Giuseppe Rava. All Rights Reserved 2022/Bridgeman Images
Assyriërs, helling, Lachis

Raadsel opgelost: 3,5 miljoen stenen werden joodse vesting fataal

Archeologen en historici vroegen zich lange tijd af hoe het Assyrische leger in 701 v.Chr. de sterkste joodse vesting in no time wist in te nemen. Nu kennen ze het verrassende antwoord.

De inwoners van de joodse vestingstad Lachis zijn met stomheid geslagen. Het is 701 v.Chr., en buiten de stadsmuren zien ze duizenden Assyrische strijders aankomen – over een enorme helling. Ze duwen imposante stormrammen voort.

Toen de Assyrische koning een paar weken eerder met zijn leger bij Lachis verscheen, waren de joden ervan overtuigd dat ze veilig waren. Lachis gold als de sterkste stad van het koninkrijk Juda dankzij zijn ligging achter dikke muren op een heuveltop.

Het Assyrische leger was weliswaar erg groot, maar de troepen konden de stadsmuren onmogelijk bereiken met hun zware stormrammen voordat er versterkingen ter plaatse waren – dachten alle inwoners. Maar weldra zouden de joden ontdekken dat ze er helemaal naast hadden gezeten.

Zo’n 80 meter van de heuveltop begonnen de Assyriërs aan de bouw van een stenen helling, die ondanks een regen van pijlen vanuit Lachis met de dag hoger werd.

De aanval op Lachis werd vereeuwigd op reliëfs in het paleis van de Assyrische koning. Dit is een tekening van een ervan, waarop de Assyriërs de muur bestormen onder een regen van stenen, pijlen en fakkels.

© Judith Dekel/The Hebrew University of Jerusalem

Nu is de vijand zo dichtbij dat de Assyrische boogschutters en slingeraars de verdedigers kunnen bestoken. Ondertussen worden de zware stormrammen de helling op geduwd. Voor zonsondergang zal het lot van de stad zijn beslist.

Vandaag de dag kunnen toeristen nog steeds de resten van de kolossale helling zien die ruim 2700 jaar geleden werd aangelegd voor de belegering van Lachis. En bijna net zo lang is het een raadsel geweest hoe de Assyriërs erin slaagden de sterke vesting zo snel in te nemen.

Archeologen denken het mysterie nu echter te hebben opgelost na het tot nu toe grootste onderzoek van de helling en de bronnen uit die tijd. De conclusie is dat vooral de Assyrische ingenieurs de slag hebben gewonnen.

Lachis, helling, Assyriërs, ruïnes

Ruim 2700 jaar na de aanval op Lachis zijn de resten van de stenen helling nog te zien.

© Yosef Garfinkel

Opstandige vazallen wachten hun kans af

De aanleiding voor het beleg van Lachis ontstond vier jaar eerder, in 705 v.Chr. Toen beheerste het machtige Assyrische Rijk, dat begonnen was in het huidige Irak, grote delen van het Midden-Oosten. Alleen Egypte stak het naar de kroon.

De Assyriërs hadden het grootste en best getrainde leger van de regio, dat bijna niemand durfde te tarten. Veel buurvolken zagen zich dan ook gedwongen tribuut af te dragen om de vrede te bewaren.

Het rijk van de Assyrische koningen zelf was vrij arm en daardoor afhankelijk van het ‘beschermgeld’ van de buren. Maar vanwege de hoge tributen wachtten de vazalstaten hun kans af om in opstand te komen.

Die kans deed zich voor in 705 v.Chr., toen de nomadische Cimmeriërs Assyrië vanuit het noorden binnenvielen en de wrede vorst Sargon II ombrachten. Toen dit bekend werd, kwam een aantal vazalstaten in opstand en sloten ze een bondgenootschap met Egypte, de aartsvijand van Assyrië. Een van de rebellen was het koninkrijkje Juda.

In het begin verliep de opstand voorspoedig, vooral omdat Sargons opvolger Sanherib het druk had met tegen de Cimmeriërs vechten. Hij had geen troepen om de opstand neer te slaan.

Assyrië, Sargon, Sanherib

Koning Sargon II (l) was berucht om de wrede behandeling die hij zijn vijanden gaf. Ook zijn zoon Sanherib (r) was een groot oorlogskoning.

