2. Griezelig pak beschermde artsen tegen de dood
In de 17e eeuw woedde de pest wederom in Europa en daarom ontwierp de Franse geneesheer Charles de Lorme een pak dat de pestmeesters tegen deze ziekte moest beschermen.
Het pak werd al gauw het symbool van de zekere dood en de pestmeester was op lange afstand te herkennen aan zijn typische, maar onmisbare masker. De lange snavel diende namelijk een belangrijk doel: deze was gevuld met parfum en kruiden die de stank op afstand hielden en de dokter in leven moesten houden.
3. Mannen droegen een korset
De Franse aristocratie was in de 19e eeuw zo geobsedeerd door het ideale figuur dat het korset vast deel van de garderobe uitmaakte.
Dit corrigerende ondergoed was niet alleen populair onder de vrouwen. De mannen van toen wilden hun lichamen zodanig vormgeven dat ze de getailleerde kleding die toen modern was konden passen.
Veel mensen staken de draak met de Fransen en hun korsetten. Andere Europese mannen waren namelijk van mening dat een man niet zo veel tijd voor de spiegel aan zijn uiterlijk moest besteden.
4. Vrouwen hadden levende hagedissen als sieraad
In het New York van de jaren 1890 was het onder vrouwen populair om levende dieren als sieraad te gebruiken. Bijvoorbeeld door kleine hagedissen aan een riempje op de arm mee te nemen. Deze hagedissen werden verkocht als ‘kameleons’ die van kleur konden veranderen en daardoor bij elke outfit pasten.
Dit werd al gauw te veel voor de dierenrechtenorganisatie ASPCA, die de overheid in New York verzocht om een verbod uit te vaardigen waarin stond dat het voortaan illegaal was om hagedissen te verkopen.
Deze gril duurde echter overal in Amerika nog tientallen jaren voort en op een later tijdstip werden ook broches van levende kevers populair.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stonden de SS’ers van Hitler erom bekend dat ze angstaanjagende doodshoofden op hun uniform hadden.
Deze traditie dateert echter al uit de 18e eeuw, toen Pruisische huzaren een schedel met gekruiste beenderen op hun uniform droegen.
Dit symbool gaf aan dat de huzaren bereid waren om hun leven voor de regent op het spel te zetten en niet bang waren voor de dood.