Olympische ringen staan voor de hele wereld
De vijf ringen symboliseren de vijf werelddelen die in de Olympische Spelen samenkomen om sportief en vriendschappelijk de strijd aan te gaan.
Die werelddelen zijn Azië, Oceanië, Europa, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika tezamen.
Elke vlag ter wereld komt met ten minste één kleur – blauw, geel, zwart, groen en rood op een witte achtergrond – terug in de Olympische vlag met de ringen.
Olympisch logo was een snelle schets
Het symbool ontstond, naar men zegt, in 1913, toen de grondlegger van de moderne spelen, Pierre de Coubertin, de gekleurde ringen op een stukje papier krabbelde.
Dat gebeurde één jaar na de Spelen in de Zweedse hoofdstad Stockholm, waar voor het eerst alle werelddelen op vertegenwoordigd waren.
Pas tijdens de Olympische Spelen in het Vlaamse Antwerpen in 1920 werden de ringen officieel: de vlag pronkte boven het Olympisch Stadion.
In het begin varieerde de illustratie nog wel eens, en de ringen werden vaak op één rij gezet, in elkaar verstrengeld.