Rondom het draaiorgel: pijpen maken de melodie

Het verrijdbare draaiorgel speelde zijn eerste deuntje al in de 18e eeuw, maar werd een eeuw later pas populair. Pijpen en wiskunde vormen het fundament van het instrument, en het draaiorgel speelt nog steeds vrolijk door.

Het lierrad laat de cilinder draaien.

© Getty Images & Alamy/Imageselect

De inspiratie voor het draaiorgel komt van de Griekse wiskundige Ctesibius, die in de 3e eeuw v.Chr. het pijporgel uitvond: lucht werd door pijpen geblazen en gaf geluid.

Dit principe geldt ook voor het draaiorgel, dat al in de 18e eeuw op straat te vinden was.

De uitvinder van het moderne draaiorgel is echter de Duitse orgelbouwer Ignaz Bruder, die in 1806 het orgelbedrijf Gebrüder Bruder oprichtte in de Zuid-Duitse plaats Waldkirch en de werking van het draaiorgel bedacht en beschreef.

Een andere belangrijke draaiorgelfabrikant was de in Italië geboren Giovanni Battista. In 1877 begon hij een familiebedrijf dat tot 1975 draaiorgels zou leveren tot in de VS en Mexico aan toe.

Muziek kwam van de cilinder

Melodieën werden vertaald in messing pinnen op een cilinder, die elk een toon aangaven. Langere tonen werden gemaakt middels een brug tussen de pinnen.

Stuit een toets op een pin in de cilinder, dan opent hij het ventiel dat lucht (‘wind’) in de pijp laat. Zo wordt er een toon voortgebracht.

De orgelman draait aan een lierrad achter op het instrument. Dit draaiwiel brengt de cilinder met de gecodeerde muziek aan het draaien via een wormwiel.

Klik op de tekening voor meer informatie over het draaiorgel

Draaiorgel speelt nog

De melodieën van het draaiorgel zijn al jaren te horen op het International Organ and Barrel Organ Festival.

Hier komen honderden draaiorgelfanaten uit heel Europa naartoe om voor elkaar te spelen.

Of deze draaiorgelliefhebber ook aan het festival heeft deelgenomen is onbekend, maar hij geeft de muziek in elk geval een moderne twist.