De Taliban staan niet bepaald bekend als erfgoedbeschermers. Nadat de fundamentalistische groep in 1996 aan de macht kwam in Afghanistan, zijn talloze antieke beelden en voorwerpen vernietigd, onder meer omdat de Taliban vonden dat ze goddeloos waren.
Maar na de jarenlange vernietiging van cultureel erfgoed verkopen de Taliban nu kaartjes voor de monumenten die ze zelf kapot hebben gemaakt – in een ultieme poging de noodlijdende Afghaanse economie te redden.
De Washington Post bericht dat het toeristische programma van Afghanistan nu twee 1400 jaar oude reusachtige stenen Boeddhabeelden bevat, die in 2001 werden opgeblazen als onderdeel van een ‘reiniging van niet-islamitische kunst’.
Nu kunnen toeristen zich verheugen op een betaald bezoekje aan een gat in een berg.
Boeddha’s 1300 jaar lang doelwit van vernieling
De Boeddha’s van Bamiyan, die in de Afghaanse regio Hazajarat stonden, waren ooit het majestueuze symbool van boeddhistische kunst en erfgoed. Het boeddhisme kwam rond 250 v.Chr. met keizer Ashoka de Grote het land binnen, en Afghanistan had een groot aantal boeddhistische inwoners tot 715 n.Chr, toen het islamitische kalifaat van de Abbasiden een lokale opstand neersloeg en veel boeddhisten moesten vluchten.
In de 1300 jaar daarop waren de twee grote Boeddhabeelden van respectievelijk 55 en 38 meter een doorn in het oog van veel islamitische heersers, en meerdere malen werd een poging tot vernieling gedaan.
Het was echter de Taliban die er in 2001 in slaagde de beelden volledig te verwoesten, namelijk door twee dagen lang luchtafweergeschut en artillerie op de twee standbeelden af te vuren en er explosieven in te planten om ze op te blazen.

In Sri Lanka is een replica op ware grootte gebouwd van de kleinste van de twee Boeddha’s van Bamiyan, die de Taliban in 2001 opbliezen.
De Taliban zijn terug
Niet lang na de verwoesting van de twee Boeddha’s was het 11 september 2001 in de VS. De terrorist Osama Bin Laden verbleef in Afghanistan, en het land werd binnengevallen door een coalitie onder leiding van de VS, die de Taliban afzette.
Maar toen de VS en de NAVO zich in 2021 terugtrokken, kwamen de Taliban vrij snel terug. Nu hadden ze de controle over een land waarin de economie alleen al in 2021 met 20 procent gekrompen was. Er werden wanhopige middelen aangewend, en de beroemde Boeddhabeelden waren altijd een populaire bestemming geweest.
Daarom werd het in 2022 mogelijk om de plek van de vernielde Boeddha’s van Bamiyan voor ‘57 cent voor omwonenden en 3,45 dollar voor buitenlanders,’ te bezoeken, meldt de Washington Post.
200.000 bezoekers voor de leegte
In 2022 hebben naar verluidt zo’n 200.000 bezoekers de verdwenen Boeddha’s bekeken, en de Afghaanse ambtenaar Saifurrahman Mohammadi vertelt dat de verwoeste antieke beelden de potentie hebben ‘veel geld van toeristen binnen te halen’.
Mohammadi is onder meer van plan om een souvenirmarkt te bouwen op de plek van de de verwoeste beelden.
Vanaf 2011 werkten verschillende experts namens UNESCO aan het restaureren van de beelden en het redden van ander Afghaans cultureel erfgoed. Hun werk stopte echter in 2021, toen de Taliban weer aan de macht kwamen.