Bizarre adviezen moesten leiden tot welopgevoede kinderen

Duimzuigen leidt tot moreel verderf, natte schoenen zijn goed voor het immuunsysteem en hygiëne schaadt de intelligentie. De goeie ouwe tijd kende talloze adviezen voor jonge ouders – die niet allemaal even effectief waren.

Volgens kinderarts Lindner waren seksualiteit en duimzuigen nauw met elkaar verbonden.

© Jahrbuch für Kinderheilkunde

Ledematen: Rustig en recht dankzij inbakeren

Een baby inzwachtelen en aan een spijker aan de muur hangen klinkt voor ons als kindermishandeling.

Maar uit archeologische vondsten blijkt dat inbakeren al gebruikelijk was sinds 4000 v.Chr. Het bekendste voorbeeld is Jezus, die volgens het Evangelie van Lucas in doeken gewikkeld in een kribbe werd gelegd.

Voor nomaden uit het Midden-Oosten en Azië was het praktisch om baby’s in een bundeltje te vervoeren. In het Westen dacht men dat een kind zo rustig bleef en gelijkmatig zou groeien.

In de 16e eeuw zag de Zwitserse chirurg Felix Würtz dat kinderen soms zo strak werden ingebakerd dat hun benen na verloop van tijd misvormd raakten. Maar pas in de 18e eeuw kwam de inbakermethode echt onder vuur te liggen.

Zo schreef de filosoof Jean-Jacques Rousseau in 1762: ‘In landen waar inbakeren gemeengoed is, wemelt het van de bochelaars en kreupelen, en hebben talloze mensen verschrompelde ledematen.’

Stijf inbakeren raakte ten slotte uit de mode, maar voorzichtig inbakeren gebeurt nog steeds en komt de laatste jaren in het Westen meer op.

In de 16e eeuw werden baby’s de eerste maand helemaal ingebakerd. De armen mochten daarna vrij.

© Bridgeman

Tanden: Zout en honing op tandvlees van baby

Sommige baby’s krijgen al na drie maanden tanden, bij andere duurt het een jaar. Maar in de middeleeuwen bestond het wijdverbreide misverstand dat de taalvaardigheid van een kind samenhing met het moment dat het eerste tandje zich aandiende.

Als de melktanden op zich lieten wachten, maakten de ouders zich dan ook grote zorgen.

Gelukkig bestonden er allerlei adviezen voor de verontruste ouders. Ze konden bijvoorbeeld het babytandvlees insmeren met zout en honing. En als dat niet afdoende bleek, waren er altijd nog wolventanden.

Volgens de middeleeuwse deskundigen hielp een rij wolventanden melktanden op weg en zorgden ze ervoor dat de tanden net zo sterk en wit werden als die van een wolf.

Als de tanden op zich lieten wachten, zette men honing in.

© Bridgeman

Moraal: Vinger in de mond was verderfelijk

Duimzuigen is voor baby’s natuurlijk gedrag, maar in 1878 sprak de Amerikaanse arts Thomas Chandler zich er fel tegen uit. ‘Er is niets dat zo veel schade toebrengt aan de kaak en de positie van de tanden’, zo schreef hij in een geneeskundig tijdschrift.

Het idee verspreidde zich, en een jaar later bracht de Duitse kinderarts S. Lindner een wetenschappelijke studie uit naar 69 baby’s.

Hij stelde vast dat duimen niet alleen misvorming tot gevolg had, maar ook een seksuele handeling was die leidde tot masturbatie – een zeer ernstige zaak in de 19e eeuw.

In 1925 schreef de psycholoog James Mursell verslaving aan tabak en alcohol toe aan duimzuigen, en tot halverwege de 20e eeuw werd ouders aangeraden duimen tot elke prijs te voorkomen.

Bijvoorbeeld door de handjes aan de wieg te binden of het kinderduimpje in te smeren met een stinkend goedje.

Ook was er een aluminium babyhandschoentje in omloop, dat in 1914 werd aanbevolen door de Amerikaanse kinderarts C.G. Kerley. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat duimzuigen allerlei positieve eigenschappen heeft.

Afweersysteem: Met blote voeten in de sneeuw

In 1693 verscheen het boek Some Thoughts Concerning Education van de Engelse filosoof John Locke, dat 100 jaar lang een enorme invloed op de opvoeding zou blijven hebben.

Locke waarschuwde ouders hun kinderen in de winter niet te warm te kleden, en raadde hen aan de voeten van hun zoontjes elke dag in ijswater te wassen.

Kinderen moesten met blote voeten of op dunne schoenen door de sneeuw lopen. Want als ze als kind blootstonden aan kou, werden ze als volwassene minder snel verkouden.

John Locke had een grote invloed op de opvoeding van kinderen.

© Mary Evans

Intelligentie: Vuil kind werd slimme volwassene

Vóór de 18e eeuw hechtten artsen en ouders weinig belang aan persoonlijke hygiëne. Het was zelfs een gangbaar bijgeloof dat vuil bescherming bood tegen ziekte en ongeluk.

In de regio Haut-Vivarais in Frankrijk was het algemeen bekend dat kinderen van wie het hoofd werd gewassen, achterlijk werden. Een laag vuil op de fontanel van een baby beschermde ook tegen klappen of een val.

Het was in dit gebied niet gebruikelijk om de nagels en het haar te knippen van kinderen die minder dan een jaar en een dag oud waren. Dat zou het spraakvermogen belemmeren en de kinderen onbetrouwbaar maken.

Veel moeders wasten ook geen plasluiers, omdat ze dachten dat urine een geneeskrachtige werking had. Ze droogden de luiers daarom alleen.

Hygiëne werd lang beschouwd als iets schadelijks.

© Mary Evans

Kinderen zwoegden in kolenmijnen

Eind 18e eeuw werkten kinderen als mijnwerkers diep onder de Engelse grond om de zwarte kolen te winnen waar de industrialisatie op draaide.

Kinderen moesten meestal de houten luiken tussen de verschillende secties van de mijn bedienen. Maar het grootste deel van de tijd ging op aan wachten – helemaal in hun eentje in de diepe duisternis.

Lees het hele verhaal over de beroerde arbeidsomstandigheden voor kinderen hier