Op 7 februari 1947 was de jonge bedoeïen Mohammed op de Westelijke Jordaanoever geiten aan het hoeden toen een van de dieren een van de vele grotten bij de Dode Zee inliep. Om hem eruit te jagen, gooide Mohammed een steen in de donkere grot.
Hij verwachtte gemekker, maar hoorde iets breken. Toen Mohammed genoeg moed gevat had om de donkere grot binnen te gaan, vond hij de resten van een gebroken kruik en een paar vreemde, stoffige rollen.
Op die februaridag in 1947 was Mohammed zich er niet van bewust dat hij zojuist een van de grootste archeologische ontdekkingen van de eeuw had gedaan. Op zoek naar zijn geit was hij gestuit op de zogeheten Dode Zeerollen, die later gedateerd zijn op 250 tot 90 v.Chr. en joodse wetteksten en fragmenten van het Oude Testament bevatten.
Sobere sekte schreef waarschijnlijk de rollen
In de jaren daarna vonden archeologen de resten van nog eens zo’n 900 rollen – en sindsdien is de vraag wie de auteurs waren.
De meeste geleerden zijn het erover eens dat de rollen opgeschreven en in de grotten verborgen werden door een joodse sekte – mogelijk tijdens een grote joodse opstand die door de Romeinen neergeslagen werd.
De beste kandidaten zijn de Essenen, die rond de vindplaats woonden. Die theorie wordt gestaafd door textiel dat bij de rollen gevonden is.
Terwijl de meeste joden uit die tijd de voorkeur gaven aan bonte wollen kledingstukken met patronen, bestaat het textiel uit de grotten uit bleek linnen. Volgens onderzoekers was matigheid heel belangrijk voor de Essenen en droegen ze eenvoudige kleding.