10 zwendelpraktijken waar de hele wereld intrapte
’s Werelds knapste geschiedvervalsers waren uit op geld, eer en roem. Of ze droomden ervan ieders kijk op de geschiedenis te veranderen. IJverig en vindingrijk als ze waren vervalsten ze dagboeken en kunstwerken, schedels en gedenkplaten, foto’s en ‘bewijzen’ van gebeurtenissen die nooit plaatsvonden.

Met standbeelden, foto's en gefabriceerde bewijzen werd de geschiedenis honderden jaren vervalst.
1. Constantijns akte: Kerk steelt Rome
In de 8e eeuw kreeg de paus Rome en omgeving in handen via een valse akte. Toen de fraude na 800 jaar aan het licht kwam, was het te laat.
In 756 droeg de Frankische koning Pepijn Rome over aan de katholieke kerk. Om zich in te dekken tegen claims had de paus bewijzen nodig dat de kerk wettelijk recht had op de stad.
Als door een wonder vond men datzelfde jaar in het pauselijke archief een 400 jaar oude schenkingsakte van de Romeinse keizer Constantijn de Grote.
Hieruit bleek dat de keizer in 330 n.Chr. de heerschappij over Rome en het westelijk deel van het rijk had overgedragen aan de paus, als dank voor het feit dat paus Silvester hem van zijn melaatsheid had genezen.
Dus Pepijn wilde de kerk gewoon haar rechtmatige eigendom teruggeven.
Ondanks protesten was de schenkingsakte van kracht en bouwde de kerk verder aan Vaticaanstad. In Rome kwamen er steeds meer kantoren, kloosters en kerken bij en de paus consolideerde zijn macht.
De schenkingsakte bleef echter dubieus. In de Renaissance, toen de gevestigde kerkelijke dogma’s onderwerp waren van debat, bestudeerde de Italiaanse humanist Lorenzo Valla de akte en kwam erachter dat die anachronismen bevatte.
Hoe kon Constantijn bijvoorbeeld kerken in Rome noemen die in het jaar 330 nog niet eens gebouwd waren?
Het Vaticaan slaagde erin de Pieterskerk af te bouwen voordat in de 17e eeuw werd bewezen dat de akte vals was.
De kerk moest toegeven dat de gulheid van de keizer niet gestaafd werd door enig document. De schenkingsakte werd vermoedelijk rond 756 opgesteld door geestelijken in dienst van de paus. Overigens is Constantijn nooit melaats geweest.