Wikimedia Commons/Shutterstock

Wie was de laatste castraatzanger?

Vrouwen mogen niet meer zingen in kerkkoren, besloot het Vaticaan in de 16e eeuw. En toen was er een tekort aan hoge stemmen. De oplossing waren jonge jongens die hun dierbaarste lichaamsdeel hadden laten verwijderen.

Toen de Italiaan Alessandro Moreschi op 21 april 1922 zijn laatste adem uitblies, ging hij de geschiedenisboeken in als de laatste castraatzanger.

Met hem stierf een eeuwenlange traditie van jongens die hun testikels opofferden om een engelenstem te houden.

Het idee om jongens te castreren om ze een hoge stem te geven, ontstond in de 16e eeuw, toen het Vaticaan vrouwen uit kerkkoren verbande.

Ze werden vervangen door gecastreerde mannen, die hun jongensstem hadden behouden omdat hun testikels verwijderd waren voordat ze in de puberteit kwamen. Daardoor maakte hun lichaam het mannelijk geslachtshormoon niet aan.

Hoewel castratie officieel verboden was, gaf paus Sixtus V in 1589 zijn goedkeuring aan de praktijk toen hij castraatzangers toestond te zingen in het koor van de Sint-Pieter.

VIDEO: Luister naar de laatste castraatzanger

Video

Duizenden moesten hun testikels inleveren

In de eeuwen daarna lieten duizenden Italiaanse ouders hun zonen castreren in de hoop dat ze carrière zouden maken als kerkzanger. Begin 18e eeuw werden bij zo’n 4000 jongens per jaar de testikels verwijderd.

Castraten kregen vaak een plaats in een groot kerkkoor en later in opera’s, maar slechts weinigen werden er rijk en beroemd mee, zoals ze hadden gehoopt.

Het leven van de meeste castraten stond in het teken van pijn, ook omdat hun botten bleven groeien door het gebrek aan geslachtshormoon.

In de 18e eeuw werden vrouwen weer toegelaten in kerkkoren en waren er minder castraatzangers nodig. Het verschijnsel kreeg de doodsteek in 1878, toen Paus Leo XIII de kerk verbood nog langer castraatzangers in dienst te nemen.