In de middeleeuwen: Niet spugen!

Bij middeleeuwse feesten denken we al snel aan braspartijen, ongemanierdheid en gebrek aan hygiëne. Maar vanaf de 12e eeuw waren reinheid en beleefdheid een deugd. Boeren, neus ophalen en spugen mochten alleen nog als je het met stijl deed.

De gasten werden naar rang geplaceerd. Aan de hoofdtafel zat de gastheer. Aan de andere tafels zaten de minder belangrijke gasten.

‘Niet krabben als je aan tafel zit. En ook niet je neus snuiten, want dat verraadt een boerenafkomst.’

Dit soort adviezen over tafelmanieren kregen edelen in de middeleeuwen. Goede manieren, vooral aan tafel, onderscheidden beschaafde mensen van de dieren en armen, zo meende de adel. In de 12e eeuw werden de romans over moedige, beschaafde ridders populair bij de bovenklasse, en gingen de ridders zich ook aan tafel welgemanierd gedragen.

In de 13e eeuw ging men graag verkleed als koning Arthur aan tafel.

Tafelschikking naar rang

Het waren niet alleen goede manieren die aan regels gebonden waren. De maatschappij was destijds hiërarchisch ingedeeld. Boven aan de ladder had je de koning en de adel, onderaan boeren en bedienden. De adel kende bovendien verschillende rangordes die de tafelschikking bepaalden.

Aan de ene kant van de feestzaal stond de tafel op een verhoging. Daar zaten de gastheer en de voornaamste gasten. Hoe rijker de gast, des te dichter hij bij de gastheer zat. Eregasten hadden hun eigen zoutvat, anderen moesten het zout delen. De minder voorname gasten zaten aan de andere tafels.

De gasten zaten aan één kant van de tafel, zodat bediendes alle ruimte hadden voor het opdienen. Aan het hof van de koning bestond de bediening uit jongens van adel, die zo beleefdheid en respect leerden tonen.

Handen wassen!

De meeste gerechten at je met je handen. Reinheid was dus geboden. Iedereen waste zijn handen voor en na elk gerecht; het was erg ongepast je oren of nagels schoon te maken of in je neus te peuteren. De gastheer kon zelf als speciaal gebaar water over de handen van zijn gasten schenken. Vaak werd dit door een bediende gedaan.

Soms zaten er geurige kruiden door het water.

Recept voor geurig waswater

  • 2 liter water

  • 15 saliebladeren

  • Kook dit met sinaasappelschillen

  • Zeef vervolgens het water

Neem je eigen mes mee!

De vork bestond in de middeleeuwen nog niet. Middeleeuwers aten met hun vingers, nadat alles eerst in stukjes was gesneden. Daarvoor gebruikten de gasten een mes, dat ze zelf moesten meebrengen. Bij bijzondere gelegenheden sneed een bediende het eten voor.

Gulzigheid was een van de zeven doodzonden. Meer eten dan nodig was, was onbeschoft.

Vraatzucht werd in de hel bestraft

In de middeleeuwen waren de ergste zonden in het leven en aan tafel gulzigheid en ongemanierdheid. De belangrijkste deugden waren zelfbeheersing en beleefdheid. Dus getuigde het van goede manieren kleine porties te nemen van de schalen op tafel, langzaam te eten, kleine hapjes te nemen en de tafelgenoten het lekkerste eten aan te bieden.

Gesprekken moesten ook beschaafd zijn. Het was zeer ongepast iemand te onderbreken, met een volle mond of hard en met veel gebaren te spreken. Omdat dronken mensen hun goede manieren al snel vergeten, moest je matig zijn met alcohol wilde je jezelf goed in de hand kunnen houden.

Dresscode: koning Arthur-outfit!

De legendarische koning Arthur had in zijn tijd het imago van een moedige, hoofse en rechtvaardige koning. In de 13e eeuw hield de adel dan ook graag grote themafeesten rond koning Arthur.

Zo nodigde Eduard I van Engeland in 1306 duizenden gasten uit voor het Arthurfeest in Westminster. De gasten waren uitgedost als de ridders van Arthur en zaten aan grote ronde tafels, net zoals Arthur en zijn ridders destijds.

Het hoogtepunt was het opdienen van twee opgezette zwanen, het symbool van Camelot, op twee zilveren schalen. Geïnspireerd door de sfeer zwoeren 267 jonge edellieden om Schotland te veroveren en Engeland te verenigen, net als Arthur volgens de legende.