Kerstbal levert miljoenen op
Kerstballen zijn afkomstig uit Lauscha in Zuidoost-Duitsland. Deze plaats was al sinds de 16e eeuw bekend vanwege zijn glasfabrieken die onder andere glazen ogen produceerden.
In 1597 begon een van de fabrikanten eenvoudige ronde glasballen te maken. De grote omslag vond echter plaats toen de Amerikaanse winkelmagnaat Frank Woolworth een bezoek bracht aan Lauscha.

Kerstballen zijn de meest populaire kerstversiering.
Hij werd overgehaald om een partij ballen te kopen, ook al was hij bang dat zijn klanten het niets zouden vinden.
De eerste partij vloog echter de winkels uit en was dezelfde dag al uitverkocht. Rond 1890 verkocht Woolworths voor ruim 25 miljoen dollar per jaar aan kerstballen.

Deze afbeelding van Maarten Luther die kerst viert bij een boom, stamt uit de 19e eeuw.
De versierde boom gaat de wereld over
De geschiedenis van de kerstboom is lang en in raadsels gehuld. Volgens de mythe werden de eerste bomen in de Baltische staten opgezet, waarna Europa langzaamaan de traditie overnam.
1510
Eerste boom stond in Riga
In 1510 stond er een versierde boom in Riga, Letland. Die wordt gezien als de eerste kerstboom ooit.
De Esten beweren echter dat handelaren in Tallinn een jaar eerder al een boom hadden versierd.
1536
Luther zet de boom binnen
Een hardnekkige mythe beweert dat Maarten Luther voor de kerst in 1536 een boom in zijn huis zette en deze versierde.
Er zijn diverse bronnen over kerstbomen in het 16e-eeuwse Duitsland, maar het Luther-verhaal is er daar niet een van – het komt uit een kinderboek uit de 19e eeuw.
1774
Duitsers tuigen de boom op
De kerstboom verspreidde zich in de 18e eeuw over Duitsland.
Velen vonden hem godslasterlijk, maar dit veranderde toen Johann Wolfgang von Goethe de boom in 1774 beschreef in zijn bekendste werk, Die Leiden des jungen Werthers.
1840
De boom bij ons
Vrijzinnig protestanten introduceerden de kerstboom halverwege de 19e eeuw in Nederland.
Dankzij de vele zondagsscholen die in deze tijd werden opgericht tijdens het zogeheten Réveil, raakte het gebruik bekend bij het grote publiek, ondanks aanvankelijk verzet van de katholieke kerk.
1850
Koninklijke kerst
De kerstboom was populair bij de Engelse koninklijke familie.
Toen een Amerikaans damesblad in 1850 een reportage schreef over de kerstviering bij koningin Victoria en haar man prins Albert, werd de boom plots mode in grote steden als New York.
1900
Kerst bereikt Japan
Het keizerrijk Japan sloot zich honderden jaren af voor de buitenwereld, maar rond 1860 kregen Amerikaanse zendelingen toestemming om het christendom te verspreiden in het land. Zij brachten de kerstboom naar Japan.
Japanners hingen traditionele westerse decoraties in hun bomen, maar ook lokale versieringen, zoals origami – figuurtjes die van papier worden gevouwen.

1917
Sovjets verbieden boom
De kerstboom kwam zo rond 1840 naar Rusland, waar hij populair was bij de adel.
Na de revolutie in 1917 wilden de nieuwe machthebbers alles afschaffen wat met religie te maken had. Dus ook kerst en de kerstboom.
De kerstviering werd vervangen door een feestdag voor Komsomol, de communistische jongerenorganisatie.
De Russen zagen dit feest helemaal niet zitten en in 1928 schafte dictator Jozef Stalin de feestdag helemaal af. Na de val van het communisme in 1991 werd het vieren van kerst weer toegestaan.

