Egypte – 3200 v.Chr.: Bowlen sloeg aan
Toen een archeoloog in de jaren 1930 een Egyptische grafkamer uit 3200 v.Chr. opende, deed hij een bijzondere ontdekking: behalve de mummie van een kind bevatte de kamer ook oeroude bowlingkegels. Daarmee bleek het bowlen opeens ruim 5000 jaar oud te zijn.
Misschien hadden de kegels een heel ander doel, maar historici weten zeker dat het bowlen ruim 1000 jaar teruggaat in de tijd. De Europeanen kenden veel varianten van het spel, maar in alle gevallen moesten er negen kegels worden geraakt.
Toen miljoenen Engelsen, Duitsers en Hollanders naar Amerika trokken, namen ze hun kegelspel mee. Daar, in hun nieuwe thuisland, ontwikkelde het spel zich tot zijn huidige vorm. De eerste permanente bowlingbaan van Amerika werd aangelegd aan de zuidkant van Manhattan in New York, waar nu het oudste park van de stad is gelegen: Bowling Green.
Bowlen werd in het gehele land populair, maar de grootte van de pins (kegels) en banen liep sterk uiteen. Pas bij een congres in 1895 werden de regels gestandaardiseerd en werd het aantal pins vastgesteld op tien.
Bowlen was een arbeidsintensieve sport, want de kegels moesten met de hand worden rechtgezet. In 1951 kocht het bedrijf AMF een patent op een machine die ze weer opraapte en neerzette. Toen sloeg het spel ook bij de grote massa aan. Op dit moment is AMF Bowling Centers de grootste keten van bowlingcentra ter wereld.
Romeinen – 100 v.Chr.: Voetbal werd verboden in Londen
Middeleeuwse voetbalwedstrijden hadden honderden deelnemers per team en waren gewelddadig en chaotisch. Toen het de Londense burgemeester te gortig werd, verbood hij de burgers van de stad om nog te voetballen.
De grote Romeinse politicus Cicero, die leefde van 106 tot 43 v.Chr., beschreef eens in een brief hoe een man bij een bezoek aan de barbier gedood werd: tijdens zijn scheerbeurt werd hij
geraakt door een verdwaalde voetbal die door het raam naar binnen vloog.
De Romeinen waren lang niet het enige volk dat graag een balletje trapte. Er zijn wereldwijd sporen van het spel te vinden. Maar de Romeinen speelden mogelijk een sleutelrol in de ontwikkeling van het moderne voetbal. Volgens sommige historici namen zij het balspel mee naar Engeland tijdens hun bezetting van het eiland. Anderen denken dat de Vikingen het spel bij hun verovering van Engeland in 1066 daar hebben geïntroduceerd.
In de middeleeuwen was de sport overal in Europa populair, vooral op de Britse Eilanden. Hier werden wedstrijden gespeeld waarbij complete steden het tegen elkaar opnamen, en elk team kon uit honderden spelers bestaan.
Het was vermoedelijk niet verplicht om alleen de voeten te gebruiken. Het woord ‘voetbal’ wordt in de historische bronnen voor het eerst gebruikt in een brief van een man die een voetbalwedstrijd in
Ierland bijwoonde in 1308. Een document uit Norfolk van 1321 beschrijft de oudst bekende voetbalblessure, ontstaan toen twee spelers op elkaar botsten. Uit die tijd stamt ook een verordening van de Londense burgemeester, die voetbal verbiedt vanwege de ongeregeldheden waarmee het spel gepaard gaat.
Het woord ‘dribbelen’ komt voor het eerst in de 15e eeuw voor, en uit een document uit 1526 blijkt dat Hendrik VIII voetbalschoenen bestelde. De Engelse privéscholen organiseerden het voetbal in de 16e eeuw en maakten er een teamsport van. Gaandeweg kregen de universiteiten eigen clubs, en in 1857 richtten de cricketspelers Creswick en Prest de Sheffield Football Club op – de oudste nog bestaande voetbalclub.
