In de 18e eeuw was het doodnormaal dat jonge mannen rondliepen in roze kleren met geborduurde bloemen erop.
De roze tint was namelijk een afgeleide van de mannelijke kleur rood, die werd geassocieerd met passie en strijdbaarheid.
Jongedames konden echter ook roze dragen, want de kleur straalde eveneens jeugd en gezondheid uit.
Volgens Jo B. Paoletti, hoogleraar in de geschiedenis van kleding, kwam dit beeld voort uit de uitdrukking ‘in the pink’, wat betekent dat iemand ‘zowel lichamelijk als geestelijk zeer fit is’.
Geen van beide seksen had dus eigenlijk het patent op de kleur. Pas in de jaren 1940 ging men roze als een meisjeskleur beschouwen.
Volgens Paoletti kwam dit door de manier waarop de kledingindustrie kinderkleding in de markt zette. In reclame droegen jongens vaak lichtblauw en meisjes lichtroze.
Jurk was praktisch voor een jongen
In de middeleeuwen hadden veel mannen en jongens tunieken en jurken in de kast hangen. In het begin van de 17e eeuw keerde de man zich echter gaandeweg af van de lange gewaden, maar jongetjes kregen vaak nog wel een jurk aan.
Met een jurk kon je als ouder gemakkelijker de luier verwisselen, en later konden jongens zonder veel moeite zelf naar het toilet.
Jongens liepen daarom vaak tot hun zesde in het lang. De jurk was tot ver in de 19e eeuw populair, maar werd toen vervangen door een broekpakje.
Jongetjes droegen zo’n pakje van hun derde tot hun zesde levensjaar.
In het begin van de 20e eeuw kwam er echter een aantal nieuwe stoffen in omloop, waardoor broeken makkelijker te wassen en strijken werden. Daardoor liepen de jongetjes al snel rond in een broek.

In de 17e eeuw werd er vaak een ceremonie georganiseerd als een jongen zes jaar werd. Daarop kreeg hij zijn eerste broek plus een klein formaat zwaard.
Cheerleaden was in VS toppunt van mannelijkheid
Toen cheerleaden in de 19e eeuw populair werd in de Verenigde Staten, stonden de jongens in de rij om mee te mogen doen.
De gymnastische showdans had namelijk bijna net zo’n mannelijke reputatie als de ruwe sport American football.
Toen de mannen in de Tweede Wereldoorlog aan het front vochten, namen vrouwen de danspasjes echter van hen over.
En na de oorlog werd de eens zo mannelijke discipline gestaag vrouwelijker, met pompons en steeds kortere rokjes.
Mannen breien als de beste
In de middeleeuwen was breien een mannenberoep. Het werd streng gereguleerd door breigilden, waarvan de leden, net als kleermakers en smeden, veel aanzien genoten.
Tijdens de Industriële Revolutie in de 19e eeuw namen machines een groot deel van het werk over en verloren mannen hun interesse voor het breien. Nu is het een vrouwenhobby

Goed kunnen breien was tot in de 19e eeuw iets heel mannelijks.
Chocolademelk was iets voor mannelijke krijgers
Oorspronkelijk komt de chocoladedrank uit Midden- en Zuid-Amerika, waar hij populair was bij de Maya’s, Olmeken en Azteken.
Vooral die laatsten waren er dol op. De 16e-eeuwse keizer Motecuhzoma II zou elke dag 50 vergulde bekers chocola hebben gedronken.
Hij vond dat alleen de krijgers van het rijk, de mannen, de drank mochten nuttigen.
Toen de Spaanse veroveraars in de 17e eeuw de cacaoboon mee terug namen, verspreidde die zich al snel door heel Europa.
Hier werd de drank vooral omarmd door vrouwen uit de hogere klasse, waardoor chocolademelk zijn status als mannendrank verloor.
Een maillot maakt de mannenoutfit af
De laatmiddeleeuwse mode schreef voor mannen een korte tuniek voor.
Dat vereiste mooie benen, maar het lastige was dat behaarde mannenbenen niet voldeden aan het schoonheidsideaal.
De oplossing was een paar lange kousen, een soort kruising tussen de huidige maillot en slobkousen.

