Tegenwoordig zouden ze op een speelplaats rondrennen of in de brugklas zitten.
Maar 2200 jaar geleden moesten jonge kinderen zwoegen in donkere, nauwe mijngangen.
Dat is de conclusie van een groep archeologen van het Duitse mijnbouwmuseum in Bochum, die onlangs een verrassende vondst hebben gedaan in een zoutmijn bij het Oostenrijkse Salzburg.
Diep onder de grond vonden de onderzoekers voor het eerst een kinderschoen, wat bewijst dat kinderen in de ijzertijd net als volwassenen in de mijnen naar zout graafden.
De schoen is gemaakt van leer en is ‘in uitstekende staat’, zegt onderzoeksleider Thomas Stoellner, die uitlegt dat het schoeisel ruim 2000 jaar bewaard is gebleven omdat het zout in de mijn het vocht uit het leer heeft gezogen.
Volgens de archeologen komt de schoen overeen met maat 30, wat nu past bij een kind van zeven.
‘Archeologische vondsten zoals deze kinderschoen geven ons een zeer zeldzaam kijkje in het leven van mijnwerkers uit de ijzertijd. Plus waardevolle informatie voor ons wetenschappelijk werk,’ zegt Thomas Stoellner.
VIDEO: Ga met de archeologen mee de zoutmijn in
Zoutmijn is archeologische goudmijn
Naast de kleine schoen vonden de onderzoekers ook een houten schep en een stuk bont met veters, dat waarschijnlijk een capuchon was.
Eerder zijn er andere gereedschappen, textiel en menselijke uitwerpselen gevonden in de zoutmijn, waar sinds 2001 opgravingen plaatsvinden.
De opgravingen zullen de komende jaren doorgaan en archeologen hopen dat nieuwe vondsten uitwijzen hoe de bevolking precies leefde en werkte in de jaren rond 200 v.Chr.