2018
Met kerstbomen kun je flink verdienen
Denemarken is de grootste kerstbomen-producent van Europa: er worden jaarlijks 10 miljoen exemplaren naar het buitenland geëxporteerd, wat een slordige 110 miljoen euro oplevert.
Oekraïners hangen spinnenwebben op
Kerstbomen in Oekraïne zijn meestal versierd met mooie spinnenwebben. Hiermee zou een mirakel worden gevierd dat lang geleden plaatsvond. Een gezin, dat bestond uit een arme weduwe en haar kinderen, had al jaren geen kerstboom kunnen kopen.
Op een morgen in de zomer viel er een dennenappel op de vloer, die uitgroeide tot een prachtige boom. De kinderen waren blij, want ze hadden eindelijk een boom.
Toen de kerstperiode aanbrak, had het gezin echter geen geld voor versieringen en de kinderen gingen teleurgesteld naar bed.

In Oekraïne wordt het kerstverhaal soms vanuit het perspectief van een spin verteld.
Toen ze de volgende ochtend opstonden, zagen ze dat de boom was bedekt met spinnenwebben die in zilver en goud veranderden toen ze door de eerste zonnestralen werden geraakt.
De weduwe en haar kinderen kwamen nooit meer iets tekort, aldus het verhaal van rond 1900. De Oekraïners hangen naast mooie spinnenwebben ook takjes met kleine spinnen in hun bomen die pavoetjsky worden genoemd.







De boom was een waar spektakel
Eind 19e eeuw hadden rijk en arm in Scandinavië een kerstboom. Vooral de welgestelden, die geld hadden voor versieringen, maakten een waar feest van hun boom. De versieringen moesten schitterend en nationalistisch zijn.
H.C. Andersen maakte de eerste kersthartjes
Het eerste kersthartje werd rond 1860 gemaakt door de schrijver H.C. Andersen. Het wordt in zijn geboortehuis in Odense bewaard. Rond 1900 werden kersthartjes populair.
Slingers waren giftig
De zilverkleurige sliertjes werden populair in de 19e eeuw. Ze waren toen van lood en tin, wat later giftig bleek te zijn. Tegenwoordig zijn ze van aluminium.
Snoep was voor de hoogtijd
Maar weinigen hadden in de 19e eeuw geld om iedere dag te snoepen. Het snoep was daarom alleen bedoeld voor de hoogtijd. Het werd tot het moment suprême bewaard in hoorntjes die in de boom hingen.
Zoetigheid hoort bij de boom
Het zuurstokje komt uit de VS. Het snoepje werd oorspronkelijk gemaakt voor een wedstrijd in 1837.
Militaire versieringen populair
De nationalistische golf die in de 19e eeuw door Europa waarde, kwam ook terug in de kerstversieringen van die tijd. Trommels, vlaggen en trompetten werden in de boom gehangen en dat doen we nog steeds.
Top moest stralen
Een ster als piek staat voor de ster die de drie wijzen uit het oosten naar Jezus leidden.
In Catalonië staat kerst in het teken van het achterwerk
Kerststallen zijn overal een geliefde versiering tijdens de feestdagen. In Catalonië hebben ze echter een wonderlijk personage toegevoegd aan de stal.
Naast de gebruikelijke Bijbelse figuren rondom Jezus zien we een man die op zijn hurken een grote boodschap doet.
El Caganer (de poepende man) maakte zijn entree aan het einde van de 17e eeuw en is sindsdien niet meer weg te denken uit de kerststallen in Catalonië.

In 2010 stond er een El Caganer van 6 m hoog in een winkelcentrum in Barcelona.
Het is niet helemaal duidelijk hoe deze traditie is ontstaan, maar vermoed wordt dat het doel van El Caganer was om een plechtige religieuze scène wat te verstoren met een wereldse handeling.
Kinderen maakten er een sport van om El Caganer zo snel mogelijk te vinden in een kerststal.
De figuur werd steeds populairder in de 20e eeuw en vanaf de jaren veertig werd El Caganer op allerlei verschillende manieren weergegeven, onder andere in de vorm van nonnen, duivels, historische personen of politici.
Boom poept cadeaus uit
Kinderen in Catalonië krijgen ieder jaar cadeautjes die volgens de traditie worden uitgepoept door een Tió de Nadal, een boom.