© Osama Shukir Muhammed Amin FRCP(Glasg)

Uiteindelijk werden de Cimmeriërs verdreven, en in 703 v.Chr. bracht Sanherib een leger op de been tegen de opstandelingen. Het was tijd om die verraders te straffen. De ervaren troepen braken al het verzet en maakten de ene opstandige stad na de andere met de grond gelijk.

Na twee jaar waren alle rebellen verslagen – behalve Juda, dat zich nog verzette. Hoe het Juda en zijn koning Hizkia verging, staat geschreven in het Oude Testament.

‘In het veertiende regeringsjaar van koning Hizkia trok koning Sanherib van Assyrië op tegen de versterkte steden van Juda en nam ze in.’

De Assyriërs trokken al veroverend en plunderend door het land, tot ze bij Lachis stonden, de tweede stad van Juda. Sanherib hield halt met het grootste deel van zijn leger, terwijl hij een kleiner deel naar Jeruzalem in het noorden stuurde om te voorkomen dat het versterkingen naar Lachis zond.

Als ze Lachis veroverden, konden de Assyriërs Jeruzalem afsnijden van bondgenoot Egypte.

Lachis is klaar voor de strijd

Koning Hizkia van Juda had zich voorbereid op de invasie, en de voorraadkamers van de steden puilden uit, zodat ze een belegering lang zouden volhouden. De vorst hoopte lang genoeg stand te kunnen houden tot de Egyptenaren zijn rijk kwamen redden.

Maar een voorraad alleen was niet genoeg – er moesten verdedigingswerken komen, en sterke ook, want de Assyriërs waren berucht om hun genadeloze belegeringen. Hizkia liet onder meer de muren van Jeruzalem versterken.

‘Hij bracht de verdediging op volle sterkte, hij herstelde zwakke plekken in de stadsmuur, verhoogde de torens en wierp buiten de muur nog een tweede wal op,’ aldus de Bijbel.

Lachis controleerde de toegang tot een van de dalen naar Jeruzalem, zo’n 60 kilometer verderop. Daarom was het de sterkste stad van Juda. Er stonden twee dikke, parallelle muren van baksteen omheen, gebouwd op een stenen fundament.

Assyrië, Lachis, muren

Lachis lag op een heuvel en was versterkt met twee parallelle stadsmuren.

© akg-images/Balage Balogh

Na eerdere aanvallen waren de muren tussen de 3 en 6 meter dik gemaakt, en ze waren even hoog. Daarnaast lag de vesting op een heuvel, waardoor belegeringswapens niet bij de muur konden komen.

Lachis was dus meer dan voorbereid op de Assyrische aanval.

Assyriërs zijn wrede veroveraars

De inwoners van Lachis waren er toch niet helemaal gerust op. De Assyriërs hadden vaak laten zien hoe wreed ze optraden tegen rebelse steden, vooral als die zich niet meteen overgaven.

‘Ik liet veel gevangenen verbranden in het vuur.’ De Assyrische koning Assurnasirpal II over wat hij met vijand deed

De Assyrische koning Assurnasirpal II (883-859 v.Chr.) schepte ooit op hoe hij de inwoners van een veroverde stad had behandeld:

‘Ik liet veel gevangenen verbranden in het vuur. Sommigen sneed ik de handen af bij de polsen, anderen sneed ik de neus, oren en vingers af. Veel soldaten stak ik de ogen uit.’

Niets wees erop dat Sanherib anders te werk zou gaan. Hij had zijn wreedheid al bewezen in de andere opstandige steden:

‘Ik sloopte de steden en verwoestte ze. Stak ze in brand en veranderde ze in vergeten hoopjes grond.’

Toen de Assyriërs Lachis in 701 v.Chr. omsingelden, bood Sanherib de inwoners aan hen te sparen als ze zich overgaven. Maar ze vertrouwden op hun verdedigingswerken en weigerden.

‘Staak uw aanval. Wat u mij oplegt, zal ik dragen.’ Koning Hizkia van Juda aan Sanherib van Assyrië

Koning Hizkia van Juda maakte zich meer zorgen. Hij was in Jeruzalem en had gehoord dat de Assyriërs alle andere rebelse steden hadden verslagen en verwoest. Hij was bang dat Lachis en Jeruzalem hetzelfde lot beschoren zou zijn.

‘Koning Hizkia van Juda stuurde afgezanten naar de koning van Assyrië, die in Lachis verbleef,’ aldus het Oude Testament.

‘Staak uw aanval. Wat u mij oplegt, zal ik dragen,’ smeekte de koning van Juda.

