Indiana Jones van de kunst spoort kostbare reliëfs op

Een wereldberoemde Nederlandse kunstdetective bezorgde een Engelse adellijke familie een schok toen hij 1000 jaar oude, gestolen kunstwerken in hun tuin vond. De kunstwerken waren in 2004 ontvreemd uit een Spaanse kerk.

Arthur Brand vond de twee reliëfs na acht jaar zoeken.

© Niklas Halle'n / Ritzau Scanpix

De van oorsprong Deventer Arthur Brand, bekend van het tv-programma De Kunstdetective, heeft in de tuin van een Engelse adellijke familie twee Spaanse reliëfs uit de middeleeuwen gevonden. De reliëfs werden gebruikt als tuinornamenten, en de familie had geen idee dat het ging om waardevolle, gestolen Spaanse kunst.

‘Ze vonden het zo erg dat ze de reliëfs het liefst in de rivier wilden gooien om ze voorgoed te laten verdwijnen,’ vertelt Brand aan persbureau AFP.

Het is zeker niet de eerste keer dat Brand een belangrijke vondst heeft gedaan. Zijn indrukwekkende prestaties bij het opsporen van gestolen kunstwerken hebben hem inmiddels de bijnaam de ‘Indiana Jones van de kunst’ opgeleverd.

Dieven hoopten miljonair te worden

De middeleeuwse reliëfs werden in 2004 door professionele kunstdieven gestolen, die ze met behulp van een kraan uit de kerk Santa Maria de Lara in het noorden van Spanje takelden.

‘De mannen die ze hadden gestolen, wilden ze vast verkopen voor een paar miljoen dollar maar kwamen er al snel achter dat deze objecten niet verkoopbaar zijn,’ meent Brand, die na acht jaar speurwerk uitkwam bij de Engelse familie.

Zeer zeldzame reliëfs

De reliëfs behoren tot de weinige christelijke motieven die bewaard zijn gebleven uit de tijd van de Visigoten in Spanje (400-1000 n.Chr.). De meeste Visigotische kerken zijn na de invasie van de moslims in de 8e eeuw verwoest.

De kunstwerken zijn overhandigd aan de Spaanse ambassade in Londen.