De ergste schandalen van het EK

Angst om te verliezen, grensconflicten en burgeroorlogen hebben regelmatig roet in het eten gegooid op het EK voetbal. Zo kwam het Denemarken in 1992 goed uit dat Joegoslavië zich terug moest trekken.

Lev Yashin

Uit vrees voor het elftal van de Sovjet-Unie met zijn legendarische doelman Lev Jasjin gaf Spanje er de brui aan.

© Shutterstock

Net als de Olympische Spelen en het WK is het EK in de loop der jaren geplaagd door politieke schandalen. Al tijdens de kwalificatie voor het eerste EK in 1960 leidde politieke bemoeienis tot problemen.

Generaal Franco greep in

Spanje moest het opnemen tegen de Olympisch kampioenen uit de Sovjet-Unie, en generaal Franco was bang voor een smadelijke nederlaag.

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog had Franco de macht gegrepen en bloedbaden aangericht onder door de Sovjet-Unie gesteunde tegenstanders. Er was hem veel aan gelegen om een nederlaag tegen de aartsvijand te voorkomen.

Hij verbood Spanje om tegen de Sovjet-Unie te voetballen, waardoor Spanje uit het toernooi gezet werd.

De Sovjet-Unie bereikte de eindronde en won het eerste EK.

Generaal Francisco Franco (1892-1975) versloeg de republikeinen in de Spaanse Burgeroorlog en regeerde van 1939 tot aan zijn dood in 1975 als dictator over Spanje.

© Anefo / Wikimedia

Albanië gaat door na Griekse tragedie

Slechts vier jaar later was het weer raak. Griekenland moest het in de EK-kwalificatie van 1964 opnemen tegen Albanië, maar formeel waren die landen nog in oorlog en hadden ze een grensconflict.

De Grieken kwamen niet opdagen, en Albanië ging dus door.

Denemarken was er op het nippertje bij

In 1991, toen Joegoslavië zich voor het EK gekwalificeerd had, brak er een bloedige burgeroorlog uit in het land.

De VN nam een resolutie aan die de deelname van Servië en Montenegro aan sportieve evenementen verbood. Die landen noemden zich Joegoslavië en kregen de hoofdverantwoordelijkheid voor het bloedvergieten.

De resolutie werd op 30 mei 1992 aangenomen, en de UEFA gaf er gehoor aan. 10 dagen voor het EK in Zweden werd Joegoslavië uit het toernooi gezet, en Denemarken kreeg een ticket.

De Denen verschenen slecht voorbereid ten tonele – en sleepten de trofee in de wacht.

De burgeroorlog tussen Kroaten, Serviërs, Slovenen, Bosniërs en Bosniakken duurde van 1991 tot 1995 en verdeelde Joegoslavië in een aantal kleine staten.

© Peter Božič / Wikimedia