Shutterstock
Aardewerk kruiken datering archeoloog

Nieuwe techniek betekent een revolutie in de archeologie

Een Britse hoogleraar houdt zich al meer dan 20 jaar bezig met de vraag hoe je prehistorisch aardewerk nauwkeuriger kunt dateren. Nu heeft hij eindelijk een oplossing.

Microscopische etensresten kunnen dankzij een nieuwe techniek worden gebruikt om oeroud aardewerk verbazingwekkend nauwkeurig te dateren.

Dit blijkt uit een nieuw rapport van de Universiteit van Bristol, waar deze baanbrekende methode is ontwikkeld.

‘Een van de “heilige gralen” van de archeologie is het direct kunnen dateren van opgegraven aardewerk,’ aldus professor en projectleider Richard Evershed in een persbericht.

Prehistorisch aardewerk dateren is lastig

Potten van aardewerk (vaak in stukken gebroken) behoren tot de voorwerpen die archeologen het meeste aantreffen bij opgravingen.

Vanaf de Griekse en Romeinse tijd tot nu kunnen we op basis van de stijl het aardewerk dateren. Prehistorische potten uit bijvoorbeeld de steentijd hebben veel minder stilistische kenmerken en waren daarom tot nu toe moeilijker te dateren.

De nieuwe dateringsmethode maakt gebruik van de wetenschap dat microscopische hoeveelheden vet, bijvoorbeeld van vlees en melk die zijn bereid of bewaard in potten, zich nog steeds in de poriën van het aardewerk bevinden.

Extreem nauwkeurige dateringen

Volgens het onderzoeksteam is het gelukt om afzonderlijke vetzuren te isoleren en met behulp van de nieuwste analysetechnieken te bepalen of ze geschikt zijn voor C14-datering.

Om er zeker van te zijn dat de methode werkt, onderzochten de wetenschappers de leeftijd van prehistorisch aardewerk dat al eerder was gedateerd.

Het dateren van het aardewerk verliep buitengewoon soepel en effectief, net als bij een C14-datering van botten.

Volgens het rapport is de dateringsmethode extreem nauwkeurig – in sommige gevallen met een onzekerheid van slechts een mensenleven.

Getest op beroemd aardewerk uit Londen

De wetenschappers gingen vervolgens aan de slag met scherven van 24 prehistorische potten die enkele jaren geleden tijdens opgravingen in Londen werden gevonden. De potten behoren tot de belangrijkste en oudste vondsten aller tijden in de Britse hoofdstad.

In de poriën van het aardewerk werd oeroud melkvet aangetroffen. Deze sporen werden geïsoleerd en vervolgens onderzocht met C14-datering. Uit de analyse bleek dat de potten rond 3600 v. Chr. waren gemaakt – met een onzekerheid van slechts 138 jaar.