Metro: Waarom lijken alle metrokaarten op elkaar?
Veel metrolijnkaarten van grote steden zien er hetzelfde uit. Hoe komt dat?

Technisch tekenaar Harry Beck stelde zich in 1931 ten doel de Londense metrokaart te verbeteren.
De Britse spoorwegbeambte Harry Beck bedacht een manier om metrolijnen in steden overzichtelijk te tonen.
De ondergrondse van Londen ging in 1863 open, maar pas in 1908 verscheen er een kaart van het hele net: een gewone stadsplattegrond met de lijnen en de weinige stations erop ingetekend.
Nog geen 20 jaar later hadden de metrolijnen de buitenwijken bereikt, en de kaart uit 1926 moest een veel groter gebied beslaan. Ook waren er veel meer stations in het centrum, die in het midden van de kaart één grote vlek vormden. Het overzicht was ver te zoeken.
Metrokaart was een doorslaand succes
De 29-jarige technisch tekenaar Harry Beck ging dit probleem in 1931 te lijf. Hij besefte dat passagiers wilden weten hoe ze van station naar station konden komen, en niet waar die precies lagen. In zijn vrije tijd tekende hij daarom een kaart op basis van elektrische diagrammen. Beck maakte de lijnen recht en gaf alle stations dezelfde onderlinge afstand.
De London Underground drukte in 1932 maar 500 exemplaren van Becks kaart. Maar de passagiers waren er dol op, en een nieuwe oplage van 700.000 was binnen een maand al op. Veel steden namen Becks ontwerp over.