Amédée Masclef

Zo werd de aardappel het belangrijkste voedsel voor de Europeanen

De bijgelovige Europeanen durfden hun tanden niet in een aardappel te zetten, maar door oorlog en hongersnood gingen ze overstag. In de 19e eeuw was de onaanzienlijke knol een cruciale voedingsbron.

Wie ontdekten de aardappel?

Ruim 7000 jaar geleden ontdekten landbouwers in het Chilca-dal in Peru een klein, taai knolgewas dat het in de koude, winderige Andes goed deed.

Dat blijkt uit archeologische vondsten van aardappelresten in een grot.

De plant, die tot de nachtschadefamilie behoort, was giftig, maar volgens archeologen stuitten de eerste aardappeleters bij toeval op een knol die vanwege vorst zijn gif kwijtgeraakt was.

Een andere mogelijkheid is dat de indianen hadden gezien dat lama’s altijd een hap klei nemen voordat ze wilde aardappelen eten.

De plaatselijke klei bevat inderdaad stoffen die het gif neutraliseren. Via veredeling wist men het gif grotendeels uit de aardappel te verwijderen.

De afzichtelijke knol werd in de millennia daarna een belangrijk onderdeel van het Zuid-Amerikaanse dieet.

Hoe kwam de aardappel bij ons?

Tijdens de verovering van Zuid-Amerika in de 16e eeuw stuitten de Spanjaarden op de aardappel, en ze waren er al snel achter dat hij zeer voedzaam is.

Eerst gebruikten ze hem vooral om de indianen te voeden die ze als slaven in de zilvermijnen van de Inca’s tewerkstelden.

Rond 1570 kwam de eerste lading aardappelen naar Spanje. Een paar jaar later trof de Engelsman Francis Drake hem aan in Zuid-Amerika en nam hij hem mee naar huis.

Eerst moesten de Europeanen echter weinig van de knol hebben.

De Spanjaarden zochten naar goud in Zuid-Amerika, maar de aardappel bleek ook heel waardevol.

© M Evans/Scanpix

Wat vonden de Europeanen van het nieuwe voedsel?

Het viel Spaanse zeelieden op dat de aardappeleters onder de bemanning minder last hadden van scheurbuik dan collega’s die het bij pekelvlees en beschuit hielden.

Maar op het land bezagen de Europeanen de aardappel met argwaan. Hij groeide op een enge plaats – onder de grond, waar de duivel huisde – en kwam bovendien niet voor in de Bijbel. Daarnaast hadden toenmalige aardappelen vingerachtige uitgroeisels.

Daardoor leken ze op de handen van melaatsen, wat de boeren angst aanjoeg. De wetenschap bevestigde de vooroordelen.

In 1596 publiceerde een Zwitserse botanicus de eerste wetenschappelijke beschrijving van de aardappel. Zijn conclusie was dat deze tot melaatsheid en losbandigheid leidde.

Een poging om de aardappel aan het Engelse hof te introduceren mislukte doordat de koks van koningin Elizabeth I niet wisten wat ze ermee aanmoesten.

Ze gooiden de knollen weg en kookten de giftige bladeren. Het hele hof zou ziek geworden zijn, en de aardappel was er jarenlang taboe.

De aardappel deed Europeanen denken aan de handen van een melaatse.

© Alamy/Imageselect

Wie stalen de Franse piepers?

Tijdens de Zevenjarige Oorlog tussen Frankrijk en Pruisen (1756-1763) werd de apotheker Antoine-Augustin Parmentier krijgsgevangen gemaakt door de Pruisen.

Hij kreeg volop aardappelen te eten en voelde zich daar zo goed bij dat hij er na zijn vrijlating zijn levenstaak van maakte om de Fransen aan de gezonde knol te krijgen.

Dat viel nog niet mee. Parmentier schreef een boek waarin hij de aardappel aanprees en advies gaf over de bereiding.

Hij organiseerde diners voor de Parijse elite en gaf koning Lodewijk XVI op diens verjaardag een boeket aardappelbloemen cadeau.

De koning was er blij mee, maar het volk wilde er niets van weten. Zelfs de 500.000 ondervoede Parijzenaars weigerden de aardappel aan te raken.

