Genialiteit en excentriciteit gaan vaak hand in hand, zo leert de geschiedenis. De wetenschapper Tycho Brahe is een goed voorbeeld.
Brahe (1546-1601) is vooral bekend om zijn baanbrekende ontdekkingen als Deense hofastronoom. In 1572 was hij de eerste die een supernova waarnam en beschreef, waarmee hij bewees dat het heelal veranderlijk is.
Hij leerde de wereld dat we systematisch omhoog moeten kijken om het heelal te doorgronden, nacht na nacht. Daarom bouwde hij het modernste observatorium van die tijd op het eiland Ven, dat hij van de Deense koning kreeg.
Brahe stond echter ook wijd en zijd bekend als uitgesproken excentriek.
Dat kon hij zich permitteren omdat hij beroemd, rijk en van adel was. Zijn vader Otte Thygesen Brahe liet zijn 25-jarige zoon een fortuin na dat overeenkwam met 1 procent van al het geld in Denemarken.
Hofnar verwelkomt geleerden
Toen geleerden uit heel Europa naar Ven kwamen werden ze verwelkomd door de dwerg Jeppe (achternaam onbekend), die nar en waarzegger was. Brahe wilde, net als een koning, zijn eigen kleine hofnar.
Jeppe dineerde met het hoge bezoek van Brahe, maar moest op de grond onder de tafel zitten – waarschijnlijk om lollige opmerkingen te kunnen maken vanuit zijn schuilplaats. Op het eiland ontmoetten de gasten ook het huisdier van de wetenschapper: een tamme eland.
Als Brahe in zijn koets over Ven reed, volgde de eland hem. Het dier nam ook deel aan de wilde dringelagen waar Brahe berucht om was.
Maar toen een edelman de eland mocht lenen om zijn gasten te vermaken, liep het tragisch af.
Tijdens het feest dronk de eland zoveel bier dat hij niet goed meer op zijn poten kon staan en van de trap viel. De val werd het dier fataal, schreef een van Brahes gasten, de Franse astronoom Pierre Gassendi.