Leonardo verstopt muziek
Het laatste avondmaal, Leonardo da Vinci, ca. 1498
Een Italiaanse computerexpert en musicus denkt de echte Da Vinci-code te hebben gebroken.
Volgens Giovanni Maria Pala heeft het renaissancegenie Leonardo da Vinci een muzikale compositie van 40 seconden in zijn beroemde meesterwerk Het laatste avondmaal uit 1498 verborgen.
Het schilderij stelt de laatste maaltijd van Jezus met zijn 12 discipelen voor, voordat hij opgepakt en gekruisigd wordt.
Na jaren van onderzoek kwam Pala in 2007 tot de conclusie dat de broodjes op tafel en de handen van de discipelen elk voor een muzieknoot staan.
Achter elkaar vormen de noten een stukje muziek dat volgens Pala ‘als een requiem’ klinkt. Hij ziet de muziek ‘als een soundtrack die het lijden van Jezus onderstreept’.
Pala begon met zijn onderzoek nadat hij geruchten had gehoord dat er muziek verborgen zou zitten in het schilderij.
Zijn eerste pogingen draaiden op niets uit, hoewel Pala snel in de gaten had dat het brood en de handen voor noten zouden kunnen staan. Hij zette de noten in een notenbalk, maar het resultaat was niet erg harmonisch.
Pala vermoedde dat Leonardo in spiegelbeeld schreef, en speelde de muziek achterstevoren. Dat klonk meteen een stuk beter.
Volgens Alessandro Vezzosi, de directeur van het Da Vinci-museum in Leonardo’s geboorteplaats Vinci, speelde de kunstenaar lier en schreef hij regelmatig muziek.
Hij noemt de theorie van Pala daarom ‘plausibel’, vooral omdat de vele broodjes het schilderij duidelijk in harmonische delen verdelen, wat ook typisch is voor composities.

DE NOTEN van het geheime muziekstuk van Leonardo da Vinci zijn te zien door de vijf lijnen van een notenbalk over het schilderij te trekken. De broden en de handen van de 13 personen vormen de noten. DE MUZIEK klinkt nergens naar als je de noten van voren naar achteren afspeelt. Maar in spiegelbeeld – zoals Leonardo ook schreef – vormen ze een harmonische melodie.
Bekijk de video en beluister de muziek
Bekijk het item over de verrassende ontdekking van Giovanni Maria Pala en luister naar de verborgen muziek uit Het laatste avondmaal.

Het schilderij mocht niet te schokkend zijn, en daarom zien de borsten eruit als vruchten.
Borsten in de fruitschaal
Sint Agatha, Giovanni Cariani, 1516
Agatha was een 3e-eeuwse christelijke vrouw van adel uit Sicilië.
Toen ze tijdens de christenvervolgingen weigerde haar geloof af te zweren, werden haar borsten afgesneden en werd ze levend verbrand.
In 1516 kreeg Cariani de opdracht om Agatha te schilderen. Hij ging discreet te werk, want slechts één detail verraadt het gruwelijke lot van Agatha: in de fruitschaal op tafel liggen haar afgesneden borsten.

Als de monniken naar buiten komen, zien ze het achterwerk. De olifant tilt zijn staart op alsof hij zijn behoefte gaat doen.
Kunstenaar neemt subtiel wraak
Olifantje, Bernini, 1667
De beeldhouwer Gian Lorenzo Bernini kreeg in 1666 het verzoek om een olifant te maken voor een dominicanenklooster in Rome.
Maar met de monniken was geen land te bezeilen. Vooral de monnik Paglia had voortdurend kritiek op Bernini.
Toen nam deze wraak: hij plaatste de olifant zo dat het achterste van het dier naar het klooster gericht was.
Bovendien trekt de olifant zijn staart op, alsof hij zijn behoefte doet. Om de boodschap nog eens te benadrukken, kijkt de olifant ook met een boze blik in de richting van het klooster.

Er staan duidelijk vijf mannen, maar een van hen lijkt boven de grond te zweven zonder benen.
Kunstenaar vergeet een paar voeten
Opwekking van de zoon van de keizer, Masaccio en Filippino Lippi, ca. 1425/1481
De renaissanceschilder Masaccio liet bij zijn dood in 1428 een aantal onvoltooide werken na.
Een daarvan was Opwekking van de zoon van de keizer, dat de jonge Filippino Lippi in 1481 moest afmaken.
Of hij nu in slecht licht werkte, een gebrek aan ervaring of een diepere bedoeling had is niet bekend, maar in ieder geval ontbreekt er een paar voeten. De vijf mannen links hebben samen vier paar benen.