In deze noodsituatie besloot Parmentier een list te gebruiken. Met de zegen van Lodewijk kocht hij in 1787 een paar hectare vruchtbare grond.

Aardappelveld wordt bewaakt

Toen hij er aardappelen had gepoot, zette hij rond het veld bewakers neer die nieuwsgierigen op afstand hielden.

Maar ze mochten steekpenningen aannemen en knepen een oogje toe als iemand aardappelen van het veld stal.

Het gewas moest wel waardevol zijn als het zo streng bewaakt werd, en het publiek had er alles voor over om het te pakken te krijgen.

Binnen de kortste keren at iedereen aardappelen, en Lodewijk was onder de indruk: ‘Frankrijk zal u op een dag dankbaar zijn omdat u de armen brood heeft gegeven.’

En dankbaar waren de Fransen. Terwijl de revolutie woedde (1789-1799) en de koning zijn hoofd kwijtraakte, werd Parmentier geroemd omdat hij het ‘voedsel van de revolutie’ gebracht had.

Parmentiers bewakers maakten de Fransen nieuwsgierig.

© Bridgeman

Wat was de aardappeloorlog?

In 1778 wilde de Pruisische koning Frederik de Grote het vorstendom Beieren, dat zonder regent zat, inpikken.

Maar de Oostenrijkse vorst was op hetzelfde idee gekomen, en de aartsvijanden stuitten in Bohemen op elkaar.

Beide legers waren slecht voorbereid en bevoorraad. De soldaten wilden dan ook niet vechten, want ze waren al hun tijd kwijt aan het zoeken naar eten op de aardappelvelden van Bohemen.

Er gingen maanden voorbij, en eind 1779 maakten de twee vorsten een eind aan de onbesliste strijd, officieel de Beierse Successieoorlog geheten.

Frederik de Grote kan echter best een beetje trots zijn op de bijnaam ‘aardappeloorlog’ (zie vraag 8).

Frederik de Grote oogstte veel lof voor zijn promotie van de aardappel.

© AKG images

Wat was het aardappeloproer?

Tijdens de Eerste Wereldoorlog leidde de aardappel tot een heuse volksopstand in het neutrale Nederland.

Het voedsel was op de bon en aardappelen waren er in 1917 niet meer te krijgen. Dat pikten de Amsterdammers niet.

Een schip in de Prinsengracht met aardappelen voor het leger werd geplunderd door vrouwen. Arbeiders gingen staken uit solidariteit, en op 5 juli werd het leger ingezet tegen de betogers.

Er vielen 9 doden en 114 gewonden.

Het stadsbestuur verstrekte extra aardappelbonnen, maar pas na de vrede in 1918 kwam er een eind aan de aardappelschaarste.

Wat had de aardappel te maken met de Ierse emigratie?

De aardappel sloeg ook aan in Ierland, waar in de 19e eeuw 40 procent van de bevolking niets anders te eten had. Vijf kilo per dag was genoeg voor een familie.

Maar in 1845 verrotten de Ierse knollen in de grond vanwege een schimmel. Het gevolg was een landelijke hongersnood, waar de quaker William Forster in 1847 getuige van was:

‘In een hut vond ik twee uitgehongerde mannen die uitgestrekt op de vochtige vloer lagen in hun vuile kleren, te zwak om te kunnen bewegen.’

Toen de ramp in 1849 voorbij was, waren een miljoen Ieren verhongerd en 1,5 miljoen geëmigreerd naar de VS.

Hoe overwon de pieper de vooroordelen en het bijgeloof?

Aardappel bracht uitkomst: Europa werd in de 17e en 18e eeuw geteisterd door oorlogen, en de soldaten stortten zich als sprinkhanen op de voorraad-schuren.

Dat was een regelrechte ramp voor de boeren, die dan tot de volgende oogst zonder eten zaten.

De aardappel had een groot voordeel ten opzichte van graan: hij kon in de grond blijven tot hij gegeten werd. Soldaten hadden vaak geen tijd om de knollen allemaal op te graven.

Dwang hielp ook: Vorsten als Frederik de Grote van Pruisen zagen de mogelijkheden van de aardappel, maar hadden moeite de bevolking ervan te overtuigen.

Daarom deelde Frederik gratis pootaardappelen uit aan de boeren. Van boeren die bleven weigeren, konden de oren en de neus afgesneden worden.

