Neanderthalers aten krabben en dolfijnen
Wetenschappers hebben bewijs gevonden dat Neanderthalers – net als de moderne mens – grote hoeveelheden vissen en schelpdieren aten.
Het blijkt dat zeedieren op het dagelijkse menu van de Neanderthalers stonden. Nieuwe vondsten lijken erop te wijzen dat onze verwanten net zo graag vis aten als wij.
Tot nog toe hadden wetenschappers maar weinig bewijs gevonden dat Neanderthalers vis en andere zeedieren aten. Maar daar kwam verandering in toen ze de Portugese grot Figueira Brava onderzochten.
Aten lekkernijen uit de zee
Hier leefden de Neanderthalers ongeveer 100.000 jaar geleden. Uit hun nalatenschap blijkt dat ze ook zeedieren aten: vissen, krabben en zelfs dolfijnen.
Wetenschappers hebben in bepaalde delen van de grot wel 370 kilo mosselschelpen per vierkante meter gevonden, maar ook de versteende botten van andere dieren.
Uit hun bevindingen blijkt dat de Neanderthalers de helft van hun voedsel uit de zee haalden.
Eerdere theorieën ontkracht
Deze opvallende ontdekking ontkracht de theorie dat Homo sapiens de enige soort was die vissen en schelpdieren ving – en dat dat een van de redenen was dat de moderne mens de Neanderthaler uiteindelijk 'versloeg' in de evolutie.
Volgens professor João Zilhão van de universiteit van Barcelona bewijzen de vondsten van zijn team – net als andere recente vondsten – dat Homo sapiens en de Neanderthaler nog meer met elkaar gemeen hebben dan we al dachten.