Lukasz Miechowicz van het instituut voor archeologie en volkenkunde van de Poolse Academie van Wetenschappen in Warschau werd erbij gehaald. Al snel bleek dat er nog meer in de grond zat.
‘Op 10 meter afstand van het eerste Osiris-beeldje vonden we er nog een – in ongelooflijk goede staat,’ zegt Miechowicz.
De archeoloog realiseerde zich dat ze hoorden bij een verzameling antiquiteiten van de rijke familie Kleniewski, die tot de Tweede Wereldoorlog in het landhuis woonde.
Familie haalde oudheden uit Egypte
Het Osiris-beeldje is waarschijnlijk door Maria Kleniewska meegenomen naar Polen toen ze in 1904 met haar vier dochters Egypte bezocht.
Maar net als veel andere Polen werd de familie Kleniewski in 1942 verdreven door de Duitse bezetter, die het landhuis vervolgens gebruikte als herstellingsoord voor gewonde SS-soldaten.
Aan het einde van de oorlog werd het landhuis geplunderd, en deskundigen dachten dat de verzameling antiquiteiten van de familie voorgoed verloren was.
Maar de nieuwe vondsten duiden erop dat de familie erin slaagde om vóór de vlucht bijzonder waardevolle artefacten, zoals de beeldjes van Osiris en Bacchus, te begraven.
‘Het vinden van sporen van deze waardevolle collectie, die jaren geleden verloren is gegaan, is van groot wetenschappelijk en cultureel belang,’ zegt Miechowicz.
De beeldjes van Osiris en Bacchus gaan naar het nationaal museum in Lublin.