1. ‘De sterkste.’
Alexander de Grote was een van de grootste legerleiders uit de geschiedenis. Op zijn 25e had hij al een enorm rijk veroverd, dat van Macedonië in het westen tot het huidige Pakistan in het oosten liep.
De laatste veroveringen vierde Alexander in 323 v.Chr. met een groot feest, maar kort daarna kreeg hij hoge koorts, mogelijk door malaria. Na een ziekbed van 10 dagen stierf de legerleider op 10 juni. Op zijn sterfbed werd hij omringd door zijn meest prominente generaals, de diadochen, die hem vroegen wie zijn rijk zou erven. De koning antwoordde ontwijkend: ‘De sterkste.’

Dit is een buste van Alexander de Grote kort voor zijn dood. Het is een replica van de originele buste uit de 3e eeuw v.Chr.
Het zou echter ook kunnen dat Alexander ‘Craterus’ zei. Zo heette een van zijn sterkste generaals, en in het Oudgrieks lijken de woorden erg op elkaar. Mogelijk mompelde de verzwakte koning – of begrepen zijn eerzuchtige generaals hem expres verkeerd.
Hoe het ook zij, de woorden – en de ambities van de generaals – leidden tot een 40-jarige burgeroorlog, waardoor het grote imperium in meerdere delen uiteenviel. Het dichtst bij een erfgenaam kwam Seleucus I. Hij onderwierp een groot gebied dat zich onder andere uitstrekte over het huidige Iran en Irak. Hier stichtte hij het Seleucidische Rijk.

Het leven van Archimedes is in de oudheid uitgebreid beschreven, maar voornamelijk na zijn dood.
2. ‘Verstoor mijn cirkels niet!’
De Griek Archimedes was een van de grootste wiskundigen en uitvinders van de oudheid. Toen de Romeinen in 212 v.Chr. zijn stad Syracuse belegerden, werden zijn machines zelfs ingezet tegen de invasiemacht.
Archimedes’ vindingrijkheid ten spijt viel de Siciliaanse stad. De Romeinse soldaten hadden het uitdrukkelijke bevel gekregen de beroemde Griek gevangen te nemen en niet te doden, maar Archimedes wilde niet mee. Hij werkte aan een wiskundig raadsel met cirkels en riep naar verluidt: ‘Verstoor mijn cirkels niet!’
Een soldaat verloor zijn geduld en stak de 75-jarige dood.

Het is nog steeds onzeker of de dood van Willem II een ongeluk was of moord.
3. ‘Schiet, Walter, in naam van de duivel!’
Willem II regeerde van 1087 tot 1100 over Engeland. Zijn regime was bloedig, en hij kreeg de bijnaam Rufus (de Rode) nadat hij de ogen en testikels van zijn neef had laten verwijderen vanwege een mislukte coup.
Aan Willems regeerperiode kwam op 1 augustus 1100 abrupt een einde, toen hij aan het jagen was met de edelman Walter Tirel. Ze zagen een hert, en Willem riep: ‘Schiet, Walter, in naam van de duivel!’
Tirel raakte echter niet het hert – zijn pijl kwam ongelukkigerwijs in de borst van de koning terecht.
De priesters van die tijd zagen Willems dood als Gods straf voor zijn wreedheid. Maar historici hebben zo hun eigen ideeën. Walter Tirel was een uitstekende schutter, dus het zou weleens een onvervalste moord kunnen zijn geweest.

Nostradamus baseerde zijn voorspellingen op historische precedenten en noemde zich daarom geen profeet.
4. ‘Morgen bij zonsopgang zal ik er niet meer zijn.’
Michel de Nostredame, beter bekend als Nostradamus, is beroemd om zijn 942 cryptisch geformuleerde profetieën. Over de juistheid ervan zijn de meningen nog altijd verdeeld, maar één voorspelling is in elk geval uitgekomen.
Op 1 juli 1566 zei Nostradamus tegen zijn secretaris: ‘Morgen bij zonsopgang zal ik er niet meer zijn.’
De volgende ochtend werd de ziener dood gevonden naast zijn bed. De 62-jarige man leed al zijn hele leven aan artritis, en uiteindelijk werden oedemen (vochtophopingen in het lichaam) hem fataal.

