Ze hebben geen vrienden, en de royals zien hen als het laagste van het laagste. Toch slagen de paparazzifotografen er elke week weer in om de roddelbladen te vullen, en de lezers smullen van hun foto’s.
Het tijdperk van de paparazzi begon in 1898 aan het sterfbed van IJzeren Kanselier Bismarck. Ze gedijden in de schaduw van de entertainmentindustrie en werden alom vervloekt na de dood van prinses Diana in 1997. Sinds beroemdheden hun eigen kiekjes op Instagram zetten, hebben ze een stuk minder omhanden. Maar wie zijn ze – en wat vinden ze zelf van hun werk?
De Amerikaan Ron Galella was een pionier. Vanaf de jaren 1960 patrouilleerde hij op Manhattan om foto’s te maken van zijn – vaak onwillige – slachtoffers. Maar Galella wees alle kritiek van de hand:
‘Als je een beroemdheid bent, ben je altijd een beroemdheid. Dat moet je begrijpen. Als beroemdheid ben je een geoorloofde prooi,’ zei hij.
Een paparazzo kan in zijn eentje opereren, maar ook opgaan in de meute langs de rode loper. Galella wilde niet in de menigte staan – hij werkte alleen. Hij wilde de authentieke gezichtsuitdrukking vastleggen en oogcontact maken met zijn prooi.
Van alle duizenden beroemdheden die hij in zijn lange carrière kiekte, noemde hij Jackie Kennedy zijn ‘gouden meisje.’ Naar eigen zeggen wist Galella een miljoen foto’s van haar te maken.
Dit is een overzicht van de geschiedenis van de paparazzifotografie, aan de hand van enkele van de meest iconische foto’s.
Een foto van de overleden IJzeren Kanselier zou een primeur zijn, wisten fotografen Willy Wilcke en Max Priester. In de nacht dat Otto von Bismarck in 1898 stierf, braken ze bij hem thuis in. Terwijl Priester de camera aan het voeteneind van het bed optuigde, legde Wilcke het hoofd van de overledene hoger op het kussen. Toen ontstak Priester het magnesiumpoeder, en ’s werelds eerste paparazzifoto was een feit.
Een Berlijnse krant had er 30.000 rijksmark (250.000 euro nu) voor over, maar de familie van Bismarck haalde de politie erbij. De fotografen draaiden de bak in.
De familie maakte de foto van de dode Otto von Bismarck pas na 60 jaar openbaar.
In 1955 kwamen vertegenwoordigers van de ‘Grote Vier’ (de VS, de Sovjet-Unie, het VK en Frankrijk) bijeen in Genève om de toekomst van Vietnam te bespreken. De beveiliging was scherp, en om beelden van de geheime onderhandelingen te maken, moesten fotografen creatief te werk gaan.
Of deze fotograaf de mand gewoon gebruikte in plaats van een vergeten ladder of dat hij was binnengesmokkeld door een wijnboer (zijn vermomde assistent), is onbekend.
Op de top in Genève werd weinig resultaat geboekt: de oorlog in Vietnam ging door.
De term ‘paparazzo’ is bedacht door de Italiaanse filmmaker Fellini. Tijdens de opnamen van La dolce vita (1960) had hij een scheldwoord nodig voor een vervelende fotograaf, en mogelijk was hij geïnspireerd door het Siciliaanse woord voor een grote mug: papataceo.
In de film zwermen de fotografen rond de filmster Sylvia (Anita Ekberg), die landt op het vliegveld van Rome.
In de film had Anita Ekberg geen problemen met de fotografen. Dat kwam pas later.
Haar bad in de Trevifontein (La dolce vita) maakte van Anita Ekberg een ster. Op een avond in 1960 kwam ze laat thuis in haar villa in Rome. Op straat stonden vier paparazzi – en toen werd Ekberg woest. Gewapend met pijl-en-boog eiste ze hun filmrolletjes op. Ekberg liet het niet bij dreigen: ze raakte een camera, vernielde een flitser en een fotograaf kreeg een pijl in zijn schouder.
Anita Ekberg had geoefend met boogschieten voor haar volgende film. Ze schoot drie keer raak.
De baas van de Fiat-fabrieken, Gianni Agnelli, voelde zich vrij door naakt in het water springen vanaf zijn jacht Agneta. Dat beeld wilde fotograaf James Andanson maar wat graag hebben. Terwijl hij door een krachtige telelens naar het jacht keek, trok een duiker aan de ankerketting om het schip in de juiste hoek te houden.
Als playboy, rallyrijder en multimiljonair was Gianni Agnelli een opvallende figuur in Italië.
De ouders van Ray Bellisario kwamen uit Italië, en hij had het temperament blijkbaar geërfd. Hij werd bekend als de eerste paparazzo van Engeland omdat hij de erecode van fotografen schond: ze drukten alleen op de knop als koningin Elizabeth dat toestond.
Vanaf 1955 stalkte Ray de royals, en hij legde veel gênante momenten vast, zoals prinses Margaret met een gekke douchemuts en prinses Anne die van haar paard viel. Een boze prins Philip wilde Ray laten opsluiten in de Tower of London.
‘Dat ze me een paparazzo noemen, vind ik een zware belediging,’ zei Ray Bellisario. Hij zag zichzelf als een serieuze journalist.
Als dochter van prins Reinier van Monaco en filmster Grace Kelly was prinses Caroline al vanaf haar geboorte een lieveling van de roddelpers. Maar ze wilde niet dat zij en haar kinderen tegen hun wil in de bladen stonden. In 2004 oordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dat de Duitse bladen haar recht op privacy hadden geschonden.
In 1990 kwam Carolines man, Stefano Casiraghi, om bij een bootongeluk. De rouwende weduwe werd achtervolgd door paparazzi.
Beroemdheden hebben lang geprobeerd om het voor paparazzi te verpesten door een zonnebril te dragen of in ieder geval oogcontact te vermijden. Acteur Brad Pitt nam geen halve maatregelen toen hij in 1995 de paparazzi in New York wilde ontwijken. Het feit dat hij dat jaar door People werd uitgeroepen tot Sexiest Man Alive was niet terug te zien op de foto’s.
Als filmster, vriend van Jennifer Aniston en echtgenoot van Angelina Jolie is Brad Pitt een geliefde prooi van paparazzi.
Diana Spencer leidde de eerste 20 jaar een rustig leven, maar daar kwam abrupt een einde aan toen ze zich in 1981 verloofde met de Britse kroonprins. Van de ene dag op de andere werd Diana opgejaagd door schreeuwende fotografen en hun flitsers.
Als ze eindelijk een keer alleen was, stond er geheid een paparazzo achter de heg. En zelfs toen ze dodelijk gewond was geraakt bij een auto-ongeluk in Parijs in 1997, werd de ‘meest gefotografeerde vrouw ter wereld’ omringd door paparazzi.
Waar prinses Diana ook kwam, overal stonden fotografen naar haar te roepen in de hoop op oogcontact.
Fotograaf Ron Galella kreeg de primeur van zijn leven toen hij Jacqueline Kennedy alleen op straat zag lopen. Hij volgde haar in een taxi. De chauffeur toeterde en ze draaide zich om.
‘Ze glimlachte omdat ze nog niet doorhad dat ik het was,’ zei Galella. Hij noemde de foto ‘Mijn Mona Lisa’ vanwege de glimlach, het zachte licht en de wind in haar haar. Het was de beste van de miljoen foto’s die hij van Jackie maakte.
Jacqueline probeerde Ron Galella te ontlopen, en een tijdje had hij zelfs een straatverbod.