Toen Oekraïne in 1991 onafhankelijk werd na de val van de Sovjet-Unie, hoopten de burgers dat dit ook het einde zou betekenen van 1200 jaar van invasies en constante onrust.
In de 9e eeuw was de hoofdstad van Oekraïne, Kiev, het centrum van de grootste staat van Europa, het Kievse Rijk. Dit enorme rijk omvatte het huidige Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland.
Nadat het Kievse Rijk in de 12e eeuw was binnengevallen door de Gouden Horde, volgden er talrijke invasies en aanpassingen van de landsgrenzen.
Pas begin 20e eeuw kreeg de nationale identiteit van het huidige Oekraïne serieus vorm, en in de nasleep van de Russische Revolutie en de Eerste Wereldoorlog ontstond voor het eerst een onafhankelijke Oekraïense staat.
Dat was echter van korte duur, want in 1922 werd het land ingelijfd bij de Sovjet-Unie.