Het boek Den Danske Chokoladehistorie (de Deense chocoladegeschiedenis) blaast het debat over de herkomst van de chocoladezoen nieuw leven in.
Het boek kwam uit op 13 september, internationale chocoladedag, en rekent af met de hardnekkige mythe dat de lekkernij in 1801 werd uitgevonden door de Denen.
Stoffige archieven ontsluierden het geheim
De auteur, de Deense historica Annette Hoff, schrijft onder andere dat Denemarken in 1801 nog helemaal geen chocolade kende.
Pas in 1818 kwam het eerste schip met een lading chocolade aan in Kopenhagen. 10 jaar later vond de Nederlander Coenraad van Houten de hydraulische cacaobonenpers uit, die het mogelijk maakte de bonen te verwerken tot eetbare chocolade.
Uit Hoffs onderzoek bleek verder dat de oudste chocoladefabriek van Denemarken, Elvirasminde, pas in 1905 chocoladezoenen ging verkopen. En vanaf 1912 volgde de fabriek een Amerikaans recept voor de lekkernij.
Patissier kwam er bekaaid af
Volgens het boek nam de patissier Emil Elifoker het recept mee vanuit de VS en liet hij dit zien aan de directeur van Elvirasminde.
Als dank kreeg hij een gouden horloge en een levenslange dienstbetrekking – maar geen percentage van de winst.
Zijn huidige afstammelingen vertellen dat de vader van Emil Elikofer de rest van zijn leven de spot met hem dreef, omdat hij zo'n slechte deal had gemaakt.
Schotten maakten in 19e eeuw chocoladezoenen
Maar waar komt de chocoladezoen nu vandaan? Volgens Annette Hoff is Schotland een goede kandidaat.
Hier kan de chocoladezoen met zekerheid worden getraceerd tot 1895, toen hij werd verkocht onder de naam Chocolate Mallow Biscuit – een met eiwitschuim gevulde chocoladebol, die nu nog steeds verkrijgbaar is.