Maar Sanherib was vastberaden: weldra zou de wereld zien dat zijn leger zelfs de sterkste vesting de baas was.

Lachis in recordtijd verslagen

Sanherib had zijn geheime wapen meegenomen naar Lachis: zijn militaire ingenieurs. Die hadden volop ervaring met het innemen van versterkte steden.

Toch was Lachis een bijzonder harde noot om te kraken. De stad lag niet alleen achter dikke muren op een heuvel, maar er was ook een kans dat er versterkingen uit Jeruzalem of – nog veel erger – Egypte zouden komen als de Assyriërs haar niet snel veroverden.

Volgens professor Yosef Garfinkel van het instituut voor archeologie van de Hebrew University in Jeruzalem was iedereen verrast door het tempo dat de Assyriërs aanhielden – niet in de laatste plaats de inwoners van Lachis.

Met zijn onderzoeksteam publiceerde professor Yosef Garfinkel in 2021 een wetenschappelijk artikel over de beroemde Assyrische helling bij Lachis.

© Hebrew University/Professor Yosef Garfinkel

Samen met andere onderzoekers bestudeerde hij eerdere opgravingen en de oude bronnen die de belegering noemen. Daarnaast maakte het team met behulp van dronebeelden een digitale kaart van de ruïnes van het stad en het omliggende landschap.

Op basis van al die informatie stelde Garfinkel de tot nu toe meest gedetailleerde reconstructie van de gebeurtenissen op.

Volgens de archeoloog wisten de Assyrische ingenieurs dat ze de muren van Lachis maar op één manier konden slechten: door een helling te bouwen waarover belegeringswapens tot aan de muren gereden konden worden.

Uit opgravingen blijkt dat de helling van grote stenen was, met een gemiddeld gewicht van zo’n 6,5 kilo per stuk. Het probleem was alleen dat de Assyriërs er circa 3,5 miljoen van nodig hadden. Het zou een eeuwigheid duren om die te verzamelen in het terrein. Daarom gingen de ingenieurs op zoek naar een plek om de stenen te winnen.

‘Bij Lachis is er een stuk grondgebergte toegankelijk, precies op de plaats waar je zou verwachten,’ legt Garfinkel uit.

VIDEO: Bloed, zweet en tranen braken Lachis

In sneltreinvaart en met de hand bouwden de Assyrische ingenieurs een 80 meter lange helling van grote stenen. In slechts 25 dagen was die voltooid en kon de aanval beginnen.

Volgens de professor lijkt het erop dat de Assyriërs de steenblokken uit het grondgebergte hakten. Er niet ver vandaan, op ca. 80 meter van de stadsmuren, begon de helling.

Waarschijnlijk liet Sanherib soldaten en krijgsgevangenen lange ketens vormen om de stenen van hand tot hand naar de bouwplaats te brengen.

‘Honderden arbeiders zwoegden dag en nacht, mogelijk in twee ploegendiensten van 12 uur.’ Professor Yosef Garfinkel over het werk aan de aanvalshelling

Volgens Garfinkels berekeningen konden vier menselijke ketens in 24 uur zo’n 160.000 stenen verplaatsen.

‘Tijd was de beslissende factor voor het Assyrische leger. Honderden arbeiders zwoegden dag en nacht, mogelijk in twee ploegendiensten van 12 uur,’ denkt de archeoloog.

De aanval begint

Beschermd door soldaten met schilden begonnen de Assyriërs aan de helling, steen voor steen. Zo’n tempo was nog nooit vertoond. Met de dag zagen de inwoners van Lachis de vijand dichterbij komen.

Uit opgravingen blijkt dat de verdedigers de Assyriërs probeerden tegen te houden door zelf een helling binnen de stadsmuur te bouwen, recht tegenover de Assyrische. Ze wilden zo wellicht het kwetsbare deel van de muur verhogen. Maar de joden konden de snelheid waarmee de Assyriërs bouwden eenvoudigweg niet bijbenen.

Helling, Lachis, doorsnede

Doorsnede van de helling in verschillende stadia
Van achteren gezien had de Assyrische helling een wigvorm, waarbij de basis veel breder was dan de bovenkant. Waar de helling 5 meter hoog was, was de basisbreedte ca. 15 meter (A). Zo’n 20 meter verderop was de hoogte verdubbeld (B). Bij de stadsmuur van Lachis was de helling ruim 15 meter hoog (C).

