Eeuwenlang was Malta een klein, arm eilandje in de Middellandse Zee – de verste uithoek van het Spaanse koninkrijk. De bodem was er zo onvruchtbaar dat de mensen die er woonden hun eten van Sicilië moesten halen.
Maar de grootste bedreiging waren de Arabische zeerovers, die het eiland regelmatig plunderden en de inwoners als slaven verkochten.
Toch waren de Maltezen er niet blij mee dat koning Karel V hun eiland in 1530 aan de johannieterorde te huur gaf. Deze oorlogszuchtige monniken waren in 1522 door de Ottomanen van hun thuishaven Rodos verdreven.
De ridders beroofden de plaatselijke adel van zijn macht en legden de hoofdstad Mdina in puin. Wie in opstand kwam, moest roeien op hun galeien.
Ottomanen bestormen het eiland
De johannieters bouwden een reeks verdedigingswerken om Malta tegen de onvermijdelijke Ottomaanse aanval te beschermen: sultan Süleyman moest iets doen tegen de overvallen die de ridders pleegden op de moslimvloot.
In mei 1565 was het zo ver. 190 schepen van de sultan met 28.000 soldaten aan boord gingen voor anker voor de kust van het eiland. Tegenover hen stonden maar 500 ridders en 4500 hulptroepen.

Malta is een stenig rotseiland dat van nature niet vruchtbaar is.
TIJDLIJN: Malta kreeg nieuw leven
Het eiland was een uithoek van het Spaanse koninkrijk. Toen kwamen de ridders.
1080
De johannieters helpen de pelgrims in het Heilige Land.
1099
De kerk zet de eerste kruistocht op touw. De monniken vormen een militaire orde.
13e eeuw
De Europeanen worden verdreven uit het Heilige Land. De johannieters trekken naar Cyprus, later naar Rodos.
16e eeuw
Na de reformatie raakt de orde veel grond kwijt in Duitsland en Engeland. In 1522 nemen de Ottomanen Rodos in en raken de ridders op drift.
1530
De Spaanse koning Karel V verhuurt Malta aan de ridders, die het er maar een dorre boel vinden, maar ze hebben geen keus.
1565
De Ottomanen belegeren het eiland vergeefs. De johannieters gaan een bolwerk tegen de islam vormen.
1798
Napoleon verovert Malta, maar moet het na twee jaar strijd afstaan aan de Britten. De ridders krijgen onderdak in Rusland.
1974
Malta maakt zich los van Groot-Brittannië. Toerisme wordt de belangrijkste inkomstenbron.
Maandenlang belegerden de Turken het eiland, waarbij het vooruitgeschoven Fort St. Elmo volledig kapotgeschoten werd om de weg vrij te maken naar de haven van de ridders. Malta stond op het punt om te vallen toen er eindelijk hulp kwam uit Sicilië, waardoor de Ottomanen op de vlucht moesten slaan.
Grootmeester Jean de la Valette, de aanvoerder van de ridders, was bang dat ze terug zouden komen. Hij had een sterke verdediging nodig en stichtte de zwaar versterkte hoofdstad Valletta, die zijn naam draagt.
Onder de johannieters bloeide de handel op Malta, en hoewel de Fransen hen 1798 verdreven, zijn hun sporen nog steeds te zien in de stad. De forten, de stadsmuur en de paleizen liggen nu te wachten op toeristen.

Op 11 september 1565 gaven de Ottomanen de belegering op en vierde het volk feest. Er waren 2500 christenen en 10.000 Ottomanen omgekomen.
10 belangrijke bezienswaardigheden in Valletta:
1. CAFÉ LA VALETTE
Adres: Republic Street 295.
Oorlogsheld sticht nieuwe hoofdstad
De overwinning op de Ottomanen in 1565 hadden de ridders vooral te danken aan hun vastberaden leider, grootmeester Jean de la Valette. Zonder zijn visie, vastberadenheid en moed hadden de johannieters de belegering niet overleefd.
De la Valette kwam uit de Provence en sloot zich al vroeg aan bij de ridderorde. In 1522 had hij de nederlaag tegen de Ottomanen meegemaakt, waarna de ridders Rodos moesten verlaten en bijna acht jaar rondzwierven voordat de Spaanse koning hun Malta aanbood.

Jean de la Valette is nog steeds de held van het eiland. Zo staat hij in het café aan de Republic Street. In zijn hand prijkt de plattegrond van Valletta.
Onder Jean de la Valette (1557-1568) kreeg het eiland de reputatie van christelijk bolwerk tegen de islam. Vanuit heel Europa kwamen jonge edelen om mee te vechten.
Gezinnen die een zoon bij de ridderorde hadden, genoten veel aanzien en deden contacten in het buitenland op. Er staan talrijke standbeelden van De la Valette in de stad, onder meer in het café aan de Republic Street, dat in een huis uit de riddertijd gevestigd is.
2. PLATTEGROND
Adres: St.Andrew Bastion, St. Mark Street.

