HO/AFP/RITZAU SCANPIX
Mammut Mexico fælde

Steentijdmens dreef mammoeten in de val

De vondst van twee vallen vol mammoetbotten vormt het eerste bewijs dat de prehistorische mens actief jacht maakte op mammoeten.

Zo’n 15.000 jaar geleden zette een groep prehistorische mensen een sluwe val, die hun een onmetelijke hoeveelheid vlees opleverde. Dat blijkt uit een sensationele vondst bij het Mexicaanse Tultepec.

Archeologen legden twee grote kuilen bloot, die honderden botten van mammoeten bleken te bevatten – de reusachtige olifanten van de prehistorie. Volgens deskundigen gaat het om door mensen gegraven mammoetvallen.

‘Deze ontdekking verandert onze theorieën over de verhouding tussen groepen jager-verzamelaars en deze enorme planteneters ingrijpend,’ zegt Pedro Francisco Sánchez Nava van het Mexicaanse nationale instituut voor antropologie en geschiedenis (INAH).

Jagers dreven kolossen de dood in

In de twee kuilen lagen 824 beenderen van zeker 14 mammoeten. Volgens de archeologen zijn de vallen, die 1,7 meter diep zijn en een diameter van 25 meter hebben, met zekerheid door mensen gegraven.

De onderzoekers gaan ervan uit dat groepen van 20 tot 30 jagers de mammoeten met fakkels en knotsen naar de vallen dreven. Als een mammoet in een kuil viel, kwam hij er door de rechte wanden niet meer uit en kon hij worden gedood. Meerdere botten vertonen tekenen van letsel.

Eerste bewijs van actieve mammoetenjacht

Volgens de onderzoekers is dit het eerste bewijs dat de steentijdmens actief jacht maakte op mammoeten.

Tot nu toe werd aangenomen dat deze bakbeesten alleen op het menu van de prehistorische mens stonden als ze bijvoorbeeld per ongeluk in een moeras vast waren komen te zitten.

De mammoet, die wel 8 ton kon wegen, stierf circa 4300 jaar geleden uit. In de Mexicaanse vallen zijn ook resten aangetroffen van een prehistorische kameel en een paard, beide uitgestorven soorten.

De archeologen willen nu onderzoeken of zich meer van dergelijke vallen in de buurt bevinden.