Waarom werden juist de diepste, smalste delen van de Europese grotten in de steentijd zo gretig versierd? Onderzoekers van de universiteit van Tel Aviv vonden een verrassend antwoord op deze vraag.
Tot nog toe werd gedacht dat de steentijdmensen zich hier het dichtst bij de geesten van de onderwereld voelden. In de donkerste hoekjes luisterden de geesten het best als de jagers om grote prooien baden. Daarom schilderden ze hier bijvoorbeeld bizons, edelherten en wilde paarden.