In opzet lijkt Valletta wel op Manhattan, dat echter pas 250 jaar later bebouwd werd.
De modernste stad van Europa
Na de zege op de Ottomanen in 1565 droegen dankbare Europese koningshuizen enorme sommen bij aan de bouwwerken van de ridders.
Binnen een paar weken had de Italiaanse architect Laparelli het ontwerp voor een nieuwe hoofdstad rond. Hij maakte de kronkelige straatjes kaarsrecht, zodat er een frisse zeebries door de stad kon waaien.
Jean de la Valette zette in 1566 de eerste schop in de grond.
Versterkte muren langs de kust boden bescherming.
Het St. Elmo-fort werd zwaar versterkt.
Sint-Janscokathedraal, gebouwd ter ere van Johannes de Doper.
3. KATHEDRAAL
Adres: St. John’s Co-Cathedral, Republic Street.
Kathedraal puilt uit van het goud
Het belangrijkste gebouw van de stad is de Sint-Janscokathedraal. Hier eerden de ridders Johannes de Doper en begroeven ze hun broeders. De vloer bestaat uit 375 kleurrijke grafplaten. De grootmeesters zijn bijgezet in de overdadige kapellen.
Oorspronkelijk was de kathedraal zeer spartaans, maar toen de barok Malta bereikte, spaarden de ridders kosten noch moeite om het interieur te verfraaien met schilderingen, goud en andere pracht en praal. Vooral
de Italiaanse schilder en ordebroeder Mattia Preti heeft zich uitgeleefd.
Let ook op de graven van de grootmeesters, die de strijd tegen de Ottomanen gedenken: ze zijn bijgezet onder stapels buitgemaakte wapens.
4. PALEIS
Adres: Grandmasters Palace, Palace Square.
Grootmeester liet het breed hangen
Het hoofd van de johannieterorde – de grootmeester – werd voor het leven gekozen en regeerde vanuit dit paleis midden in de stad.
De grootmeester mocht zich prins noemen, maar hij was een monnik en bleef aan zijn gelofte van kuisheid gebonden. Hij had dus geen zoon die hem op kon volgen.

Het paleis is nu een museum, en er wordt hoog bezoek ontvangen.
De grootmeesters wilden daarom hun stempel op het eiland drukken tijdens hun leven. Ze haalden vaak grote kunstenaars naar Malta of stichtten een nieuw dorp.
Maar eerst en vooral moest de grootmeester voor het voortbestaan van de orde zorgen – en dat kostte geld. Overal in het paleis hangen schilderijen en wandtapijten die laten zien hoe de ridders aan dat geld kwamen.

De ridders zagen de aanvallen op islamitische schepen als een heilige oorlog, maar in feite was het pure piraterij.
Nadat ze uit het Heilige Land waren verdreven, kozen de monniken het ruime sop. In Valletta lag een flinke vloot, waarmee Ottomaanse handelsschepen overvallen werden. De waar werd meegenomen en de bemanning tot slaaf gemaakt.
De johannieters zagen deze piraterij als een heilige oorlog tegen de moslims. Ze hielden er pas in de loop van de 18e eeuw mee op.
5. ARSENAAL
Adres: Palace Armoury, Grandmasters Palace.
Napoleon stal wapenarsenaal
In het Grootmeesterspaleis bevindt zich de imposante wapenverzameling van de ridders – van de maliënkolders van de kruistochten tot de harnassen en vuurwapens van de 18e eeuw.
Het arsenaal was vroeger veel groter, maar het werd geplunderd door Franse soldaten na de landing van Napoleon in 1798. Vanwege de opstand die hierdoor uitbrak, moesten de Fransen zich twee jaar in Valletta verschansen.

Een audiogids leidt je door de verzameling wapens en harnassen.
6. CASA RICCA PICCOLA
Adres: Casa Rocca Piccola, Republic Street 74.
Ambtenaar houdt open huis
Bijna 500 jaar geleden kwam Cosimo de Piro met de johannieters naar Malta. De Piro was een hoge ambtenaar van de orde. Als burger hoefde hij niet in een herberg te wonen en kon hij een gezin stichten.
Later maakten zijn nakomelingen een toeristische trekpleister van zijn paleis aan de Republic Street. Er zijn rondleidingen langs kunst en snuisterijen uit bijna 500 jaar familiegeschiedenis.
Aan een muur hangt een portret van een naamloze slaaf. Hij staat symbool voor de duizenden moslims die in de galeien moesten roeien of moesten werken in de groeven waar de stenen voor de vestingen gewonnen werden.

