De ontdekking van vier speerpunten in het graf van een vrouw zet de wetenschappelijke wereld op z’n kop. Tot nu toe dachten experts dat jagen in de steentijd voorbehouden was aan mannen, maar nu staat die theorie op losse schroeven.
In de buurt van het Titicacameer, hoog in de Andes, hebben archeologen in 2018 een jager opgegraven die 9000 jaar geleden leefde. Nu zijn ze eindelijk klaar met de analyses van de inhoud van het graf.
Het Titicacameer ligt in het Andesgebergte, 3800 meter boven zeeniveau.
Jager kreeg vlijmscherpe speerpunten mee in de dood
‘Bij haar ene dijbeen lagen 20 stenen werktuigen op een stapel. Ze zaten waarschijnlijk in een leren tas die allang is vergaan,’ schrijven onderzoekers van de universiteit van California (UC) in hun onlangs gepubliceerde rapport.
Onder de werktuigen waren vier scherpe punten voor de werpsperen die de jagers van die tijd gebruikten om op grote dieren te jagen.
In het graf van de vrouw werden vier stenen speerpunten gevonden. De vijfde punt werd aangetroffen in een nabijgelegen graf, waar een circa 25-jarige mannelijke jager werd begraven.
Vrouw was een tiener
Onderzoek van de tanden van de jager onthult dat ze tussen de 17 en 19 jaar oud was toen ze door onbekende oorzaak stierf.
‘Door samen te zorgen voor de kinderen van de stam, wat in die tijd gebruikelijk lijkt te zijn geweest, hadden sommige vrouwen hun handen vrij om mee te gaan jagen,’ zegt antropoloog en onderzoeksleider Randall Haas van de UC.
Critici van het rapport wijzen erop dat er ook wapens zijn gevonden in kindergraven uit de steentijd, dus hoewel het niet onwaarschijnlijk is dat de vrouw uit 7000 v.Chr. een jager was, is het niet bewezen, vinden ze.