Iran – 6e eeuw: Polo was deel van cavalerietraining
In een park in de oude Iraanse stad Isfahan staan een paar karakteristieke grote stenen. Het park is de oudste polobaan van de stad, die in de 16e eeuw door een sjah werd aangelegd.
En nabij de Taj Mahal in India liggen de stallen waar ooit de polopaarden van de mogol stonden. Overal in Azië zijn sporen van de polosport te zien.
Het is de oudste teamsport ter wereld. De eerste wedstrijden vonden 2500 jaar terug in Perzië plaats, waar Centraal-Aziatische stammen de sport hebben ontwikkeld. Polo was een populair middel om de cavalerie te trainen, en de toenmalige polowedstrijden leken op militaire veldslagen met wel 100 man per team.
Gaandeweg verspreidde polo zich over het continent en werd het een hofsport voor Perzische, Arabische, Mongoolse en Chinese heersers.
In het Westen was polo onbekend, tot Britse officieren in Manipur in India een wedstrijd bijwoonden. Enthousiast richtten ze in 1859 hun eigen poloclub op. De sport was al snel geliefd bij het Britse leger in India, en de officieren namen de sport mee terug naar Groot-Brittannië.
Frankrijk – 12e eeuw: Tennis spelen zonder racket
‘Tenez!’, riepen de Franse spelers elkaar toe – ‘houd ’m!’ – als ze de bal serveerden bij een van de populairste Franse sporten van de 17e en de 18e eeuw. De Engelsen verbasterden dit tot ‘tennis’ toen het hun land in de eeuwen erna stormachtig veroverde.
De oorspronkelijke Franse naam was jeu de paume – het spel met de handpalm. In de 12e eeuw verdreven monniken de tijd door met hun hand tegen een bal te slaan. Later ging men leren handschoenen gebruiken, en vanaf de 16e eeuw een racket.
Ondanks de Franse wortels van de sport waren het de Engelsen die van tennis een moderne sport maakten. Met name majoor Walter Wingfield, die in 1873 regels en afmetingen voor de baan vaststelde. Niet al zijn ideeën bleken haalbaar – zo wilde hij de baan de vorm van een zandloper geven, die bij het net het smalst was – maar desondanks wordt Wingfield tot op de dag van vandaag als de vader van het moderne tennis gezien.
Twee jaar later adopteerde The All England Croquet Club de sport en wijzigde zijn naam in The All England Croquet and Lawn Tennis Club. Deze club organiseerde in 1877 het eerste tennistoernooi op Wimbledon, dat nu een van de meest toonaangevende tennistoernooien ter wereld is.
VS – 1895: Volleybal was voor de zwakkeren
In 1895 gaf William Morgan gymles bij de YMCA in Holyoke, een plaats in Massachusetts. Vier jaar eerder had een collega in een naburige stad basketbal uitgevonden, een sport die inmiddels heel populair was. Volgens Morgan was deze sport echter fysiek te inspannend voor ouderen, en als alternatief bedacht hij het spel ‘mintonette’.
Toen een toeschouwer een jaar later bij een demonstratiewedstrijd zag dat je de bal bij dit spel vanuit de lucht moet slaan – ‘volley’ in het Engels – noemde hij het spel volleybal. Die naam bleef hangen.
Zwitserland 1922: Slalom was voor watjes
Het woord ‘slalom’ is Noors en stamt uit Telemarken, waar ongeoefende skiërs op een andere baan konden oefenen als ze de echte afdaling niet aandurfden.
De slalom als alpiene sport werd door Arthur Lunn ontwikkeld in het Zwitserse plaatsje Mürren. De Zwitserse adel was dol op het mooie alpengebied en Lunns vader organiseerde er reizen naartoe.
Om ook in de winter toeristen te trekken bedacht Lunn een aantal regels voor de slalom, en op 1 januari 1922 hield hij de eerste wedstrijd in de geschiedenis.