Kunstmatige intelligentie krijgt een rol in de geschiedenis van de oudheid.
Taalwetenschappers aan de Ludwig Maximilians-Universiteit in München hebben een kunstmatige intelligentie (‘AI’ of Artificial Intelligence) gemaakt om onbegrijpelijke fragmenten uit Babylonische teksten samen te voegen en te ontcijferen.
De AI heeft de naam ‘Fragmentarium’ gekregen.
Taalgestuurde AI-robots die werken met machine learning winnen de afgelopen jaren terrein, bijvoorbeeld in de vorm van ChatGPT, die in enkele seconden lange, logische zinnen kan maken over welk onderwerp dan ook.
De AI werkt in feite zo: eerst wordt hij ‘gevoed’ met miljoenen teksten en boeken, en daarna wordt hij getraind om gesprekken te voeren met mensen. Zo heeft het systeem geleerd om zinnen te formuleren en te structureren, en op die manier kan hij taal simuleren.
Hoe meer mensen de kunstmatige intelligentie gebruiken, hoe meer hij leert de teksten op een zo correct en realistisch mogelijke manier samen te stellen.