Tussen 8 en 24 december voeren ze de boomstronk en geven ze hem een dekentje.
Op Eerste Kerstdag slaan ze hem met een stok en zingen ze een liedje dat begint met de woorden ‘Poepen maar, boomstronk!’

Jól was bij de Vikingen een jaarlijks feest om de goden te eren, en te vieren dat de dagen langer werden.
Er werd ver vóór kerst versierd
De winterzonnewende – de dag waarop de zon de laagste positie aan de hemel inneemt – vindt rond 21 december plaats. Dit verschijnsel wordt al duizenden jaren gevierd door allerlei culturen, o.a. door planten in huis te halen.
De Egyptenaren versierden met palmen
De oude Egyptenaren vierden de winterzonnewende door hun huis te versieren met palmtakken. De groene takken symboliseerden de zonnegod Amon-Ra, een van de belangrijkste Egyptische goden.
Ze moesten de Egyptenaren eraan herinneren dat de zon in kracht zou toenemen om leven te geven.
De romeinen hielden van kransen en bessen
Ieder jaar van 17 tot en met 23 december eerden de Romeinen Saturnus, de god van de herfst en overvloed. De Romeinen hingen takken op in huis om voor vruchtbaarheid in de lente te zorgen.
De bewoners hingen ook guirlandes en kransen op boven ramen en deuren en de kamers werden versierd met bessen en hulst. Takjes met rode bessen gebruiken we nog steeds.
De Vikingen bedachten kerst
Rond de winterzonnewende feestten de Vikingen dagenlang, terwijl ze zich volpropten met vlees en mede. Ze noemden deze periode jól.
Sommige historici denken dat de Vikingen tijdens de feestelijkheden een groot wiel in brand staken om de zon aan te roepen – de oorsprong van onze kerstkrans.
Thomas Edison vond het lichtsnoer uit
Echte kaarsjes waren in de 17e eeuw al vrij gewoon, maar het was niet zonder gevaar om kaarsen in een droge boom te zetten. Grote branden rond de kerstdagen kwamen dan ook geregeld voor.
In 1880 werd er eindelijk een oplossing gevonden door de bekende uitvinder Thomas Alva Edison. Tijdens de kerstdagen van dat jaar hing hij een lichtsnoer rond zijn laboratorium in Menlo Park, New Jersey.

Edison was de eerste die met kerst zijn huis met lichtjes versierde.
Twee jaar later kreeg Edward Johnson, Edisons compagnon, een geweldig idee: hij hing een lichtsnoer in een kerstboom en belde de snel pers.
‘[De boom] was prachtig verlicht met wel 80 lichtjes, in blauw, wit en rood. We hadden nog nooit zoiets moois gezien,’ aldus de krant Post and Tribune uit Detroit.
Vanwege de hoge prijs en het gebrek aan stopcontacten werd het lichtsnoer pas later populair.
Boom is niet altijd van hout
Kerstbomen werden in de 19e eeuw steeds populairder. Vooral in Duitsland was dit een probleem vanwege ontbossing.
Als er geen bomen beschikbaar waren, verfden de Duitsers ganzenveren groen en bonden die ze bij elkaar.

In Texas is er een gebrek aan kerstbomen. Daarom worden soms cactussen gebruikt.
Zo leek het een beetje op een boom. Bomen met veren werden populair in de VS en Engeland. Ze werden soms ook gemaakt van dierenharen.
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er kunstbomen. Uit onderzoek blijkt dat er meer kunstbomen dan echte bomen worden verkocht.