Na Tycho Brahes dood ontketende zijn leerling Johannes Kepler met Brahes metingen een revolutie in de astronomie.
5. ‘Als mijn leven maar niet vergeefs is geweest.’
Op de avond van 13 oktober 1601 kon de 54-jarige Deense astronoom Tycho Brahe opeens niet meer plassen. De dagen daarop leed hij veel pijn, en in zijn laatste nacht zei hij ijlend keer op keer: ‘Als mijn leven maar niet vergeefs is geweest.’
Die angst bleek ongegrond toen Brahes assistent Johannes Kepler 26 jaar later de Rudolfijnse tafels publiceerde – zijn opzienbarende wetten voor de banen van de planeten, gebaseerd op Brahes waarnemingen.
In 2010 bleek uit onderzoek aan Brahes skelet dat hij stierf aan een urineweginfectie.

Ned Kelly vocht in een zwaar metalen harnas, dat hem tegen geweerkogels beschermde. Maar de politie wist hem in zijn benen te raken.
6. ‘Zo is het leven.’
Als zoon van een Ierse gedetineerde werd Ned Kelly op zijn 12e wees, en hij ging al snel zijn vader achterna als bandiet in de Australische bush. Kelly was de Britse koloniale autoriteiten een doorn in het oog, en na twee jaar als outlaw te hebben geleefd, werd hij in 1880 gearresteerd en ter dood veroordeeld voor de moord op een politieagent.
Op weg naar de galg op 11 november 1880 zou Kelly volgens een journalist van de Melbourne Herald gelaten hebben verzucht: ‘Zo is het leven.’
Hoewel Kelly als misdadiger stierf, is hij door zijn rebellie en lef een Australische volksheld.

Toen Marie Antoinette in 1793 naar het schavot reed, was haar gezondheid door de tijd in de gevangenis erg verslechterd.
7. ‘Neem me niet kwalijk, meneer, het was niet met opzet.’
In de zomer van 1789 brak de Franse Revolutie uit, en drie jaar later besloot de Nationale Vergadering de monarchie af te schaffen. Het voormalige koningspaar, Lodewijk XVI en Marie Antoinette, werd gevangengenomen en aangeklaagd wegens verraad.
Het gevangenisleven deed de 38-jarige koningin, die haar leven lang in absolute weelde had geleefd, geen goed. Tijdens de rechtszaak was ze verzwakt en ziek en was ze grijs geworden. Ze werd ter dood veroordeeld wegens contrarevolutionaire activiteiten en hoogverraad tegen de revolutie. De bewijsvoering was echter zwak, de koningin werd als zondebok gebruikt.
Op de ochtend van 17 oktober 1793 werd ze naar het schavot geleid. Ondanks de situatie bleef Marie Antoinette tot het laatst beleefd. Toen ze de beul per ongeluk op zijn tenen trapte, stamelde ze: ‘Neem me niet kwalijk, meneer, het was niet met opzet.’
Kort daarna eindigde haar leven onder de guillotine.

Tijdens de Franse Revolutie kwamen er zo’n 17.000 mensen onder de guillotine.
Meer laatste woorden bij de guillotine
8. ‘Ik heb één man gedood om honderdduizenden te redden.’
Charlotte Corday, die de revolutieleider Jean-Paul Marat vermoordde.
9. ‘Toon het volk mijn hoofd. Het mag gezien worden.’
Georges Danton, een van de revolutieleiders. Hij werd zelf onthoofd toen hij uit de gratie raakte bij de nieuwe revolutieleiders.

