Lund University/Gunnar Menander

Raadsel opgelost: Bisschop kreeg familielid mee in het graf

Uit nieuw Zweeds onderzoek blijkt wie de kist deelde met de bisschop van Lund, die in 1680 te ruste werd gelegd.

In 2015 werd de sarcofaag van de Zweedse bisschop Peder Winstrup van de crypte naar de noordtoren van de kathedraal van Lund verplaatst. In het kader daarvan werd het lichaam, dat uitzonderlijk goed bewaard was gebleven, onderzocht.

Bij een CT-scan werd een mysterieus bundeltje onder zijn benen ontdekt. Het bleek te gaan om een doodgeboren baby. Nu blijkt uit DNA-tests wie dit kind was.

De witte pijl geeft aan waar het bundeltje lag. Het was in kruiden en planten gewikkeld ter bescherming tegen de stank van het lijk van de bisschop.

© Lund University/Gunnar Menander

Het onderzoeksteam dacht eerst niet dat de mensen die de foetus in de kist hadden gelegd, een relatie hadden met de bisschop. In de 17e eeuw was het voor gelovigen essentieel dat hun kinderen gedoopt werden, zodat ze in gewijde grond begraven konden worden. Anders kwamen ze niet in de hemel.

Wanhopige ouders zouden daarom hun kindje in de kist hebben gelegd, opdat de foetus de bisschop zou volgen naar het paradijs. Maar zo zat het niet.

Het lijk van Peder Winstrup werd in de sarcofaag onder de kathedraal van Lund natuurlijk gemummificeerd.

© Lund University/Gunnar Menander

Geslacht van bisschop stierf uit

Uit DNA-onderzoek blijkt dat de baby waarschijnlijk Winstrups kleinzoon was. De locatie onder de benen van de bisschop suggereert dat de ouders jaren later de crypte binnendrongen, de sarcofaag openden en het lijkje snel verstopten.

De dood van de kleinzoon van de bisschop betekende het einde van zijn familielijn. Zijn zoon Peder Pedersen Winstrup zou namelijk geen kinderen meer krijgen. De bisschop had ook twee dochters, maar die bleven kinderloos.

Bekijk de video over de scan van de inhoud van de bundel:

Video