Weinig schilderijen zijn zo nauwkeurig onderzocht als Leonardo da Vinci’s beroemde meesterwerken de Mona Lisa en Het Laatste Avondmaal.
Maar nu blijkt dat de schilderijen toch nog een geheim hadden – een giftig geheim nog wel.
Met chemische analyses, röntgenonderzoek en infraroodspectroscopie van eerdere monsters van de twee werken hebben experts sporen van plumbonacriet gevonden.
Dit is een bijzonder giftige stof, die is ontstaan door een chemische reactie nadat de olie in Da Vinci’s verf werd gemengd met kleine hoeveelheden lood. En het lijkt erop dat de beroemde schilder dit bewust heeft gedaan.
Rembrandt van de troon gestoten
Volgens de onderzoekers bereikte Da Vinci de reactie door te experimenteren met loodoxiden in zijn verf. Als er plumbonacriet wordt gevormd, droogt de verf sneller – een techniek waarvan werd gedacht dat die in de 17e eeuw door Rembrandt was uitgevonden.
Maar volgens de nieuwe analyses zou het dus kunnen dat die eer toekomt aan Da Vinci.
‘Alles wat van Leonardo komt is heel interessant, want hij was natuurlijk een kunstenaar, maar ook een scheikundige, natuurkundige ... hij had veel ideeën en hij experimenteerde,’ zegt onderzoeker Gilles Wallez, hoogleraar aan de Sorbonne Universiteit in Parijs, tegen CNN.
De onderzoekers bekeken ook teksten van Leonardo da Vinci. Hoewel er geen bronnen bewaard zijn gebleven waarin hij de techniek beschrijft, blijkt uit de teksten dat hij plumbonacriet wel kende. De giftige aard ervan nam hij met een korreltje zout, want hij raadde de stof aan voor het behandelen van huid en haar.
Carmen Bambach, expert Italiaanse kunst aan het Metropolitan Museum of Art in New York, noemt de ontdekking ‘ongelooflijk spannend’ en de nieuwe kennis over de schildermethoden van Da Vinci ‘extreem belangrijk nieuws voor de kunstwereld’.

De monsters van de Mona Lisa en Het Laatste Avondmaal zijn zo klein dat je ze niet met het blote oog kunt zien.