We weten niet wie deze slaaf was, maar hij heeft een ereplek.
7. EEN GEHEIME GANG
Adres: St. Christopherstreet 141.
Tunnel naar het paleis
Niet ver van het Casa Rocca Piccola vind je nog een overblijfsel uit de riddertijd: een vroegere bewoner heeft een geheime gang naar het Grootmeesterspaleis laten uithouwen.

Valletta staat bol van de ondergrondse geheimen.
De ingang is in de kelder van The German-Maltese Circle, een vriendschapsvereniging tussen beide landen met een gezellig cafeetje.
8. HOSPITAAL
Adres: Sacra Infermeria, Mediterranean Street.
Patiënten aten van zilveren borden
De johannieterorde is begonnen als hospitaalorde die zieke pelgrims in het Heilige Land verzorgde. En ook nadat de ridders waren verdreven, bleven ze zich met geneeskunde bezighouden.
In Valletta bouwden ze een enorm hospitaal met plaats voor 800 patiënten, die de beste zorg van hun tijd kregen. De twee ziekenzalen zijn 155 meter lang.
Elke ridder moest één dag per week in het hospitaal werken. Hij deed dan al zijn ordetekens af en was slechts ‘zorgbroeder’. De meest ambitieuzen van hen mochten chirurgie studeren in Frankrijk.
Enorm hospitaal was hypermodern
De ziekenzorg werd meegenomen in de architectuur en inrichting van het ziekenhuis.

Veel ruimte
Het hospitaal bood plaats aan 800 patiënten.

Koele ziekenzaal
In de ziekenzaal was het koel dankzij het 11 meter hoge plafond.

Dekensysteem
De arts zag aan de kleur van de deken welke ziekte iemand had.
De johannieters hadden nog niet van bacteriën gehoord, maar ze zagen wel in dat een goede hygiëne bevorderlijk is voor het herstel.
Het beddengoed werd dan ook elke dag verschoond, en het eten werd op een zilveren bord opgediend, dat makkelijk af te wassen was.
De patiënten moesten wel met een lepel eten, want de ridders vonden het niet verantwoord om ze van mes en vork te voorzien. Ze kwamen immers uit allerlei landen die soms in oorlog waren.
9. THEATER
Adres: Manoel Theatre, 115 Triq it-Teatru l-Antik.
Ridders keken naar de dames
In 1731 schonk grootmeester António Manoel Valletta een theater. De taferelen op het toneel waren blijkbaar zo aanlokkelijk dat zelfs de kuise ridders er niet weg te slaan waren.
Via geheime, onderaardse gangen kwamen ze onopgemerkt binnen, en de eerste rij stoelen had een extra hoge rugleuning, zodat de rest van het publiek de zondige ridders niet kon zien zitten.

Het kleine, charmante theater van António Manoel is nog steeds in gebruik.
Het theater stond model voor de langzame verschuiving van de moraal onder de ridders die sinds de 17e eeuw optrad. Wijn, vrouwen en andere vormen van wereldlijk plezier zetten het celibaat onder druk, en vanaf 1768 mochten er zelfs vrouwen op het toneel staan.
Slechts 30 jaar later moesten de ridders zich aan keizer Napoleon overgeven, die het eiland in één dag innam zonder een schot te lossen.
10. MARTELKELDER
Door de paleiskelder weerklonk geschreeuw
Birgu, de eerste hoofdstad van de ridders, ligt aan de overkant van de baai. De stad werd gesticht nadat de johannieters de oorspronkelijke hoofdstad Mdina, midden op het eiland, hadden verwoest.

Het kalme Birgu met zijn kronkelige straatjes was meer dan 30 jaar de hoofdstad van Malta.
Maar Birgu was moeilijk te verdedigen en werd verlaten. Sindsdien was het de verblijfplaats van de pauselijke inquisiteur. Zijn paleis en martelkelder zijn open voor het publiek.
Ga ook naar het St. Angelo-fort en het marinemuseum. Er gaat elk half uur een pont van Valletta naar Birgu.
STADSPLATTEGROND
Hier vind je de 10 bezienswaardigheden:



- Beeld De la Valette
- Plattegrond
- Sint-Janscokathedraal
- Grootmeesterspaleis
- Arsenaal
- Casa Rocca Piccola
- Paleistunnel
- Hospitaal
- Theater
- Martelkelder