© Daniel Vala

Als Garfinkels berekeningen kloppen, deden de Assyriërs maar 25 dagen over de bouw van de 80 meter lange helling, die vlak bij de muur van Lachis ruim 15 meter hoog was. En toen hij klaar was, liet koning Sanherib de oorlogsbazuin schallen.

De Assyriërs stuurden eerst boogschutters en slingeraars naar voren om de verdedigers bij de muur weg te krijgen. Er zijn honderden projectielen gevonden. Verbogen pijlpunten duiden erop dat de pijlen de muur raakten.

Lachis, boogschutter, Assyriërs

De Assyrische soldaten beschermden zich tegen pijlen met manshoge schilden van gevlochten takken.

© Getty Images

In het kielzog van de boogschutters volgden de belegeringstoestellen van de Assyriërs: enorme houten stormrammen, die door een heleboel mannen de helling op werden geduwd terwijl ze voortdurend onder vuur lagen van de verdedigers. Toen de circa 1 ton zware stormrammen op hun plaats stonden, kon de muur verwoest worden.

Bij Lachis gebruikten de Assyriërs vermoedelijk zowel stormrammen als met leer beklede toestellen met een grote speer, die bakstenen uit de muur ‘groeven’.

Op Assyrische reliëfs is te zien dat de inwoners van Lachis de stormrammen wanhopig probeerden te stoppen door er stenen en brandende fakkels naar te gooien. En bronnen suggereren dat ze de belegeringstoestellen probeerden te verwoesten door er met lange touwen zware rotsblokken naar te slingeren.

Uiteindelijk gooiden de joden zelfs de wielen van hun strijdwagens. Maar de vijand was onstuitbaar. Voor het eind van de dag hadden de Assyriërs de muur verwoest en zwermden duizenden strijders uit in de stad.

Assyrië, Lachis, marteling

Koning Sanherib liet de leiders van Lachis na de verovering levend villen.

© Bridgeman Images

Juda wordt zwaar gestraft

Na de verovering van Lachis liet Sanherib in zijn paleis in de hoofdstad Ninive een vertrek versieren met reliëfs die het succes verbeeldden. Ze laten zien hoe het de inwoners verging: de leiders werden levend gevild en vervolgens onthoofd.

Andere inwoners werden gespietst, en de stad werd leeggeroofd en platgebrand. Archeologen hebben zo’n 1500 schedels aangetroffen van na de verovering. Op een reliëf in Ninive zijn vertegenwoordigers van Lachis te zien die knielen voor koning Sanherib.

‘Sanherib, koning van heel Assyrië, gezeten op zijn troon terwijl de rijkdommen van Lachis langs hem worden gedragen,’ staat er onder het kunstwerk te lezen.

Het vertrek met de reliëfs diende als wachtkamer voor buitenlandse gezanten die de koning wilden spreken. Het lot van Lachis diende als afschrikwekkend voorbeeld voor iedereen die het Assyrische leger en vooral zijn ingenieurs wilde uitdagen.

Assyrië, Jeruzalem, ramp, Sanherib

Voor de muren van Jeruzalem werd het Assyrische leger door rampspoed getroffen.

© akg-images

Ziekte redde Jeruzalem van de ondergang

Na de verovering van Lachis wankelde heel Juda. De Assyrische koning stond op het punt Jeruzalem in te nemen toen de rampspoed toesloeg.

Toen Lachis gevallen was, richtte koning Sanherib zijn aandacht op Jeruzalem, dat ook belegerd werd. Daar bevond zich de doodsbange koning Hizkia. Hij kon zijn lot alleen maar afwachten.

‘Ik omsingelde hem met aarden wallen en maakte het hem onmogelijk via de poort te ontsnappen,’ schepte de Assyrische koning op.

Maar plotseling veranderde Sanherib van gedachten, trok hij zijn leger terug en erkende hij Hizkia als vazal. Volgens de Bijbel schoot de joodse god Jeruzalem te hulp toen het Assyrische leger voor de stadsmuren stond:

‘Diezelfde nacht trok een engel van de heer ten strijde en doodde in het kamp van de Assyriërs 185.000 man.’

Sommige historici lezen hierin dat het Assyrische leger door een ziekte werd getroffen, mogelijk de pest. Vanwege deze ramp zag Sanherib zich genoodzaakt te onderhandelen over vrede.

Op wonderbaarlijke wijze bleef koning Hizkia en de inwoners van Jeruzalem de bloedige wraak van Sanherib dus bespaard.