Met ruim 30.000 doden en gewonden was de Slag bij Spotsylvania Court House een van de bloedigste van de Amerikaanse Burgeroorlog.
10. ‘Vanaf daar kun je nog geen olifant raken.’
John Sedgwick, generaal in de Amerikaanse Burgeroorlog, werd door vriend en vijand gerespecteerd. Hij ging vriendschappelijk om met zijn soldaten, die hem ‘Uncle John’ noemden.
Op 9 mei 1864 kwam de Noordelijke generaal echter op 50-jarige leeftijd aan zijn einde tijdens de Slag bij Spotsylvania Courthouse, waarbij hij het de flank van de Zuidelijke Staten lastig moest maken. Toen Sedgwick zag dat zijn mannen dekking zochten voor de Zuidelijke scherpschutters die 900 meter verderop lagen, was hij verontwaardigd.
De generaal liep het open terrein op en hoonde: ‘Wegduiken voor een paar kogels? Ik schaam me voor jullie. Vanaf daar kun je nog geen olifant raken.’
Een paar tellen later trof een kogel hem vlak onder zijn linkeroog.
Sedgwick was de hoogste Uniesoldaat die sneuvelde tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.

Rodgers werd gefusilleerd door vijf vrijwilligers, die elk een beloning van 75 dollar ontvingen.
11. ‘Mijn laatste wens ... een kogelvrij vest.’
James W. Rodgers werkte als bewaker in een uraniummijn in Utah en schoot in 1957 zijn collega dood. Tijdens de rechtszaak pleitte Rodgers ontoerekeningsvatbaarheid als gevolg van syfilis. Het bleek echter dat de twee mannen een verhitte discussie hadden gehad over de beste manier om een graafmachine te onderhouden.
Rodgers werd ter dood veroordeeld en koos voor fusillade. Toen hij op 30 maart 1960 naar het vuurpeloton werd geleid, merkte hij bijdehand op: ‘Mijn laatste wens ... een kogelvrij vest.’
Dat kreeg hij niet, maar Rodgers was wel de laatste die in de VS werd geëxecuteerd voordat het Hooggerechtshof de doodstraf afschafte. Die werd echter in 1976 weer ingevoerd.

In 1962 brak Churchill zijn heup. Daarna liep de 87-jarige staatsman moeilijk.
12. ‘Ik heb er genoeg van.’
Winston Churchill staat bekend als de onstuitbare premier van Groot-Brittannië, die de strijdlust van het Britse volk tegen de nazi’s aanwakkerde, de Nobelprijs voor Literatuur won en tot Amerikaans ereburger werd benoemd.
Zelfs toen hij na de Tweede Wereldoorlog werd weggestemd als premier, bleef hij de Conservative Party onvermoeibaar leiden, en van 1951 tot 1955 was hij opnieuw premier. Daarna trok de voormalige regeringsleider zich steeds meer terug uit het openbare leven. Churchills gezondheid ging sterk achteruit, niet in het minst nadat hij door een beroerte in 1953 aan één kant gedeeltelijk verlamd was geraakt.
Churchill bleef tot 1964, hij was toen 89, in de politiek, maar kwam nog zelden buiten en leed aan dementie. Toen hij in 1965 zijn vierde beroerte kreeg, was duidelijk dat hij niet lang meer te leven had.
‘Ik heb er genoeg van,’ wist Churchill nog uit te brengen. Toen raakte hij in een coma en zou nooit meer wakker worden.

Karl Marx stierf in armoede en maakte niet meer mee dat zijn ideeën wereldwijd in zwang raakten.
13. ‘Laatste woorden zijn voor dwazen die nog niet genoeg hebben gezegd!’
De Duitse filosoof en schrijver Karl Marx wijdde zijn leven aan het formuleren en verspreiden van het communistische gedachtegoed. Ondanks zijn vele artikelen en boeken sleet Marx zijn laatste jaren als een arme, zieke, opvliegende oude man.
Toen de 64-jarige filosoof in 1883 met chronische bronchitis op zijn sterfbed lag, vroeg zijn huishoudster of hij nog iets wilde zeggen. Marx snauwde:
‘Laatste woorden zijn voor dwazen die nog niet genoeg hebben gezegd!’
Na Marx’ dood nam de interesse voor het communisme toe en kregen zijn ideeën in een groot deel van de wereld veel invloed.