De fabriek van Edwin Perzy maakt nog steeds sneeuwbollen.
Sneeuwbol imponeert op tentoonstelling
De eerste sneeuwbollen werden in 1878 door een Franse glasproducent gemaakt voor de Wereldtentoonstelling in Parijs.
De bol was bedoeld als presse-papier en binnenin stond een mannetje met een paraplu. We weten niet hoe het sneeuweffect tot stand kwam.
Pas in 1900 vroeg de Oostenrijkse fabrikant Edwin Perzy patent aan op een sneeuwbol, waarin griesmeel dienstdeed als sneeuw.
Boom zorgt voor chaos
Op 9 december 1949 zagen de inwoners van New York iets prachtigs.
Voor het Rockefeller Center in hartje Manhattan fonkelde de meest overdadige kerstboom ooit: 7500 lichtjes in alle kleuren stonden te stralen in de ruim 23 meter hoge spar.
De takken waren bedekt met een laag zilver en 576 enorme draaiende sneeuwvlokken sierden de promenade richting het commerciële centrum.

De boom bij het Rockefeller Center is ieder jaar prachtig. Het aansteken van de lichtjes wordt live op tv uitgezonden.
De kerstboom voor het Rockefeller Center was al sinds 1931 een instituut, maar in 1949 werd alles uit de kast gehaald. De kranten berichtten dat de New Yorkers zo onder de indruk waren door deze schitterende boom dat het verkeer op Manhatten volledig tot stilstand kwam.
‘Op 5th Avenue stonden auto’s bumper aan bumper. Kruisend verkeer was volstrekt onmogelijk, omdat de auto’s ook vaststonden in de aangrenzende straten,’ aldus de krant The New York Times.
De politie moest eraan te pas komen om de boel weer op gang te krijgen, maar het verkeer werd pas rond 10 uur ’s avonds weer normaal.
Kerstbok was een pestkop
Rond de kerstdagen zien we in veel Scandinavische huizen een kerstbok van stro, maar hij bracht niet altijd vrede. Al ten tijde van de Vikingen kleedden mannen zich voor het jól-feest als een geit, die symbool stond voor Thor.
Na de intrede van het christendom bleef de traditie bestaan, al was een bediende dan vaak ‘het bokje’.

Ieder jaar wordt er een enorme kerstbok gebouwd in de Zweedse stad Gävle. Jammer genoeg wordt hij vaak in brand gestoken.
De bok ging van deur tot deuren stormde de huizen binnen, waar hij de aanwezigen schoffeerde door onaangename waarheden te verkondigen en tegen ze aan te stoten.
Als hij eten en bier gekregen had, vertrok hij weer.

Kerstaugurk is nep
In veel Amerikaanse huizen hangt er met kerst een augurk van glas in de boom. Het zou om een eeuwenoude Duitse gewoonte gaan, maar de waarheid is net even anders: eind 19e eeuw werden er veel glazen decoraties van groenten en fruit gemaakt.
Het ‘Duitse’ verhaal was gewoon een marketingtruc van een handelaar om snel en veel augurken te verkopen.
Uit een onderzoek in december 2016 bleek dat slechts 7% van de ondervraagde Duitsers bekend was met ‘hun eigen gewoonte’.
Vader maakt gouden engel
In de Zuid-Duitse stad Neurenberg is er één kerstfiguur belangrijker dan alle andere – de Rauschgoldengel.
Het verhaal gaat dat een poppenmaker tijdens de Dertigjarige Oorlog op de vlucht moest slaan met zijn dochter.

Kinderen in Neurenberg verkleden zich met kerst vaak als Rauschgoldengel.
Ze vonden onderdak bij een kopersmid in Neurenberg, maar het meisje stierf korte tijd later na een ziekbed. Om de bedroefde man op te vrolijken gaf de smid hem wat hout en Rauschgold, ofwel klatergoud – een dun vel
geelkoper dat op goud lijkt.
Op een dag was de man vertrokken, maar in de werkplaats had hij een prachtige engel van klatergoud achtergelaten.
De gelijkenis met zijn dochter was treffend. Al gauw wilde iedereen een Rauschgoldengel en de figuur is nog immer populair.