Nieuw onderzoek toont aan dat de steentijdmensen niet de voorkeur gaven aan kippen, maar dat ze kozen voor de struisvogelachtige kasuaris. De vogel leeft in Nieuw-Guinea en Australië, waar hij ook al in de steentijd tot 190 cm groot werd, 85 kilo woog en was gewapend met klauwen van 12 centimeter.
‘Het is een grote, wilde vogel die niet kan vliegen maar die je wel ernstig kan verwonden,’ legt Kristina Douglass van de Penn State University in de VS uit.
De jager-verzamelaars in Nieuw-Guinea moesten dus uiterst voorzichtig zijn om de grote vogels te kunnen slachten.