Race tegen de klok: archeologische schatten verdwijnen als ijs smelt
Al 6000 jaar liggen voorwerpen uit de Scandinavische oudheid beschermd onder grote Noorse ijskappen. Maar nu dreigen de archeologische schatten te vergaan door hogere temperaturen.

Elk jaar in augustus en september kammen archeologen de bergen in de Noorse provincie Oppland uit.
Als het ijs op de bergtoppen in de Noorse provincie Oppland smelt, komen artefacten van duizenden jaren oud bloot te liggen.
De voorwerpen zijn tot 6000 jaar oud en door de vele jaren onder het ijs zeer goed bewaard gebleven.
De tijd dringt
Sinds 2006 kammen Noorse archeologen van het onderzoeksproject Secrets of the Ice het berggebied uit, en inmiddels hebben ze al ruim 2000 voorwerpen gevonden, waaronder pijlpunten, houten ski’s en een tuniek.
‘In de gletsjergebieden kun je van alles tegenkomen,’ zegt een van de medewerkers aan het project in het Amerikaanse nieuwsblad Newsweek.
Voor de archeologen is het echter cruciaal dat de voorwerpen die opduiken uit het smeltende ijs, zo snel mogelijk worden gevonden en geconserveerd.
Als het beschermende ijs eenmaal weg is, begint het afbraakproces dat door het metersdikke ijs al die jaren is tegengehouden.
Vondsten leveren nieuwe informatie op
De vele vondsten leiden tot nieuwe kennis over de leefwijze van de vroege Scandinaviërs.
Zo blijkt uit dateringen dat de voorwerpen niet evenredig zijn verdeeld over de tijd, maar dat er uit bepaalde perioden meer vondsten zijn. De totale periode loopt van 4000 jaar v.Chr. tot de jaren 1950.
Dat blijkt uit een artikel dat onlangs is gepubliceerd in het tijdschrift The Royal Society Publishing.
Er zijn bijvoorbeeld veel vondsten uit de jaren 536-660 n.Chr.
In die tijd daalde de temperatuur op het noordelijk halfrond, wat ernstige gevolgen had voor de oogst van de boeren.
Die waren daardoor gedwongen om op de besneeuwde bergtoppen op rendieren te jagen, en onder andere hun voorwerpen komen nu onder het ijs vandaan.
Kijk mee met het werk van de archeologen: