Nicolas André Monsiau
Moliére leest ‘Tartuffe’.

Molière gaf theater verstand en venijn

Het volk hield van hem, de Zonnekoning verafgoodde hem – en de bisschoppen haatten hem. In de 17e eeuw veranderde Molière het theater met zijn venijnige satire. Ontdek waarom de kerk gedwongen was om deze vrijzinnige theatermaker de mond te snoeren.

Wist je dat Molière eerst stoffeerder was, en dat hij twee keer vanwege schulden in de gevangenis zat?

Maak kennis met de toneelschrijver die de Zonnekoning deed schaterlachen, de ontrouw van zijn vrouw tentoonspreidde op het toneel en de basis legde voor de moderne satire.

Molière als Caesar.

Molière was niet alleen toneelschrijver, maar ook acteur – hier is hij verkleed als Caesar met een grote pruik op.

© Nicolas Mignard

Waar is Molière van bekend?

Molières scherpzinnige theaterstukken veranderden de komedie van simpel volksvermaak in een gerespecteerde kunstvorm.

Zijn mix van platte humor en bijtende satire vormde de basis voor de klassieke Franse komedie, ook wel la haute comédie genoemd.

In zijn toneelstukken stak Molière de draak met leugens en hypocrisie in het sterk verdeelde Frankrijk van de 17e eeuw. Met name de kerk en de oppervlakkige waarden van de elite werden door de auteur, die ook graag als acteur op het toneel verscheen, aan de kaak gesteld.

‘Hypocrisie is een modieus kwaad, en alle moderne kwaden worden nu als deugden beschouwd.’ Molière (Don Juan)

Molière nam zelden een blad voor de mond. Meestal liet hij zijn personages zeggen wat er in zijn hoofd omging. Zo laat hij de hoofdpersoon in het toneelstuk De misantroop zeggen:

‘Ik haat die gewoontes, met wangkusjes, glimlachen en knuffels, jezelf omhoog likken. Ik vind het vies, omhelzingen die grenzen aan walgelijke erotiek en zinloze vleierij, het is een afschuwelijke gewoonte.’

Hoe werd Molière acteur?

Molière werd geboren als Jean-Baptise Poquelin in 1622, en een toneelkcarrière lag niet voor de hand.

Zijn gezin behoorde tot de gegoede klasse van Parijs. Molières vader was hofstoffeerder: een functie waarbij hij verantwoordelijk was voo het behang, de tapijten en decgestoffeerde meubels aan het koninklijke hof.

Jean-Baptiste trad in de voetsporen van zijn vader. In 1641 werd hij ook benoemd tot hofstoffeerder. Daarnaast ging hij rechten studeren.

Toch was Jean-Baptiste niet geïnteresseerd in wetteksten of koninklijke tapijten. Op 21-jarige leeftijd – in 1643 – verklaarde hij dat het toneel zijn grote passie was.

Daarvoor had hij Madeleine Béjart ontmoet, een actrice uit een beroemde theaterfamilie. De twee kregen een relatie en richtten het toneelgezelschap l’Illustre Théâtre op. In die tijd nam Jean-Baptiste de artiestennaam Molière aan.

Historici weten niet wat de reden achter zijn ‘carrièreswitch’ was. Blijkbaar kon hij het theater gewoon niet weerstaan. Toen de uitgever van Molières werken in 1682 een speciale editie van de toneelstukken publiceerde, was de uitleg:

‘Hij stopte met zijn rechtenstudie om acteur te worden, omdat hij een onweerstaanbare roeping voelde om in het theater te werken.’

Wat is er uniek aan de stukken van Molière?

Traditioneel was het Franse theater opgedeeld in serieus drama en platte komedies. Alleen de eerste variant werd als cultuur en als een geschikt tijdverdrijf voor de gegoede burgerij gezien.

Het geniale van Molière was dat hij elementen uit beide kampen combineerde, zodat complexe personages en een geraffineerd plot hand in hand gingen met flauwe grappen en slapstickhumor.

Molières toneelstukken brachten een lach én een traan, wat uniek was in zijn tijd.

Uitvoering van het toneelstuk Don Juan van Molière.

Molières toneelstukken worden nog steeds voor volle zalen opgevoerd. Zo ook Don Juan, dat zijn tijdgenoten verontwaardigde met zijn expliciete erotische verwijzingen.

© Festival de Almagro

Molière stond garant voor seks en schandalen

Zijn toneelstukken waren niet voor tere zieltjes. Ze zaten vol seks en satire, wat de adel verontwaardigde en Molière in conflict bracht met de kerk.

Molière nam ook de maskers over uit de traditionele komedie. Maskers werden oorspronkelijk gebruikt om herkenbare personages te creëren, maar bij Molière stonden ze ook symbool voor de menselijke neiging om zich beter of anders voor te doen.

Met een bijna pijnlijk realisme stelde hij ook andere menselijke zwaktes zoals hypocrisie, hebzucht en de neiging om klakkeloos de trends van de tijd te volgen aan de kaak.

Molière gebruikte ook vaak zijn eerdere werken in nieuwe komedies. Hij reageerde bijvoorbeeld op de kritiek op zijn De leerschool der vrouwen door een nieuw toneelstuk te schrijven: Kritiek op De leerschool der vrouwen.

Het nieuwe stuk ging op een humoristische manier om met de kritiek.

Het oorspronkelijke werk was razend populair, maar veroorzaakte ook ophef. De woede was vooral gericht op alle seksuele toespelingen en de manier waarop de jonge Agnes werd geportretteerd. In tegenstelling tot het vrouwelijke ideaal van die tijd sprak zij openlijk over het huwelijk en volgde ze haar seksuele verlangens.

Molière stelde dat de kritiek meer zei over de critici dan over zijn toneelstuk.

Dit kritische toneelstuk was het eerste in zijn soort en zette de toon voor de zogenoemde ‘dramatische kritiek’: toneelstukken over de kritiek op andere toneelstukken.

Waarom belandde Molière twee keer in de cel?

Toen Molière en zijn gezelschap in 1643 hun eerste voorstelling opvoerden, waren er al twee gevestigde theaters in Parijs.

Het theaterpubliek was klein en de concurrentie tussen de drie theaters hevig. Molière besefte al snel dat zijn onervaren gezelschap niet de eerste keuze van het publiek was. Er kwam te weinig geld binnen en het toneelgezelschap kwam in de schulden. Twee jaar later, in 1645, was l’Illustre Théâtre alleen al aan achterstallige huur al 2000 livres verschuldigd: 20 jaarsalarissen van een arts. Toen Molière het geld niet bij elkaar kreeg, moest hij de gevangenis in – twee keer in hetzelfde jaar.

Zodra hij werd vrijgelaten, verliet hij Parijs met collega-actrice Madeleine Béjart. Samen gingen ze op tournee door het Franse platteland.

Hoe zag het leven van acteurs er in Molières tijd uit?

Molière schreef niets over zijn leven op tournee, maar uit andere bronnen en historische verslagen weten we dat het leven van een rondreizend toneelgezelschap behoorlijk zwaar was.

De acteurs reisden van stad naar stad met al hun kostuums en toneeluitrusting op karren.

Ze bezochten vooral grotere plaatsen, maar theatergebouwen bestonden nog niet. Die werden voor het eerst aan het eind van de 17e en begin van de 18e eeuw gebouwd. Daarvóór traden de acteurs vaak op in een schuur of op een open veld.

Eerst moesten Molière en zijn collega’s de burgemeester toestemming vragen om toneel op te voeren. Ze moesten een volledige lijst van te spelen stukken indienen.

En toestemming was allesbehalve vanzelfsprekend: acteurs werden bijvoorbeeld geweigerd tijdens pestepidemieën, hongersnood of andere problemen. En dan moesten ze verder trekken en hopen op meer geluk in de volgende stad.

En als ze mochten optreden, moesten ze onderhandelen over de entreeprijzen met de autoriteiten, die ook een graantje wilden meepikken. Vaak moesten ze ook een extra belasting betalen voor de zieken en armen in de stad.

Molières toneelgezelschap l’Illustre Théâtre.

Voordat Molière doorbrak, moesten hij en zijn toneelgroep overleven van voorstelling naar voorstelling. Hier speelt Molière (links) de rol van de vrijgezel Arnolphe (De leerschool der vrouwen), die besloten heeft om te trouwen.

© La Comédie Française Library

Wat vond de Zonnekoning van Molière?

De Zonnekoning, Lodewijk XIV, was een groot liefhebber van kunst en cultuur, en hij was aanwezig toen Molière op 24 oktober 1658 een komedie opvoerde.

Molière was net terug in Parijs na een tournee van 13 jaar door de Franse provincies. In de laatste weken van die tournee verbleef hij in de buurt van Parijs, om alvast contacten te leggen met invloedrijke burgers en de adel. Ook vertelde hij aan iedereen die het horen wilde over de successen van zijn gezelschap in de afgelopen jaren.

Molières mecenas, de Zonnekoning Lodewijk XIV.

De Zonnekoning stond zelf ook graag op het podium en trad onder andere op als de zonnegod Apollo.

© Bibliothèque Nationale de France

Molière, die uit een gerespecteerde familie kwam, wist de interesse van het hof te wekken. De jongere broer van Lodewijk XIV, Filips, vroeg Molières gezelschap om op te treden in het Louvre.

De koning was zo gefascineerd dat hij het gezelschap besloot te steunen. En toen de vorst zijn eerste grote feest zou geven in het nieuwe Versailles, kreeg Molière de opdracht een deel van het vermaak te verzorgen. Dat deed hij met de komedie Tartuffe, die tijdens het festival in mei 1664 in première ging.

In datzelfde jaar werd de koning peetvader van Molières zoon, die ook Lodewijk (Louis) werd genoemd.

Waarom had de kerk een hekel aan Molière?

Een van de dingen die de koning zo leuk vond aan Molière, was dat hij de andere twee machten die – naast de vorst zelf – iets te zeggen hadden in zijn absolute monarchie op de hak nam: de adel en de katholieke kerk.

Vooral de kerk was woedend om de toneelstukken van Molière, die volgens de Franse bisschop Jacques Bénigne Bossuet uitpuilden van ‘de grofste suggesties die christelijke oren ooit hebben bevuild’.

De diepgelovige advocaat Jean Barbier d’Aucour voegde daaraan toe: ‘Als komedies bedoeld zijn om mensen op een vermakelijke manier beter te maken, dan wil Molière hen corrumperen met gelach.’

Molière kwam echter pas echt in de problemen toen hij in 1664 zijn nieuwste toneelstuk Tartuffe presenteerde. Het gaat over een oplichter die, onder het mom van christelijke vroomheid, goedgelovige mensen van hun waardevolle spullen berooft.

Lodewijk XIV vond het geweldig, maar de aartsbisschop van Parijs en biechtvader van de koning, Paul Philippe Hardouin de Beaumont de Péréfixe, kon er niet om lachen. Hij liet het stuk direct na de première verbieden.

Hij dacht dat het publiek huichelarij niet zou kunnen onderscheiden van echte vroomheid. Zelfs de Zonnekoning kon niets doen en zich moest schikken naar het besluit van de bisschop. De kerk was zelfs zo kwaad dat twee priesters weigerden naar het sterfbed van Molière te komen.

Een derde stemde in, maar kwam pas aan toen de acteur al dood was.

‘Ik heb het probleem dat ik eerlijker ben dan dat mensen willen dat ik ben.’ Molière (‘De misantroop’)

Was Molière gelukkig getrouwd?

Molières artistieke succes vertaalde zich niet naar een gelukkig privéleven. Alles wijst erop dat Molières vrouw Armande hem bedroog met andere mannen.

Zij was pas 17 en Molière 40 toen ze in 1662 trouwden. Armande sloot zich aan bij het toneelgezelschap van Molière, waar ze al snel een succesvol actrice werd. Tot grote ergernis van haar man genoot ze van de aandacht van haar mannelijke fans en flirtte ze met iedereen.

Molières frustratie kwam tot uiting in zijn werk. Vrouwen die vreemdgaan en jaloerse echtgenoten zijn een terugkerend thema, bijvoorbeeld in De leerschool der vrouwen.

Hier maakt hij een karikatuur van zijn eigen jaloezie door Arnolphe, de echtgenoot in het toneelstuk, af te schilderen als een tiran.

‘In haar kamers mag geen spoor zijn van pen, inkt, papier of bureau. Alleen een man mag schrijven over de dingen van het huis. En daar blijft het bij,’ is een van de verboden die de jaloerse echtgenoot zijn vrouw oplegt.

Net als de hoofdpersoon in het toneelstuk was Molière verantwoordelijk voor de opvoeding van Armande. En net als in het toneelstuk ging ze vreemd.

Molière en Armande gingen in 1665 uit elkaar en de zes jaar daarna zagen ze elkaar alleen in het theater. Maar ze vonden elkaar weer voordat Molière twee jaar later overleed.

Stierf Molière op het toneel?

Molière stierf niet op het toneel – maar het scheelde niet veel. Hij overleed kort nadat het doek viel op vrijdag 17 februari 1673. Die avond speelde hij de hoofdrol van de hypochonder Argan in De ingebeelde zieke – zijn laatste toneelstuk.

Het stuk was een week eerder in première gegaan in het Palais-Royal.

Vóór de vierde voorstelling, Molières laatste, voelde hij zich niet lekker. Misschien wist hij dat hij zou gaan sterven.

‘Ik heb het gevoel dat het tijd is om afscheid te nemen,’ merkte hij naar verluidt op voordat hij naar het theater ging.

Tegen het einde van het stuk hoestte Molière bloed op, maar hij hield dit verborgen voor het publiek en maakte de voorstelling af.

Nadat het doek gevallen was, werd hij naar zijn appartement in de Rue de Richelieu gedragen. Hier stierf hij een paar uur later, om 22.00 uur, aan bloedspuwing: een gevolg van de ziekte tuberculose, die hij mogelijk had opgelopen in de gevangenis.

Als acteur kon Molière niet in gewijde grond begraven worden, maar zijn weduwe vroeg – en kreeg – toestemming van de koning om hem na zonsondergang alsnog te begraven.

Molière werd te ruste gelegd in het gedeelte van het kerkhof dat gereserveerd was voor ongedoopte kinderen.