De beste argumenten: In de 17e en 18e eeuw waren koolhydraten en vitaminen onbekend, maar de boeren ontdekten dat de aardappel zeer voedzaam was en vier keer zo veel opbracht als graan.

Had de aardappel ook een keerzijde?

Begin 19e eeuw stapten drankproducenten over van graan op de goedkopere aardappel.

De prijs van sterkedrank kelderde, en in Pruisen nam het verbruik tussen 1800 en 1830 toe van een paar liter pure alcohol per inwoner per jaar tot maar liefst acht liter.

De ‘brandewijnpest’ noemden de Duitsers het alcoholisme in de arbeiderswijken. Vaak verergerden werkgevers de situatie door een deel van het loon in flessen te betalen.

In de industriestad Wuppertal zag de communistische filosoof Friedrich Engels hoe de arbeiders elke dag van kroeg naar kroeg stommelden.

‘In hun uitzichtloze situatie was dat ook geen wonder,’ schreef hij.

Hoe oud zijn chips?

Al in 1817 beschreef een Engels kookboek dat je aardappelen in schijfjes kunt snijden en die in vet bakken.

Maar volgens een hardnekkige legende ontstonden chips toen een boze kok aardappelschijfjes frituurde.

George Crum werkte in een restaurant in Saratoga Springs in de staat New York. Op 24 augustus 1853 had hij een kieskeurige gast die zijn frieten telkens terugstuurde omdat hij ze te groot vond.

Demonstratief sneed Crum de aardappelen in flinterdunne schijfjes, die hij in de frituurpan deed tot ze knapperig waren. Toen de gast de aardappelschijfjes geproefd had, was hij laaiend enthousiast.

Of het nu George Crum, zijn zuster Catherine Wicks, restauranteigenaar Cary Moon of heel iemand anders was die de eerste chips maakte, zullen we nooit weten, en of de veeleisende gast de miljonair Cornelius Vanderbilt was, zal ook wel onopgehelderd blijven.

Maar de Amerikanen hadden er een snack bij, die de wereld veroverde. Bewerkte producten als chips en friet zijn nu goed voor ruim 75 procent van de markt.

Overigens is ook niet bekend hoe oud frietjes precies zijn.

De kok George Crum en zijn zus Catherine Wicks worden genoemd als uitvinders van de chips.

© Saratoga Historical Museum & Nom Nom Paleo

Zijn aardappelen weleens als wapen gebruikt?

Op 23 mei 1950 zag de Oost-Duitse boer Max Tröger twee vreemde vliegtuigen boven zijn velden bij Chemnitz.

De volgende dag zag het zwart van de coloradokevers, die zijn aardappelplanten aanvraten. Er kwamen meer rapporten binnen over mysterieuze vluchten boven de DDR, gevolgd door een insectenplaag.

De communisten wisten wel wat er loos was: de ‘Amerikaanse imperialisten’ verspreidden kevers boven de DDR als biologische aanval op de voedselvoorziening van het land, die op de aardappel gebaseerd was.

De coloradokever heette al gauw Amikäfer (yankee-kever) in de propaganda en kreeg ervan langs: ‘De yankee-kevers zullen onze oogst vernietigen. Daarmee bedreigen ze ook jouw levensonderhoud.’

De plaag was mogelijk in Duitsland zelf begonnen. In 1943 kweekten de nazi’s coloradokevers die boven Groot-Brittannië afgeworpen moesten worden. Ze zagen echter van het plan af.

Ook de Tsjechen gaven de ‘imperialisten’ de schuld voor de kever.

© Tatobeetle.org & maniputátori.cz

Kunnen aardappelen groeien op Mars?

Nog niet, maar in 1995 was de aardappel de eerste groente die in de ruimte werd gekweekt. En dat was niet voor de lol.

Als NASA ooit astronauten naar Mars stuurt, krijgen ze aardappelen mee.

Tijdens de drie jaar durende tocht naar Mars en terug moeten ze gewassen telen, en de aardappel ligt voor de hand omdat hij weinig plaats nodig heeft.

Ook als er bases op Mars komen, wordt de pieper een belangrijk product.

Ondanks al onze technologie zijn we ook als ruimtereizigers afhankelijk van de onaanzienlijke knol.