Middeleeuwse kousen waren van wol, zijde of fluweel.
Toen de lange kousen in de jaren 1930 weer op de markt kwamen, gingen vrouwen ze dragen, en in 1956 werd de moderne panty uitgevonden.
Computernerd was een keukenprinses
In de jaren 1940 gingen de eerste computerprogrammeurs aan het werk – zes vrouwen.
Ze konden aan de slag bij de University of Pennsylvania, waar de eerste elektronische computer stond, ENIAC.
De computer was gebouwd door mannen, maar volgens de universiteit was de ontwikkeling van de software ervoor een eenvoudige en dus vrouwelijke klus.

De eerste elektronische computer ter wereld, ENIAC, werd bediend door vrouwen.
Dat vrouwen geschikt waren voor dit soort werk, zei ook computerwetenschapper en admiraal van de U.S. Navy Grace Hopper in een interview met Cosmopolitan (1967).
‘Programmeren is net als het voorbereiden van een diner. Je moet vooruitdenken en plannen, zodat alles klaar is als je het nodig hebt. Daarom zijn vrouwen van nature zeer goede computerprogrammeurs.’
Vrouwen waren favoriet als programmeurs tot de jaren 1960, toen werkgevers steeds vaker mannen gingen inzetten.
Een van de theorieën is dat werkgevers overstapten op mannen toen ze in de gaten kregen hoe ingewikkeld het werk van een programmeur is.
Echte mannen huilen wel
In de oudheid lieten mannen hun tranen onbeschroomd vloeien. Dat lees je onder meer in de Ilias van Homerus, waar Zeus, nota bene de koning van de goden, tranen van bloed huilt om de dood van zijn zoon Sarpedon.
Huilen was niet alleen mannelijk, maar gaf ook aan dat degene die weende vergeving verdiende als hij daarom vroeg.
Vanaf de 16e eeuw werd het allemaal wat onduidelijker. Vaak op initiatief van religieuze stromingen veranderde de maatschappij haar mening over mannentranen geregeld.
- 0-1500: In de oudheid huilden mannen tranen met tuiten. Tot in de 16e eeuw was huilen een teken van mannelijkheid.
- 1500-1680: In de late middeleeuwen werd zelfbeheersing voor machthebbers belangrijk. Wie zijn tranen kon inhouden, kon ook heersen over anderen, was de gedachte. Mannen uit de burgerij bleven huilen, want volgens de Bijbel deed Jezus dat immers ook.
- 1680-1750: Eind 17e eeuw kwamen de Britse anglicanen in opstand tegen de religieuze tranen, die ze als dweepziek en onfatsoenlijk zagen.
- 1750-1800: Dankzij de vrome methodisten vond de huilbui zijn weg terug naar de elite, waar hij opnieuw een heilige status verwierf.
- 1800-1960: Wilde een man in de 19e eeuw mannelijk zijn, dan moest hij zich gedragen als een soldaat van Napoleon, voor wie huilen not done was.
- 1960- : Met het ontstaan van de hippiebeweging en de opkomst van ‘de lieve man’ hoefden mannen niet meer bang te zijn om hun emoties te laten zien.

