In 1992 schudden de Israëlische premier Yitschak Rabin en Yasser Arafat, de leider van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), elkaar de hand voor het Witte Huis in Washington. Ze hadden zojuist een vredesakkoord getekend.
De foto van dat moment, met een glimlachende Clinton op de achtergrond, ging de wereld over. Maar lang niet iedereen weet van de geheime onderhandelingen op een Noors landgoed die hieraan voorafgingen.
Daar probeert de HBO-film Oslo verandering in te brengen. Begin jaren 1990 organiseerde het Noorse diplomatenechtpaar Mona Juul en Terje Rød-Larsen een reeks onofficiële gesprekken tussen Israëlische en Palestijnse diplomaten. De onderhandelingen duurden negen maanden en leidden tot de Oslo-akkoorden, die korte tijd vrede in het Midden-Oosten brachten.
Bekijk de trailer van Oslo
Meer giswerk dan gedegen feiten
Oslo biedt de toeschouwer een kijkje achter de gesloten deuren van het landgoed Borregaard in Zuid-Noorwegen.
Op papier is het een interessant idee om in te zoomen op het diplomatieke proces dat aan de historische akkoorden voorafging. Het probleem is echter dat de weergave van de onderhandelingen meer gebaseerd is op giswerk dan op feiten. Het onderwerp ligt zo gevoelig dat exacte informatie geheim is gehouden.
In 2001 moest de Noorse historicus Hilde Waage een gedetailleerd verslag schrijven over de rol van Noorwegen in het proces en kreeg daartoe toegang tot geheime documenten van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Tot haar grote verbazing was er niet meer dan één vel papier beschikbaar over de onderhandelingen, die van januari tot september 1993 duurden. Het archief bleek helemaal leeg en in feite weten alleen de betrokkenen hoe het er aan de onderhandelingstafel aan toeging.
Regisseur Bartlett Sher en scenarioschrijver J.T. Rogers geven ook toe dat er sprake is van een ‘gefictionaliseerde’ poging de werkelijke gebeurtenissen weer te geven.
Ter verdediging van de film: Oslo gaat over de mensen die bij het akkoord betrokken waren. De focus op Juul en Rød-Larsen is zeker interessant en ook niet onterecht, want zij waren wel degelijk de initiatiefnemers van het geheime proces.
Maar de onderhandelingen zoals weergegeven in de film zijn niet gebaseerd op de werkelijkheid – behalve dat we weten dat ze er waren.
Het is duidelijk te merken dat de film een bewerking is van J.T. Rogers drie uur durende theaterstuk Oslo. De film voelt aan als een veredelde klucht en we zien niet veel meer dan het landgoed, waar de gemoederen soms hoog oplopen.
We zullen nooit weten waarom het precies Mona Juul en Terje Rød-Larsen waren die de onderhandelingen organiseerden. In de film komen we eigenlijk niets te weten over het Noorse echtpaar. Hun achtergrond, persoonlijkheden en motieven komen niet aan bod. Ze zijn bijna een soort figuranten in hun eigen politieke theater.
Het zou voor de hand hebben gelegen om te laten zien wat de onderhandelingen betekenden voor Israëliërs en Palestijnen. Dat zou de film ook meer historisch gewicht geven, maar dat gebeurt amper. De vijf jaar durende Intifada, die aan de Oslo-afspraken voorafging en waarbij ruim 1000 mensen omkwamen, wordt nauwelijks benoemd. Daardoor weet de kijker niet goed hoeveel er op het spel staat achter de gesloten deuren van het landgoed.
Saai toneelstuk zonder diepgang
De Israëlische jurist Joel Singer speelde een belangrijke rol in de geheime onderhandelingen in Oslo. Na de theatervoorstelling waarop de HBO-film Oslo is gebaseerd, was hij zeer kritisch:
‘Hoewel ze beweren dat het stuk op uitgebreid onderzoek gebaseerd is, heeft dat wat je op het toneel ziet bijna niets te maken met wat er in het echt is gebeurd,’ vertelde hij.
Maar dat is niet het enige zwakke punt van de film. ‘Oslo’ reduceert de historische onderhandelingen tussen Israël en Palestina tot een saai toneelstuk zonder politieke of historische diepgang, en dat doet het complexe conflict in het Midden-Oosten eigenlijk geen recht.