De spiegel aan de muur verraadt dat het paar niet alleen in de kamer is. Een van de mensen in de spiegel is wellicht Van Eyk.
Van Eyk toont zijn talent
Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw, Jan van Eyck, 1434
Op het eerste gezicht lijkt het een eenvoudig portret van de Italiaanse koopman Arnolfini en zijn vrouw. Maar schijn bedriegt.
Dit schilderij van Jan van Eyk geldt als een van de meest complexe van de renaissance. Zo zijn er geen twee, maar vier personen op het doek afgebeeld. In de kleine spiegel aan de wand achter het echtpaar zijn nog eens twee mensen te zien.
Niemand weet wie de twee figuren in de spiegel zijn. Wellicht zijn het Van Eyk zelf en zijn leerling. Boven de spiegel staat geschreven: ‘Jan van Eyk was hier’, dat kan een aanwijzing zijn.
Het zelfportret toont het onovertroffen vakmanschap van Van Eyk. De spiegel staat bol, het is een convexe spiegel.
Van Eyk moest dus een miniatuur in spiegelbeeld en in vissenoogperspectief schilderen, waarin de verhoudingen vertekend zijn.

Het schilderij lijkt een dorpstafereel te tonen, maar het zit vol met bizarre scènes.
Een schilderij vol uitdrukkingen
Nederlandse spreekwoorden, Pieter Bruegel de Oude, 1559
Dit werk van de Brabantse schilder Pieter Bruegel toont op het eerste gezicht een dorpje, waar de inwoners hun dagelijkse werkzaamheden uitvoeren.
Maar wie goed kijkt ziet een aantal bizarre situaties. Zo zit een vos aan tafel met een vogel, en is een man bezig een kat een bel om te binden.
De taferelen op het doek beelden namelijk Nederlandse spreekwoorden uit. Tot nu toe zijn er 112 bekend, maar kunsthistorici denken dat er nog veel meer schuilgaan in het schilderij.
‘De daken zijn er met vlaaien bedekt’ betekent dat ergens overvloed heerst.
‘Op de wereld schijten’: Zich nergens wat van aantrekken.
‘Een ei in het nest laten’: Iets achter de hand houden voor later.
‘Ergens de gek mee scheren’: Iets volkomen belachelijk maken.
‘De een scheert schapen, de ander varkens’: Het is in de wereld niet gelijk verdeeld.
‘Rozen voor de zwijnen werpen’: Moeite verspillen aan iets wat het niet waard is.
‘Bij de duivel te biecht gaan’: Je geheimen aan de vijand verklappen.
‘Zijn last dragen’: Iedereen zeult wel een klein of groot probleem met zich mee.
‘Zijn jas over de haag smijten’ of ‘zijn cappe op den thuyn hangen’: het voor gezien houden.
‘Niet van het ene brood tot het andere weten te geraken’: Niet goed met geld kunnen omgaan.
Meesterwerk is snoeverij
De ambassadeurs, Hans Holbein de Jonge, 1533
De 16e eeuw was de tijd van ontdekkingen en onderzoek, en dit werk van Hans Holbein bevat veel symbolen van het nieuwe tijdperk.
Zo nemen sextanten, oosterse tapijten, wereldbollen en zonnewijzers een prominente plek in. En op de voorgrond staat een symbool van alle tijden: een schedel.
Het doodshoofd is echter verwrongen en is pas goed te zien als je van dichtbij schuin naar het schilderij kijkt.
Volgens sommige kunsthistorici was het werk bedoeld om naast een trap of in een hal te hangen, waar voorbijgangers het vanuit de juiste hoek zouden zien.
Maar anderen denken dat Holbein gewoon met zijn technische vaardigheden als kunstenaar wilde pronken.
Overspel vereeuwigd
Tapijt van Bayeux, onbekend, ca. 1070
In 1066 viel Willem de Veroveraar uit Normandië Engeland binnen. Om dit heuglijke feit te gedenken liet Willems halfbroer Odo een wandtapijt van 70 meter maken.
Natuurlijk zijn op het tapijt allerlei bloedige slagen en dappere krijgers afgebeeld. Maar er staan ook een paar bijzondere taferelen op.
Zo is een priester te zien die een vrouw slaat. Boven het paar staat ‘een zekere geestelijke en Aelfgyva’. Aelfgyva was destijds een gebruikelijke naam voor een vrouw van adel.
Onder het paar zit een naakte man op zijn hurken, alsof hij zich probeert te verstoppen.
Onderzoekers denken dat de scène verwijst naar een schandaal dat zo bekend was dat de afbeelding voor zichzelf sprak.
Wellicht was er sprake van een driehoeksverhouding tussen een ontrouwe dame van stand, een boze echtgenoot en een fors geschapen minnaar op de vlucht.