In 1771 publiceerde de schrijver Henry Mackenzie The Man of Feeling, een boek over een man die telkens als hij een triest verhaal hoort, moet huilen.
Man pikte libido af van de vrouw
Dat vrouwen meer behoefte aan seks zouden hebben dan mannen, werd onder andere beweerd door de Griekse arts Galenus uit de 3e eeuw n.Chr.
Hij was van mening dat de baarmoeder van nature koud was en een vrouwelijk zaad bevatte dat stolde als het niet warm werd gehouden. Vrouwen hadden geregeld seks nodig om te voorkomen dat het gestolde zaad de baarmoeder zou verstikken.
In de middeleeuwen werden Galenus’ werken nog steeds gelezen, en de Engelse arts John of Gaddesden gaf in de 14e eeuw vrouwen het volgende advies:
‘Als het gestolde zaad de baarmoeder dreigt te verstikken, moet ze op zoek gaan naar een man. Indien ze er geen kan vinden, non is of is gehuwd met een oude man die haar niet kan bevredigen, moet ze overzees reizen.’
Was op reis gaan voor de vrouw niet mogelijk, dan moest ze een vroedvrouw een vinger in haar vagina laten steken.
Grieken leggen het uit
In een van de Griekse mythen vragen de goden Zeus en Hera aan de profeet Tiresias voor welk van de geslachten seks het lekkerst is.
Tiresias, die als man en als vrouw had geleefd, zei dat als seksueel genot uit tien delen bestond, slechts één ervan aan de man zou toebehoren.
Het beeld van het vrouwelijke libido veranderde in de jaren 1530, toen de anatoom Andreas Vesalius Galenus’ werken terugvertaalde in het Latijn.
Tijdens het werk ontdekte hij dat de Griek ten onterechte dacht dat de baarmoeder zaad bevatte. Daardoor was er geen reden meer om aan te nemen dat vrouwen van nature meer zin in seks hadden dan mannen.
Het nieuwste moderne onderzoek duidt erop dat mannen meer behoefte aan seks hebben dan vrouwen.
Vrouwen maakten bier
Bierbrouwen was van de oudheid tot ver in de middeleeuwen vrouwenwerk.
In Denemarken had bijvoorbeeld elke boerderij een ruimte waar het bier voor het huishouden gemaakt werd, en in Engeland werden vrouwelijke brouwers alewives of brewsters genoemd.
In de loop van de 15e eeuw werden vrouwen door mannen uit de brouwerswereld verdreven. De mannen organiseerden zich in gilden en maakten effectievere brouwerijen.
Alleen een man kon secretaris zijn
De Egyptische schrijvers en de middeleeuwse klerken deden verantwoordelijk werk, dat alleen een man geacht werd te kunnen.
Door de industrialisatie en de groei van de handel eind 19e eeuw veranderde de inhoud van de taken en werd het een vrouwenbaan.
Werkgevers vonden ook dat vrouwen met hun slanke vingers beter de typemachine konden bedienen, die toen net was uitgevonden.
Een slimme meid werd arts
Bij de oude Egyptenaren en Grieken waren veel vrouwen arts, net als in het middeleeuwse Europa, waar kloostermoeders en nonnen vaak als genezer werkten.
In 1487 kwam er een einde aan de vrouwelijke dominantie, toen de kerk schreef: ‘Als een vrouw het aandurft om zonder opleiding mensen te genezen, is ze een heks die moet sterven.’
Het nieuwe voorschrift weerde vrouwen effectief uit de artsenij, aangezien ze in Europa niet mochten studeren aan de universiteit.
Hakken stapten over naar vrouw
In de 9e eeuw droegen Perzische ruiters al schoenen met hoge hakken, die tijdens het rijden niet uit de stijgbeugel gleden.
Pas eind 16e eeuw bereikte de uitvinding West-Europa. Hier werd de hoge hak spoedig een statussymbool onder mannen van de adelstand, omdat ze er langer door leken.
Maar in de 17e eeuw raakte de man het monopolie op de hoge hakken kwijt, doordat de vrouwen van de aristocratie mannelijker wilden lijken en daarom de herenmode imiteerden.

De Zonnekoning, Lodewijk XIV, droeg hakken van 10 cm omdat hij niet zo groot was.
De hooggeplaatste vrouwen kregen er nog een paar centimeters bij, en het duurde niet lang of de vrouwen van de burgerij liepen eveneens op hakken rond.
Als gevolg gingen de vrouwen van adel nog hogere hakken dragen om zich te onderscheiden.
De mannen keerden zich in de 18e eeuw echter juist af van het hooggehakte schoeisel.