Het begrip haka omvat een aantal dansen die de Maori, de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Zeeland, opvoerden bij verschillende sociale gelegenheden.
De beroemdste is een krijgsdans, waarmee saamhorigheid gekweekt werd en de vijand geïntimideerd.
Bij deze haka voeren de krijgers een groot aantal bewegingen uit om hun kracht te tonen en een angstaanjagende show neer te zetten.
Ze maken weidse armgebaren, trekken grimassen, stampen op de grond en rollen met hun ogen.
Europeanen zijn geschokt
Toen de Europeanen eind 18e eeuw naar Nieuw-Zeeland kwamen, waren de kolonisten geschokt door de heftige krijgsdansen van de Maori.
‘De krijgsdans bestaat uit het verwringen van het lichaam. (...) Simpel gezegd wordt alles uit de kast gehaald om het menselijk lichaam zo angstaanjagend en verwrongen mogelijk te laten lijken,’ schreef de Britse natuurvorser Joseph Banks in 1769.
Christenen proberen de dans tevergeefs te verbieden
Later probeerden zendelingen de heidense haka de nek om te draaien, bijvoorbeeld door de Maori psalmen te laten zingen. Deze pogingen mochten echter niet baten.
Vandaag de dag is de haka vooral een show. De dans is populair bij sporters en is een vast onderdeel van de wedstrijden van het nationale rugbyteam van Nieuw-Zeeland.