Aelfgyva is de enige vrouw die met name genoemd wordt op het tapijt. Ze was dus vermoedelijk een hooggeplaatst persoon. Het Tapijt van Bayeux is 70 meter lang en toont scènes van de verovering van Engeland.
Duivel schuilt in de wolken
Fresco in de Sint-Franciscusbasiliek, Giotto di Bondone, ca. 1290
Toen de Italiaanse kunsthistoricus Chiara Frugoni in 2011 de muren van de Sint-Franciscus-basiliek in de stad Assisi schoonmaakte, ontwaarde ze plotseling een gezicht in een muurschildering van de kunstenaar Giotto di Bondone.
Het gezicht gaat schuil in de wolken en is vrijwel niet te zien vanaf de vloer.
‘Dit is een krachtig portret met een haakneus, diepliggende ogen en twee donkere hoorns,’ aldus Frugoni. Het portret zou een afbeelding van de duivel zijn.
Niemand weet waarom Giotto de duivel verborg in een tafereel dat de dood van Franciscus van Assisi verbeeldt.
Volgens Sergio Fusetti, die de restauratie leidde, zou het gezicht hebben toebehoord aan een rivaal van Giotto, en wilde hij de spot met hem drijven.
Maar andere deskundigen denken dat Giotto gewoon een grapje wilde uithalen.
Een derde theorie zegt dat Giotto wilde laten zien dat zelfs een heilige als Franciscus niet zeker was van een plaats in het Paradijs:
‘In de middeleeuwen dachten mensen dat in de wolken demonen leefden, die zielen op weg naar de hemel tegenhielden,’ zegt Frugoni.

In de wolken aan de hemel ontdekte een kunsthistoricus de duivel.
Schilderij biedt kijkje in de toekomst
De school van Athene, Rafaël, 1510
In 1510 was Rafaël druk in de weer met zijn muurschildering De school van Athene, maar hij had geen inspiratie voor de achtergrond.
Hij vroeg zijn leermeester, de architect Donato Bramante, om raad. Bramante was vier jaar eerder begonnen aan de bouw van de Sint-Pietersbasiliek in Rome.
Hij hielp Rafaël met het schilderen van de achtergrond.
Bramante lijkt zijn plannen voor de Sint-Pieter gebruikt te hebben bij de voltooiing van het werk van Rafaël, want de achtergrond is een getrouwe kopie van de basiliek met zijn karakteristieke koepel en zijn gewelfde plafond.
Bramante stierf vier jaar later, en zijn basiliek werd pas in 1626 ingewijd. Maar wie de schildering van Rafaël in 1510 bewonderde, ving een glimp van de toekomst op en zag al hoe de Sint-Pieter er over 116 jaar uit zou zien.
En Rafaël had nog meer verrassingen in petto: zijn schildering toont op het eerste gezicht een aantal grote figuren uit de oudheid, maar Rafaël voegde ook een paar kunstenaars van de renaissance toe.
Zo worden grootheden als Archimedes, Alexander de Grote en Plato vergezeld door Leonardo da Vinci, Michelangelo en Bramante.
Michelangelo neemt wraak
Het multitalent Michelangelo was berucht om zijn temperament en zijn woede-uitbarstingen. In paus Julius II, die bekendstond als de oorlogspaus, had hij een waardig tegenstander.
In 1505 gaf de paus Michelangelo de opdracht om een fraai grafmonument te maken. De kunstenaar stortte zich op het project.
Hij was een paar jaar bezig om marmer te vinden en dat naar Rome te krijgen, maar plotseling zette de paus het project stil. Michelangelo was woest.
Drie jaar later schakelde de paus hem weer in – dit keer om de Sixtijnse Kapel in Rome te decoreren. Met frisse tegenzin ging Michelangelo aan de slag.
De paus zat hem voortdurend dwars. Julius wilde alleen de 12 discipelen geschilderd hebben, maar Michelangelo drukte zijn zin door en beeldde wel 343 figuren af.
Michelangelo zou zijn vele aanvaringen met de paus niet licht vergeten. Hij nam wraak in de vorm van verborgen, vileine details in de Sixtijnse Kapel.
Paus wordt te kijk gezet
Een van de ergste beledigingen van Michelangelo was gericht aan het adres van paus Julius II en is op het plafond van de Sixtijnse Kapel te zien.
Hij beeldde hier zeven profeten uit het Oude Testament af, en Julius stond model voor Zacharias.
De paus vond het een grote eer om vergeleken te worden met de oude profeet, en lijkt niet te hebben opgemerkt dat een van de twee engelen achter zijn rug het zogeheten ficagebaar maakte.
Dit gebaar staat voor de vrouwelijke geslachtsdelen en was toentertijd zwaar beledigend. Als het werk in onze tijd was gemaakt, had de engel wellicht zijn middelvinger opgestoken.