in Montgomery, Alabama weigerde haar plaats af te staan aan een andere buspassagier, zette ze een kettingreactie in gang. Rosa Parks was zwart, en volgens de wet moest ze haar plaats afstaan aan een witte persoon als er niet genoeg plek was in de bus.
De buschauffeur was woest, maar Parks bleef koppig zitten tot ze door twee politieagenten werd meegenomen. De arrestatie leidde tot grote verontwaardiging in de lokale Afro-Amerikaanse gemeenschap, die opriep tot een boycot van de busmaatschappij. De actie werd mede georganiseerd door een jonge Martin Luther King. Duizenden mensen stapten niet meer in de bus, ook al moesten ze daardoor elke dag kilometers lopen.
De busmaatschappij voelde de boycot al snel, want 75 procent van haar passagiers was zwart. Op 13 november 1956 verklaarde het Amerikaanse Hooggerechtshof rassenscheiding ongrondwettig, en de boycot eindigde ongeveer een maand later. Toen was de busmaatschappij bijna failliet.

Rosa Parks werd gearresteerd toen ze in de bus niet wilde opstaan voor een witte persoon.
Henry Ford moest zijn woorden inslikken
‘De joden zijn de schuld van de oorlog, van de overvallen overal in het land, van de onbekwaamheid van de marine ...’ Het lijken wel teksten uit nazi-Duitsland, maar ze werden in 1919 uitgesproken door de beroemde autofabrikant Henry Ford.
Antisemitisme was na de Eerste Wereldoorlog wijdverbreid in de VS, en Ford was daarin bijzonder uitgesproken. Zo beschuldigde de verklaard pacifistische zakenman joodse bankiers ervan een financieel belang te hebben bij het verlengen van de oorlog.
In 1918 kocht hij zijn eigen krant, The Dearborn Independent, waarin een lange reeks artikelen verscheen over de ‘joodse samenzwering’. maar de serie werd niet door iedereen goed ontvangen. Steeds meer liberalen protesteerden samen met de joodse gemeenschap in de VS.
Uiteindelijk leidde de serie tot een landelijke boycot van Fords auto’s, en in 1927 moest hij de krant sluiten en zijn excuses aanbieden.

In een lange artikelenserie haalde Fords krant de joden neer.
Gandhi weigerde Brits zout te kopen
In 1930 kwam Groot-Brittannië weer in de problemen door een impopulaire belasting – en weer leidde dit tot de zelfstandigheid van een kolonie.
In 1882 verboden de Britten de Indiërs zelf zout te winnen. Ze moesten het essentiële mineraal kopen van Groot-Brittannië. Burgerrechtenactivist Mahatma Gandhi besloot het Britse zoutmonopolie te boycotten en riep op tot satyagraha, burgerlijke ongehoorzaamheid.
Met 78 aanhangers ondernam hij een mars van bijna 400 kilometer naar de zoutziederij in de kustplaats Dandi. Tijdens de 24 dagen lange zoutmars sloten duizenden mensen zich erbij aan, en toen Gandhi in Dandi aankwam, was het verhaal over de mars en de Indiase eis van onafhankelijkheid inmiddels wereldnieuws.
Wat begon als een zoutboycot, groeide uit tot een massale boycot van Britse producten in heel India. Pogingen van Groot-Brittannië om het vreedzame protest met geweld neer te slaan, mislukten. De koloniale overheerser raakte geleidelijk zijn greep op India kwijt, en in 1947 werd het land onafhankelijk.

Gandhi leidde de 400 km lange mars naar de zee – en naar het zout dat de Indiërs niet zelf mochten winnen.
Boycot moest Israël wurgen
Een van de langst lopende boycots in de geschiedenis begon in 1945. Het doelwit was de toekomstige staat Israël. Na de Tweede Wereldoorlog zouden de honderdduizenden ontheemde joden een eigen land krijgen in het toenmalige Palestina – iets waartegen de buurlanden fel protesteerden.
Om de jonge natie in de kiem te smoren, besloten de toenmalige lidstaten van de Arabische Liga (Egypte, Irak, Jordanië, Libanon, Saoedi-Arabië en Syrië) alle betrekkingen, met name handelsbetrekkingen, met Israël te boycotten. En ze riepen andere Arabische landen op hun voorbeeld te volgen.
Toen Israël in 1948 als zelfstandige natie werd gesticht, volgden ook boycots van niet-Israëlische bedrijven die handel dreven met Israël – en zelfs van bedrijven die handel dreven met bedrijven die handel dreven met Israël.
Egypte was in 1980 het eerste Arabische land dat de boycot opgaf. Sindsdien hebben alle Arabische landen behalve Syrië de boycot in de praktijk opgeheven.

Sinds 1945 is Israël een populair doelwit van boycots, vooral door Arabische landen.
Hele wereld liet Nestlé vallen
Tussen 1977 en 1984 was het Zwitserse levensmiddelenconcern Nestlé het doelwit van een wereldwijde consumentenboycot.
Nestlé voerde al jaren een agressieve marketing voor flesvoeding in vooral derdewereldlanden. Zo kregen moeders na de bevalling monsters met poedermelk mee naar huis, en in een aantal gevallen zouden artsen tegen betaling moedermelkvervangers hebben gepromoot.
Kinderwelzijnsorganisaties in de VS wezen erop dat dit niet alleen onethisch was, maar ook schadelijk voor de gezondheid, omdat borstvoeding altijd beter zou zijn dan flesvoeding. Daarbij hadden de moeders lang niet altijd toegang tot schoon water, waarmee de poedermelk moest worden vermengd, en konden ze zelden de instructies lezen.
Toen het verhaal naar buiten kwam, begonnen de Amerikaanse organisaties een boycot, die wereldwijd werd opgepikt. De boycot eindigde in 1984, toen Nestlé ermee instemde de nieuwe gedragscode van de Wereldgezondheidsorganisatie te volgen.

Nestlé kwam onder vuur te liggen toen het levensmiddelenconcern onethisch te werk ging om babyvoeding te verkopen in derdewereldlanden.
65 landen boycotten Spelen
In 1979 viel de Sovjet-Unie Afghanistan binnen. Het jaar erop zou in Moskou de 19e editie van de Olympische Spelen worden gehouden. De Amerikaanse president Jimmy Carter veroordeelde de invasie en riep op tot een boycot van de Spelen als de Russen hun troepen niet vóór 23 februari 1980 zouden terugtrekken.
Dit deden ze niet, waarop de VS en 64 andere landen het internationale sportevenement boycotten. Nederland hoorde daar niet bij: in mei 1980 zegde het Nederlands Olympisch Comité (NOC) toe wel te gaan.
13 van de deelnemende landen toonden hun sympathie voor Afghanistan door de Olympische vlag te voeren in plaats van hun eigen vlag. Andere, waaronder Nederland, namen niet deel aan de openingsceremonie of met slechts één vlaggendrager.

Ruim 60 landen ontbraken bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen van 1980 in Moskou.